Pov. Jace
'Ga mee,' zei mijn vader op dwingende toon. Ik zuchtte en keek hem ongelovig aan. 'Je weet dat ik dat niet kan,' antwoordde ik hem. Ik zag hoe zijn ogen donkerder werden en zich vulden met tranen. Gelijk kreeg ik een brok in mijn keel en het leek me verstandig om maar even niets meer te zeggen. Ik luisterde hoe de klok tikte in onze kleine woonkamer en naar de stilte in de slaapkamer boven. Hoe lang zou het nog duren voordat...? Snel stopte ik de gedachte weg, want het brok werd er alleen maar groter van. 'Verdomme, Jace,' siste hij plots. Verdwaasd keek ik op. 'Het is niet dag ik je niet begrijp, realiseer je dat. Maar het is wel zo dat ik denk dat je dit anders moet aanpakken. Ik weet hoe moeilijk het is om mee om te gaan, maar je bent nog zo jong, Jace... Je moet je leven niet laten leiden door je zieke moeder,' zei hij, terwijl zijn eerdere boze toon verzacht was. Ik knikte en staarde naar de grond om de tranen die onderweg waren tegen te houden. Praten kon ik niet. Het brok leek al mijn woorden weg te nemen. Dus ik bleef maar knikken en beet op mijn lip terwijl ik de ijzeren smaak van bloed in mijn mond proefde. 'Je hoeft niet te praten. Maar ga, alsjeblieft, voor mij,' besloot vader, waarna hij de trap op stommelde. Mij achterlatend, ineengedoken op een van de beklede stoelen met ogen gevuld vol tranen. Verdomme! Riep ik in mezelf. En nog eens. En nog eens. En nog eens. Toen beende ik naar de laptop, klapte hem open en antwoordde op de mail van de teken- en schilderclub dat ik graag met hen mee zou gaan op kamp.
Toen de zaterdag was aangebroken, voelde ik me leeg. Ik had het gevoel dat de keuze die ik afgelopen week had gemaakt de verkeerde was geweest. Tuurlijk was het niet zo, hield ik me voor. Maar mezelf echt geloven, lukte me niet. Ik gooide mijn fiets tegen het schoolgebouw en liep met grote passen richting het tekenlokaal. Er was nog niemand, zoals gebruikelijk was ik weer de eerste. Leunend tegen de muur pakte ik mijn telefoon en opende WhatsApp. Een nieuw bericht popte op. Van het meisje. Correctie. Sophie.
Ga jij naar dat kamp?
Ik beet hard op mijn lip. Waar was ik mee bezig? Had ik me werkelijk ingeschreven? Ja, zei ik toen tegen mezelf. En ze zou erachter komen ook. Dus stuurde ik haar een bericht terug, terwijl ik de gevoelens die bij me op kwamen bij het lezen van haar naam negeerde.
Ja, ik kom. En jij?
Wat was ik toch voor een idioot om dat te vragen. Ze moest niet gaan denken dat ik interesse in haar had. Ik stopte mijn telefoon weer weg, wierp een blik op mijn horloge en slaakte nogmaals een diepe zucht om het lege gevoel een beetje weg te zuchten. Toen hoorde ik plots een stem. 'Ik kom ook,' zei de stem. En daar stond ze.
Sophie stapte nerveus in mijn richting. Wat had haar zo nerveus laten klinken? De vorige keer leek ze alles behalve verlegen. Ik wist niet goed wat ik daarop moest antwoorden, dus ik knikte en we stonden daar maar een beetje in de gang, totdat Sophie de stilte doorbrak. 'Leuk,' zei ze enkel. Via mijn ooghoeken gluurde ik naar haar gezichtsuitdrukking, die allesbehalve blij was. Iets zei me dat ze er helemaal geen zin in had. Ik kende haar nog niet zo goed, misschien hield ze gewoon niet van openbare activiteiten? Dat was wat ik mezelf wijs maakte. Maar diep van binnen had ik het gevoel dat er meer aan de hand was.
Gelukkig kwam Daniëlla toen de gang binnen en opende opgewekt als altijd de deur, waarna de andere leden binnen begonnen te druppelen. Alsof het normaal was, namen Sophie en ik naast elkaar plaats aan dezelfde tafel als vorige keer. Gek genoeg realiseerden we dat ons pas toen de hele groep al zat, en keken elkaar, precies op hetzelfde moment, aan. Er leek wel een soort schrik in haar ogen te liggen, iets betrapts, iets... Angstigs? Snel keek ik weg, voelde hoe mijn hart sneller klopte. Met gebalde vuisten sloeg ik mezelf in gedachten voor het hoofd en zette de gevoelens eruit.
Aan het einde van de les gebeurde er iets vreemds. Daniëlla had ons tweeën aangewezen om de kwasten van de tafels op te halen en op te ruimen? terwijl zij en de andere leerlingen al waren vertrokken. Ze moest naar een of andere vergadering en kon niet langer blijven. Sophie stond met haar rug naar me toe de kwasten van overstaande tafel in een bakje te doen. Haar witte, losse shirtje kwam mooi uit met haar zwarte high-waste broek. Ik betrapte mezelf erop daarnaar te kijken, en ging beschaamd verder met de kwasten aan de tafel achter ons. Toen ons er uiteindelijk nog maar één tafel restte, snelden we er allebei naartoe. Om zo snel mogelijk klaar te zijn, raapten we kwasten van die tafel samen op om ze vervolgens in het bakje te leggen. Bij de allerlaatste kwasten aangekomen, raakten onze handen elkaar boven het bakje. Ik voelde een tinteling door mijn vingers trekken en trok snel mijn hand terug, en zo deed Sophie. Toen ik opkeek, zag ik echter geen enkel teken dat zij die tinteling ook had gevoeld. Integendeel, ze keek me bozig, maar ook bang aan. Haar woede nam de overhand en ze liet haar kwast ruw in het bakje vallen. Verbaasd volgde ik haar bewegingen. 'Doe dat niet,' siste ze verhit. Ik vertrok mijn gezicht in een welgemeende frons. Wat? Ze dacht toch niet serieus dat ik met haar probeerde te flirten? 'Ik zou nooit met jou flirten,' zei ik toen. Het floepte er gewoon uit en pas nadat ik het gezegd had, besefte ik hoe gemeen het had geklonken. Ik zag de pijn in haar ogen en vlug draaide ze zich om om haar jas te pakken. Nee, nee, nee, dit ging verkeerd. Maar waar doelde ik nou eigenlijk op? Ik zou blij moeten zijn dat ze niks voor me voelde, maar het deed me eerder pijn. Fuck. 'Alsjeblieft, niet boos zijn.' Zonder er erg in te hebben pakte ik haar pols. Ik voelde haar verstijven. Ze keek me niet aan, draaide zich niet om. Toen pas zag ik dat haar schouders zachtjes schokten. 'Sophie?' Voorzichtig legde ik mijn hand om haar middel zodat ik haar om kon draaien, maar ze draaide van me weg. Troosten was een van mijn slechtere eigenschappen. Zeker bij een meisje dat dacht dat ik met haar flirtte. Trouwens, waarom had ze dat zo erg gevonden? 'Sorry, Sophie... Ik... Had het niet zo bedoeld,' stotterde ik. Ze schudde haar hoofd. Haar bruine haren wiegden mee. 'Ik ben niet boos. Niet op jou,' fluisterde ze met gebroken stem. En met die woorden beende ze het lokaal uit, waarna ik alleen achter bleef.
Hey! Ik wil jullie er heel even op wijzen dat ik momenteel op vakantie ben in Amerika, en er tijdverschil van 7 uur is met NL! Dus als ik mijn hoofdstuk (meestal) om 5 uur publiceer, is het daar al 12 uur 's nachts... Sorry dus daarvoor, maar ach, dan heb je de volgende ochtend wat om te lezen toch? xx
JE LEEST
Liefde is een ziekte (voltooid)
Storie d'amore~Completed 22 oktober 2016~ (OUD BOEK) N T R O~ "Als je een ding of een plek mocht kiezen waar je "in zou zitten" als geest, welk ding of welke plek zou dat dan zijn?' Vroeg ik. Misschien een rare vraag, maar het voelde als een houvast en een idee d...