XIV

16 1 0
                                    

Hij stak zijn handen in de lucht om ons te laten zien dat hij ongewapend was.

"Wat wil je?" riep ik. Hij bleef op enkele meters afstand staan. Beer ontblootte zijn tanden naar hem. Hij moest hem wel herkennen, de man die hem had neergestoken.

"Ik wil je waarschuwen, Aine," zei Liam zacht, "Ik weet dat dit nogal onverwacht is, maar de andere mannen hebben een plan uitgedacht. Het Grote Meer ligt een dagreis hier vandaan. Je kan langs de kant waarlangs wij naar hier zijn gereden terug gaan. De oostelijke zijde van het meer. Dat is de langste weg, maar voor ons was dat de veiligste weg omdat de meeste mensen de kortere, westelijke weg nemen. Ze weten dat jullie niet langs Kai El Tor willen gaan. De beer zou er nooit onopgemerkt door geraken, dus hebben ze een valstrik gelegd aan de oostelijke kant. Er zijn meer mannen, Aine. Bloeddorstige krijgers die zich niet zullen laten doen door die beer van jou,"

Ik legde mijn hand beschermend op de rug van Beer. De noordelijke volken stonden bekend om hun roekeloze gedrag in gevechten. Het waren heldhaftige krijgers die je niet als je vijand wilde hebben. Ik keek naar de jonge man die voor me stond.

"Ik vertrouw hem niet, meisje," hoorde ik Beer fluisteren.

"Waarom vertel je dit?" riep ik hem toe, "Wacht er jou geen gigantische pot goud als je mij tot bij heer Alan brengt?"

Hij haalde zijn hand door zijn lange haar en schudde toen zijn hoofd.

"Je bent een kleine feeks, Aine," zuchtte hij, "en je doet me denken aan mijn zus,"

Ik zag hoe hij slikte.

"Ze is even oud als jou en ik mag er niet aan denken wat ik zou doen als een man haar ontvoerde en zomaar te... zomaar voor het grijpen werd gegooid voor een oudere man die haar enkel nodig had om zijn plannen te kunnen realiseren. Ik ben geen monster, weet je. Ik ben een man die zijn werk doet, maar ik kan het niet meer,"

Hij zette een stap dichter en Beer brulde luid. Ik zag hoe Liam snel een stap terug naar achter zette.

"Hoe heet je zus?" vroeg ik.

"Niamh," antwoordde hij meteen. Hij glimlachte.

"Kijk," ging hij verder, "Ik wilde je alleen waarschuwen zodat je weet wat je kan verwachten. Je kan nu nog steeds beslissen wat je met deze informatie doet. Met de beer door Kai El Tor reizen gaat moeilijk worden, maar als je het slim aanpakt dan raak je tot bij de westelijke weg. Als je je daar meteen verstopt in de bossen, dan kan je zonder problemen tot bij je thuis geraken. De mannen hebben alles op alles gezet op hun valstrik, alleen weten ze niet dat ik je ben komen waarschuwen,"

"Dank je, Liam," knikte ik, "Ik zal hierover nadenken,"

Hij maakte een korte buiging, keek me even aan en draaide zich toen om. Ik bleef hem nakijken tot hij uit het zicht verdwenen was en durfde me pas te bewegen toen ik er zeker van was dat de andere mannen niet opeens van tussen de bomen tevoorschijn zouden komen om ons aan te vallen.

"Ik begrijp er niets van," mompelde ik, "Helemaal niets,"

"Hij wil ons door Kai El Tor sturen," gromde Beer, "Dat is absurd. We geraken nooit door de stad zonder dat iemand mij opmerkt en moord en brand roept. Nooit,"

Hij keek me aan met grote ogen. Ik sloot mijn ogen. Het antwoord was logisch.

"Ik kan alleen verder gaan," fluisterde ik bijna onhoorbaar. Binnen de twee tellen stond Beer op zijn twee achterste poten.

"Nu ga jij eens goed naar mij luisteren, meisje," bromde hij, "Ik heb jou beloofd dat ik je naar huis zou brengen. Helemaal tot aan Meigh an Dar. Niet tot aan Kai El Tor of tot aan de westelijke weg. Nee. Tot aan de deur van die burcht waar je woont. Tot daar breng ik je. Begrepen?"

Hij zette zijn poten in zijn zij en keek me gespeeld kwaad aan. Ik schoot in de lach. Het was geen zicht om op deze manier de les gelezen te worden. Hij liet zich terug op twee poten vallen. Ik zag hoe zijn gezicht even van pijn verrok.

"We gaan door Kai El Tor," zei ik resoluut, "We hebben geen andere keuze,"

"Jawel," fluisterde hij, "We kunnen de oostelijke weg nemen. Voor hetzelfde geld speelt die Liam nog steeds onder een hoedje met zijn baas en...,"

"Nee, Beer," onderbrak ik hem, "Nee. Het kan me niet schelen of Liam ons in de val probeert te lokken of niet, we gaan naar huis langs de westelijke weg. Het maakt niet uit wat er gebeurd. Het is de kortste weg, Beer,"

Hij zuchtte diep en boog zijn hoofd alsof hij zich over gaf. Ik wist dat het niet de slimste zet was om met een beer van zijn omvang door een stad als Kai El Tor te gaan, maar het moest. Langs de oostelijke weg zouden we nog zeker vijf of zes dagen onderweg zijn. Dat gaf de mannen van heer Alan nog zoveel kansen om Beer te doden en mij tot bij hun heer te brengen. Als we door Kai El Tor geraakten en de westelijke weg volgden, dan zouden we hooguit twee dagen onderweg zijn en de bossen langs de westelijke kant van het Grote Meer lagen op het grondgebied van onze clan. Ervin en zijn gevolg woonden daar. We zouden op hun steun kunnen rekenen moest er iets gebeuren. 

Kai El TorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu