XXV

18 0 0
                                    

Drie dagen later zat ik 's ochtends te genieten van een waterig herfstzonnetje in de kruidtuin. Ik had een dikke, wollen mantel om me heen geslagen, want het werd nu ijzig koud tijdens de nachten en de zon zou hard moeten werken voor de temperaturen een beetje zouden stijgen. Ik had mijn ogen gesloten en leunde tegen de muur achter me. Mijn ademhaling was rustig. De afgelopen dagen hadden vrouwe Morrigan en Liam me met rust gelaten en dat had me deugd gedaan. Ze zaten niet heel de tijd op mijn kap en daardoor had ik tijd om te denken, om alles even op een rijtje te zetten. Ik hoorde het poortje van de tuin openen en terug sluiten. Zware voetstappen kwamen op me af.

"Aine?" hoorde ik een diepe mannenstem vragen. Ik opende mijn ogen en knipperde even. Voor me stond een lange, gespierde man. Ik schoot recht en vloog hem in de armen.

"Bran!" riep ik. Hij ving me op en drukte me tegen zich aan.

"Ik ben nog nooit zo blij geweest om jou te zien," lachte Bran.

"Hetzelfde geldt voor mij," grinnikte ik toen hij me terug los liet. Hij zette een stap naar achter en nam me in zich op. Er verscheen een bedenkelijke blik in zijn ogen en een paar denkrimpels in zijn voorhoofd.

"Er is iets veranderd aan jou," zei hij terwijl hij met zijn vingers door zijn baard kamde. Ik haalde mijn schouders lachend op. Ik had geen idee waarover hij het had. Uiteindelijk was ik maar een maand weggeweest en zoveel veranderde mensen nu ook weer niet op een maand. Hij wuifde zijn bedenking weg en nam me opnieuw in zijn armen.
Na zijn omhelzing gingen we zitten op de bank en vroeg hij me alles te vertellen wat er was gebeurd. Hij had vrouwe Morrigan en heer Liam nog niet gesproken en wilde eerst mijn verhaal horen.

"Goh, het is een lang verhaal," zuchtte ik, "maar vrouwe Morrigan en haar zoon slapen zeker nog twee uur, dus we hebben tijd,"

Ik vertelde mijn broer over de verleidingstruc van Liam in Meigh an Dar, hoe hij me had weggelokt van de burcht en hoe ik als domme gans hem gevolgd had. Ik vertelde over de reis naar het noorden, de ontsnappingspoging en het oude vrouwtje. Ik vertelde over de beer, over onze reis samen, de aanval van de mannen van heer Alan en de aanval van de wilde honden. Daarna vertelde ik hoe we waren aangekomen in Kai El Tor en hoe we gevangen waren genomen. Ik vertelde hem over hoe ik er voor had kunnen zorgen dat mijn geliefde beer niet werd gedood. Bran onderbrak me niet een keer. Hij luisterde aandachtig en knikte soms tijdens mijn verhaal.

"Je hebt goede keuzes gemaakt, Aine," zei hij uiteindelijk, "En je hebt machtige vrienden gemaakt," Hij keek naar de laarzen aan mijn voeten en raakte ze even aan om te voelen uit welk materiaal ze gemaakt waren.

"Je weet dat ik er alles aan zal doen om je uit deze overeenkomst te halen, maar ik kan niets beloven. De overeenkomst staat vast. Onze vader heeft zijn woord gegeven en het is zoals het is. Ik kan je wel een ding beloven, Aine, en dat is dat ik alles in mijn macht zal doen om je huwelijkscontract met deze heer Liam zo profijtelijk mogelijk voor jou te maken. Ik zal eisen dat je minstens een keer per maand naar Meigh an Dar mag komen, dat je mag gaan en staan waar je wil, dat je altijd je eigen vertrekken zal mogen behouden en daar ten allen tijde mag verblijven,"

Ik greep zijn hand vast en kneep er in.

"Dank je wel,"

Er was nu niets anders mogelijk dan vertrouwen in mijn grote broer en zijn onderhandelingen. Ik knikte. Hij trok spelend aan mijn lange vlecht, zoals hij zoveel had gedaan als kind. Ik duwde hem speels terug. Hij zou vechten voor mijn geluk, daar was ik zeker van.

Ik stond recht en liep voor hem uit de keuken in. Oona, Caitlin en de kok keken op en wierpen me een vragende blik toen mijn broer achter me de ruimte binnen stapte. Ik stelde hem voor en iedereen maakte meteen een eerbiedige buiging. Even was ik vergeten dat deze mensen niet mijn familie waren en volgens bepaalde regels moesten ze buigen voor deze man. Ik schrok er van. Voor mij bogen ze al lang niet meer. Ik was een van hen geworden.

"Volgt u mij maar, mijn heer," zei Oona kort, "Ik breng u naar de eetzaal waar u kan wachten en iets kan eten. Daarna ga ik meteen de vrouwe en heer wekken,"

Ik knikte haar dankbaar toe. Het was geen makkelijke taak die haar te wachten stond, maar iemand moest het doen. Ik was blij dat Oona het op haar had genomen. Ik had haar vrouwe Morrigan en heer Liam al genoeg op hun plaats zien zetten.

Ik zat naast Bran aan de eettafel toen mijn gastheer en -vrouw kwamen binnen stormen. Hun haren waren in de war en ze hadden snel wat kleren aangetrokken. Ik moest mezelf inhouden om geen opmerking te maken dat vrouwe Morrigan zich zo niet kon presenteren aan dit hoge bezoek. Een dame deed dit niet.

"Heer Bran," lachte vrouwe Morrigan zenuwachtig. Ze keek hem diep in de ogen met een verleidelijke blik. Ik draaide met mijn ogen. Wilde ze op die manier mijn broer aanpakken? Had ze nog geen verhalen over hem gehoord? Hij stond met zijn twee voeten op de grond en liet zich niet doen door zulke schalkse blikken. Liam bleef op de achtergrond.

Er werden enkele beleefdheden met elkaar uitgewisseld waarna vrouwe Morrigan en haar zoon mijn broer mee namen naar de studiekamer. Daar zouden ze het hebben over mijn huwelijkscontract. Veel was er voor mij niet meer te doen. Ik slenterde door de gangen van de burcht en telde de uren, de minuten en de seconden tot ik terug thuis zou zijn in Meigh an Dar, maar eerst moest ik afscheid gaan nemen van mijn vrienden in de keuken.

"Je gaat naar huis, liefje," kirde Oona toen ik binnen kwam. Ik glimlachte. Ze was dolenthousiast.

"Oh en je broer zag er ongelofelijk strijdvaardig uit. Ik ben benieuwd wat dat gaat geven. Hopelijk komt hij met een plan af,"

Caitlin giechelde terwijl ze een kip aan het pluimen was. Ze keek even op van haar werk.

"Beloof je ons een brief te schrijven terwijl je weg bent?" vroeg ze, "Ik weet dat dames wel betere dingen te doen hebben, natuurlijk, maar moest je tijd hebben dan zou ik dat heel fijn vinden. Je kan je brief altijd doorgeven aan mijn zus,"

"Ik zal er tijd voor maken," lachte ik, "ik moet jullie toch op de hoogte kunnen houden van onze plannen in Meigh an Dar? Wie weet komen jullie nog wel van pas als spionnen,"

Kai El TorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu