"Zo lieve mensen," zei ik kordaat nadat we een kwartier lang de mensen van Kai El Tor hadden vermaakt, "Het is weer tijd dat ik en mijn beer verder trekken. We danken jullie voor jullie giften en hopelijk hadden jullie een fijne tijd,"
Ik trok aan de sjaal en liep verder. De groep mensen die zich rond ons had verzameld week uiteen om ons door te laten. Beer ging een laatste keer op zijn achterste poten staan en zwaaide naar de mensen. Iedereen zwaaide lachend terug.
"Showbeest," grinnikte ik. Beer liet zich terug op vier poten zakken en wandelde verder naast mij.
"Niet zo snel, juffie," klonk het voor me. Een vrouw trok haar twee kinderen snel op zij en ik stond oog in oog met een forse kerel in uniform. Geschrokken zette ik terug een stap naar achter. Achter hem zag ik nu nog een vijftal mannen staan. Ze droegen allemaal hetzelfde uniform.
"Wat is er mis, meneer?" vroeg ik op mijn meest onschuldige toon.
"Je loopt met een beer door de straten van deze stad, juffie. Dat is een probleem," grinnikte de man. Hij miste een tand wat hem er enger liet uitzien dan hij eigenlijk was.
"Oh," lachte ik, "maar hij doet niemand kwaad hoor. Hij is zo mak als een lammetje. De wachters aan de poort hebben ons doorgelaten en we zijn zo meteen weer weg. We moeten alleen bij de westelijke weg zien te geraken,"
Ik trok aan de sjaal als teken voor Beer dat we zouden verder wandelen zonder deze mannen veel aandacht te schenken. De man week niet opzij. Ik keek hem glimlachend an.
"Wij hebben andere orders gekregen, juffie," grijnsde hij. Twee mannen kwam achter hem vandaag en grepen mij vast. Ze trokken de sjaal uit mijn handen. Voor ik iets kon zeggen, trokken ze me bij mijn beer vandaan.
"Wacht!" riep ik, "Dit kunnen jullie niet doen. Hij doet niemand kwaad!"
Beer ging ik op zijn twee achterste poten staan. Er vormde zich een kring rond ons. De twee mannen hielden me stevig vast bij mijn schouders. Hoe hard ik ook trok en tegen hun schenen stampten, ze lieten me niet gaan.
"Dat zullen we nog wel zien," siste de man me toe. Beer bleef rustig op zijn twee achterste poten staan. Het leek even alsof hij opnieuw zou beginnen dansen en zingen, maar toen de man op hem af stapte, zijn zwaard trok en daarmee gevaarlijk in het rond begon te zwaaien, zag ik Beer wankelen. De man sloeg met het heft tegen de wond aan de voorpoot.
"Nee!" riep ik. Beer brulde het uit en hief zijn goede poot op, klaar om de man in elkaar te slaan. De kring mensen zette snel enkele passen naar achter. Drie mannen besloten Beer langs achter. Ze sprongen tegelijk tegen hem aan zodat hij zijn evenwicht verloor en terug op vier poten kwam te staan. Verbaasd schudde hij kop. Nog voor hij zich kon omdraaien, zat een van de mannen op zijn rug en stonden de twee anderen voor hem. Ze bonden hem een muilkorf om.
"Deze beer is gevaarlijk, dames en heren," schreeuwde de aanvoerder terwijl hij naar Beer wees die alles probeerde om los te geraken. Zijn poten werden in een record tempo aan elkaar gebonden met kettingen.
"Beer!" riep ik nu verontwaardigd. Ik probeerde me met al mijn macht los te rukken.
"Beer! Nee! Dit kan u niet maken," riep ik. De man stapte terug op mij af.
"Juffie, ik ben hier om de orde te handhaven in deze stad en deze beer is een gevaar voor de mensen van Kai El Tor. Breng haar weg!"
"Wat?! Nee!" brulde ik nu. Ik stampte de man die vlak voor me stond in zijn kruis. Hij sloeg dubbel van de pijn. Vervolgens liet ik mijn voet onzacht neer komen op de man die me bij mijn rechterschouder vast hield. Toen hij kreunend van de pijn me los liet, sloeg ik met mijn vrije hand de andere man tegen zijn neus. Het gebeurde allemaal zo snel.
"Lopen, meisje! Lopen!" hoorde ik de stem van Beer in mijn hoofd. Ik wierp hem nog heel even een blik toe en wilde weglopen, maar de muur van mensen wilde niet opzij gaan. Ik bleef verbaasd staan. Ik keek om me heen. Deze mensen stonden aan de zijde van hun onrechtvaardige ordehandhavers?
"Laat me er door!" riep ik, "Alsjeblieft!"
De mensen durfden me niet in de ogen kijken. Ze keken naar hun voeten of staarden voor zich uit. Ze hadden schrik voor deze mannen, besefte ik. Als ze niet deden wat er van hen verwacht werd, dan zouden zij gestraft worden. Ik voelde hoe mijn twee armen werden vastgepakt en hardhandig op mijn rug werden vastgebonden.
"Ze hadden me al gewaarschuwd dat je een kleine feeks was," siste de man die ik eerder onzacht in zijn kruis had gestampt. Met een schok drong het tot me door. We waren in de val gelopen. Er was niet een valstrik gelegd, er waren er twee gelegd. Liam was een pion geweest in dit spel en hij had me er opnieuw ingeluisd. Ik kon mezelf wel slaan.
De mensen gingen opzij toen de man me naar voren duwde.
"Beer," fluisterde ik. Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe vijf mannen hem probeerde voor te trekken aan zijn kettingen, maar hij bleef staan waar hij stond en keek naar mij.
"Beer," tranen vulde mijn ogen.
"Hou je sterk, meisje," hoorde ik hem zachtjes fluisteren vlak voor hij met een stok werd geslagen door een van de mannen. Hij kromp in elkaar. Ik wendde mijn blik af.
Ik werd door de straten van Kai El Tor geleid met drie mannen in uniform om me heen. Blijkbaar hadden ze hun lesje wel geleerd. Overal keken mensen ons na. Ik wist dat ik niets mis had gedaan. Het was compleet absurd dat deze ordehandhavers mij hadden opgepakt, maar ik zag de blikken vol afgunst in de ogen van mensen toen ze naar me keken. Ik werd naar de burcht gebracht. Waarschijnlijk waren daar de kerkers.
"Mijn naam is Aine, zuster van Bran, clanhoofd van Meigh an Dar. Ik eis te spreken met uw clanhoofd," riep ik luid toen de mannen me langs de de wachtposten naar het binnenplein van de burcht leidde.
"Jaja, we weten wie je bent en vrouwe Morrigan wil je maar al te graag ontvangen, juffie," grinnikte de man. Ik wilde die zelfingenomen grijns van zijn gezicht krijgen door hem nog eens in zijn kruis te stampen. Ik walgde van deze man. We liepen de burcht in langs een kleine openstaande deur. De diensteningang. De keuken waar we binnen kwamen gonsde van de bedrijfigheid.
Er hingen twee grote ketels in het haard vuur en op het aanrecht lagen vier versgebakken broden. Mijn buik begon te knorren toen ik die heerlijke geuren rook. Het was zo lang geleden dat ik nog en echte maaltijd had gegeten. De bedienden keken me vragend aan, maar nog voor ze iets konden zeggen, duwde de ordehandhaver me verder. We liepen door verschillende gangen en zalen tot we bij een eetzaal uitkwamen.
JE LEEST
Kai El Tor
FantasyAine is achttien jaar en dochter van het stamhoofd van Migh an Dar. Hoewel het al lang niet meer de gewoonte is, werd zij bij haar geboorte uitgehuwelijkt aan de zoon van het stamhoofd van Kai El Tor. Wanneer ze tijdens het Maanfeest een jongeman o...