XXVI

32 1 1
                                    

Ik bleef nog in de keuken zitten tot Bran me kwam halen. Hij liet niets merken van hoe de besprekingen waren gegaan.

"Heb je hier nog spullen die je nodig hebt?" vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd. Het enige dat ik wilde meenemen waren de laarzen die ik had gekregen en die had ik aan mijn voeten.

"Dan vertrekken we meteen," zei hij. Hij klonk streng en hij zag er moe uit. Ik besloot geen enkele moment te treuzelen en deed mijn mantel om. Nog een laatste keer gaf ik Oona en Caitlin een knuffel en liep dan mijn broer achterna. De twee meiden bleven in de deuropening van de keuken staan en zwaaiden me uit. Ik draaide me nog een keer om om terug te zwaaien en ging toen naast mijn broer lopen die stuurs voor zich uit bleef kijken. De stalknechten brachten ons twee paarden. Ik vroeg om het mes dat de man aan zijn riem droeg. Even keek mijn broer me vragend aan. Ik reeg de stof van elkaar aan mijn benen zoals ik eerder had gedaan, gaf het mes terug aan de verbaasde knecht en kroop op de rug van het paard.

"Wat?" vroeg ik aan Bran die me bedenkelijk aan keek, "Het rijdt een pak vlotter, weet je,"

"We zullen er voor moeten zorgen dat je zus dat niet ziet, Aine," grinnikte hij, "Je weet dat dit geen gedrag voor dames is,"

Hij knipoogde en gaf zijn paard de sporen. Ik volgde hem en keek niet een keer om naar de burcht. Ik had mijn vrijheid geroken en ik wilde die tegemoet rijden. We reden door de straten van Kai El Tor om vervolgens door de westelijke poort de stad te verlaten. Het was toen pas dat ik even keek naar de drie torens die hoog boven de stadsmuren uit staken. Daar boven op de middelste toren stond een figuur met woeste, rode krullen die waaiden in de wind. Ze stak haar hand in de lucht. Ik stak mijn hand terug op. Als ik haar zag, dan had Beer me gezien toen ik daar stond waar de koningin van de Andere Wereld nu stond. Ik zuchtte opgelucht. Bran keek me afwachtend aan en toen ik mijn paard opnieuw de sporen gaf, kon hij niets anders doen dan me te volgen. Ik wilde naar huis en liefst zo snel mogelijk.

Na een paar mijlen te hebben gegaloppeerd over de westelijke weg, lieten we de paarden wat rustiger rijden om hun krachten te sparen.

"Ga je niet vragen wat we nu besloten hebben?" vroeg Bran. Hij keek opzij. Ik rechtte mijn schouders en slikte.

"Ik heb er vertrouwen in dat jij er voor gezorgd hebt dat ik niet al te ongelukkig zal worden in Kai El Tor, maar ik twijfel er niet aan dat vrouwe Morrigan en haar zoon er voor zullen zorgen dat mijn leven daar een ware hel wordt. Dus als je het niet erg vindt zou ik nu liever niet weten wat er in het contract staat. Ik zal het wel te weten komen eens ik terug ga over een maand om met die afgrijselijke blaaskaak te trouwen,"

Bran keek me met open mond aan. Hij schudde zijn hoofd alsof hij niet goed had gehoord wat ik had gezegd.

"Wie ben je en wat heb je met mijn kleine, zusje gedaan?" vroeg hij verbaasd, "De Aine die ik kende wilde altijd graag op de hoogte zijn van alles en zich voorbereiden op alles,"

Ik haalde mijn schouders op. Het kon me allemaal niet meer schelen. Ik vertrouwde erop dat mijn broer de juiste afspraken had gemaakt en ik vertrouwde er nog meer op dat het Goede Volk me te hulp zou komen.

Het was midden in de nacht toen we aan kwamen in Meigh an Dar. We hadden onderweg kunnen stoppen in een herberg, maar ik had er geen zin in en Bran wilde ook liever verder rijden zodat hij snel terug bij zijn vrouw en kind kon zijn. Ik moest mijn tranen weg slikken toen ik de burcht voor ons zag opdoemen in het licht van de volle maan. Thuis. Ik had het meer gemist dan ik had beseft. We reden in stilte naast elkaar de poort binnen. Meteen kwamen twee stalknechten naar ons toe. Ik liet me van de rug van het paard glijden en gaf de teugels aan een van de mannen. Die staarden verbaasd naar de scheuren in mijn jurk. Ik zou er terug even aan moeten wennen dat ik weer in de beschaafde wereld was, waar er regels waren en waar dames hun benen en enkels bedekten.

"Snel naar je kamer voor Roisin je ziet," grijnsde Bran en nam me nog een keer in zijn armen.

"Doe ik," lachte ik toen hij me los liet, "En bedankt, Bran,"

Ik zag hem slikken. Hij knikte alleen maar. Ik liep naar binnen en stormde de trap op. Mijn eigen bed. Wat verlangde ik naar mijn eigen bed. Het was muisstil in de burcht. Ik kon nauwelijks geloven dat ik eindelijk terug thuis was. Ik opende mijn kamerdeur en sloot ze zachtjes achter me. De kaars op de kaptafel deed ik aan. De kamer was nog net hetzelfde als die avond van het Maanfeest. Ik liep met de kaars in mijn hand naar het raam. Het Grote Meer strekte zich voor me uit met langs de beide oevers de bossen. Ergens in die eindeloze bossen, dwaalde mijn beer rond. Hij was veilig. Ik liet de kaars op de vensterbank staan en misschien zou het licht hem terug naar mij leiden.

"Slaapwel Beer," fluisterde ik terwijl ik me op mijn bed liet vallen. Ik viel meteen uitgeteld in slaap. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Oct 19, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Kai El TorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu