chapter 7

304 32 4
                                    

CALUM.

De volgende dag loop ik weer door de gangen van de luchthaven totdat ik aan kom bij de gates.

Ergens aan een tafeltje zit een lijk, die ik uit duizenden kan herkennen.

Ik wankel naar hem toe en vervolgens ga ik naast hem zitten.

Dit is mijn beste vriend, ik bedoel, mijn beste vriend? We kijken elkaar soms raar aan en terwijl grommen we iets.

Zijn naam is Ashton, hij weet net zoals mij wel zijn voornaam, maar voor de rest niets.

Soms hebben we bijna gesprekken, soms.

De dagen gaan zo voorbij. Dan zitten we maar naast elkaar wat te grommen. Maar soms slagen we er in om daadwerkelijk woorden uit te wisselen met elkaar.

Woorden zoals:

"Honger." Grom ik.

Ashton zijn ogen schieten allerlei kanten op. Vervolgens opent hij voor een klein stukje zijn mond.

"S-stad."

Ik grom harder en sta op. Moeizaam komt Ashton vervolgens ook in beweging.

zombie ✕ c.h ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu