Honger

546 33 3
                                    

‘ik had niet het leukste leven. Ik leefde in een van de arme dorpen hier niet ver buiten dit gebied van Ahrend rond de achttiende eeuw. Ik moest helpen voor de kost, en als ik met mijn zwaard wou oefenen, of met mijn pijl en boog moest ik al mijn werk afhebben. Ik werkte hier op het land van de overgrootvader van Ahrend. Ik moest katoen plukken. Dat was niet niks. Het was zwaar werk, en je handen gaan er uiteindelijk heel erg pijn van doen. Dat gebeurde dus ook bij mij, dus ik kon mijn zwaard uiteindelijk ook bijna niet meer tillen, laat staan de kracht voor de pijl en boog. Ik begroef ze met de laatste kracht van mijn handen hier niet ver vandaan. Ik kreeg nog geen week daarna koorts, wat in die tijd betekende dat je dood zou gaan. Mijn moeder deed alles om me te helpen, en gaf uiteindelijk haar leven om mij te verzorgen. Ik moest gewoon zoals altijd hard werken op het land. Maar omdat ik griep had, en mijn handen kapot waren, ging dat niet. ik werd opgehaald door een soldaat, en werd meegesleurd en gedwongen tot werken. De zon scheen fel op mijn rug en brandde mijn schouders aan. Toen de zon op zijn hoogst stond, werd iedereen geëvacueerd omdat iedereen levend gebraden werd. Dat was de gruwelijkste dag in mijn leven, want toen ik thuis kwam, zat mijn moeder aan het bed bij mijn zusje, Vallory. ze huilde tranen met tuiten. Ik rende naar haar toe, en knielde bij mijn zusje. Maar ik was te laat, ze opende haar ogen niet meer… ze was gestorven door de gloeiend hete zon.’ vertelde hij, en het leek alsof hij tranen in zijn ogen had, wat niet kon, maar ik zag de pijn in zijn ogen die hij toen had gevoeld. Ik sloeg mijn armen om hem heen en liet hem niet meer los. Ondanks al het gesnotter van mij ging hij wel verder. ‘mijn moeder pakte een schep, terwijl ook haar handen kapot waren, en ik haar aangestoken had met de griep. Ze zei dat ik Vallory naar buiten moest dragen, en liep naar buiten. Ze begon met graven, en putte haar laatste energie uit om haar te begraven. Toen het gat diep genoeg was, legde ik Vallory in het gat. Achter me hoorde ik wat geschuifel. Op het moment dat ik Vallory haar laatste kus gaf, hoorde ik een schreeuw. Ik draaide me om en keek recht naar een misdaad. Een vreemde man eiste alle bezittingen die wat konden opleveren. Mijn moeder wees naar de deur. De man sleepte mijn moeder mee, en beveelde dat ik moest blijven staan waar ik was. Ik stond te trillen van angst, en hoorde binnen uiteindelijk nog een schreeuw. De man rende met de zak vol kostbare bezittingen weg. Ik rende meteen naar binnen, en zag mijn moeder liggen. Ze bewoog niet. ik liep naar haar toe en zag dat haar keel doorgesneden was. Ik kon mijn haren wel uittrekken van woede en verdriet. Je familie verliezen op een dag, in hetzelfde uur, erger kan voor mij niet. Door het geloof van mijn moeder, wilde ik haar wel begraven. Dus tilde ik haar op en legde haar bij Vallory. Ik gaf ook mijn moeder nog een kus en maakte met alle moeite het graf dicht. Ik zag dat een heel eind verderop, de man al gepakt was, en meegenomen werd. Er kwamen twee soldaten naar mij toegelopen. ik weet nog dat ze toen vroegen of ik verder nog familie had, en dat ik uiteindelijk mee moest naar de koning. Toen ik daar eenmaal was, vroeg hij mij wat ik nu zou willen doen. ik zei dat ik het niet wist. Hij liep naar me toe en zei dat ik me nergens zorgen meer om hoefde te maken. Verder weet ik niets meer, behalve dat ik gruwelijke pijn voelde. En die pijn wil ik niemand laten voelen, zelfs degene niet die mijn moeder heeft vermoord. Dat was gewoon teveel gevraagd.’ Hij stopte met vertellen en ik keek hem aan. ‘wat ben je toch ook een schat.’ Zei ik, zelfs degene die zijn moeder had vermoord, wilde hij die pijn niet laten voelen. Ik vroeg hem waardoor die pijn kwam, maar daar wilde hij geen antwoord op geven, dat zou hij later misschien vertellen. Ik liet hem los en gluurde stiekem door het open raampje, en zag in het donker een paar ogen naar me kijken, jakkie, wat een enge ogen! Ik keek weg en keek terug naar Jayden. De zon scheen op zijn gezicht, dat als je het zou tekenen, dat het een schitterende tekening zou worden. Ik keek naar de lucht, en zag dat het middag was. ‘kunnen we ook niet overdag naar huis?’ vroeg ik. ‘nee, het bos is te donker, waardoor ook dat niet gaat, ik wil je wel iets laten zien hier niet ver vandaan?’ ‘maar we mochten toch niet buiten het hek komen?’ vroeg ik verbaasd. ‘nee, dat is niet buiten het hek. Alleen je moet niet zo snel nachtmerries krijgen, want er zullen vele paren ogen naar je kijken. Daar moet je je niets van aan kunnen trekken.’ Zei hij, wachtend op een antwoord. ‘nee, daar ben ik niet bang voor, die heb ik net ook al een paar gezien.’ Zei ik en volgde Jayden naar buiten. Hij liep naar de rand van het hek, en begon te graven. ‘Jayden, wat doe je?’ vroeg ik verbaasd. ‘ik ga je iets laten zien, en ik hoop dat je erin geïnteresseerd bent.’ Zei hij, en groef in volle vaart verder. Toen hij langzamer ging, zag ik iets schitteren. Hij haalde een zwaard en  pijl en boog tevoorschijn. ‘dat zijn dat zwaard en pijl en boog waar je het over had hé? Waar je over vertelde, dat je ze niet meer kon gebruiken.’ Zei ik. ‘ja, dit zijn ze. En ik hoopte dat ik je mocht leren om een van deze twee te gebruiken, of beide als je interesse zou hebben.’ Zei hij. ‘echt? Zou je dat willen doen? ik zou niets liever willen.’ Antwoordde ik en gaf hem en een zoen. ‘welke zou je het eerste willen beoefenen?’ vroeg hij lief. ‘het zwaard.’ Zei ik, en hij gaf het zwaard aan mij. Pfoeh! Wat is dat zwaard zwaar! Ik hield het met moeite overeind. ‘zwaar hé? Ik ga je eerst maar eens leren hoe je het zwaard vasthoud.’ Zei hij, terwijl hij naar me toe liep en liet zien hoe je het vast moet houden. ‘je houdt het met beide handen vast. Je rechterhand boven.’ Legde hij uit. Het zwaard vasthouden was nog niet het moeilijkste. Ik moest leren ermee te kunnen slaan zonder zelf ook om te vallen. Maar dat was niet niets, dat zwaard was loodzwaar. Volgens Jayden leerde ik wel sneller dan dat hij het vroeger geleerd had. Op een gegeven moment zei hij zelfs dat ik het onder de knie had, al had dat wel een hoop dagen gevergd. ‘ik heb echt honger Jayden, ik heb al twee en een halve dag niet meer gegeten.’ Zei ik uiteindelijk toen ik het zwaard liet vallen. ‘oké, ik ga wel naar huis, maar blijf alsjeblieft hier, en ga in de hut zitten.’ Ik gehoorzaamde en ging met het zwaard en de pijl en boog in de hut zitten. ‘open het hek voor niemand, ze zullen het zeker weten proberen om binnen te komen, dus doe voor niemand open. Ook als je mij hoort, doe je niet open, want dat ben ik niet, dat is iemand die me imiteert. Zelfs als je het hek hoort opengaan, hou je zwaard gereed, het kan altijd zijn dat het iemand anders is die me vermoord heeft en de sleutel gepakt heeft om hier binnen te komen.’ Vertelde hij. Ik knikte om te laten zien dat ik het begreep. ‘echt voor niemand opendoen, zelfs niet voor mij. Wees alsjeblieft voorzichtig en kom de hut niet uit tot ik terug ben.’ Drukte hij mij op het hart. ‘succes.’ Zei hij nog, voor hij weg ging, alsof het een heel karwei ging worden, om dat hek niet open te maken. ‘jij ook.’ Fluisterde ik hem toe, voor hij weg liep. Ik hoorde hem het hek open maken en achter zich sluiten. Hij rende weg en meteen begon het al. ‘Sanne, doe eens open! Ik ben vergeten de sleutel mee te nemen!’ riep iemand met de stem van Jayden. Ik wist niet dat het zo precies leek op Jayden’s stem. Ik fluisterde mezelf toe dat het Jayden niet was, en bleef stokstijf zitten. Ik hoorde een baby huilen. Nee Sanne, het is een streek, niet kijken. De baby begon steeds harde te huilen, en uiteindelijk om zijn of haar mama te roepen. Uiteindelijk werd het huilen krijsen, en werd de baby in stukken gescheurd. ik liet een traan gaan en hoopte dat Jayden heel snel terug was, want was nu al moeilijker dan gedacht. ‘Je kunt het Sanne, kom op! je kunt het! Hou je rustig, niet bewegen, ik ben er zo weer. Met oma gaat het goed, ze heeft alleen wat schrammetjes. Hou vol, ik neem zoveel mogelijk eten en drinken voor je mee!’ hoorde ik in mijn hoofd. Was dat Jayden? Of was dat de verbeelding omdat ik hem zo graag wilde horen? Buiten de hut hoorde ik iemand aan het hek rammelen. ‘Sanne, doe even open, ik ben toch de sleutel vergeten?’ riep weer een perfect nagemaakte stem van Jayden, alleen nu wat scherper. Toen ik even niet reageerde, begon hij of zij weer. ‘Sanne! Kom op! doe niet zo flauw! Ik weet wat ik heb gezegd, dat je het hek  niet open mocht doen, maar dat meende ik niet voor als ik het echt zou zijn. Kom op, doe nou gewoon even open.’ Smeekte de stem. Toen ik nog niet reageerde, werd de stem zelfs boos. ‘Sanne! Doe open! Je wilt toch niet dat ik vermoord word?!’ rustig Sanne, Jayden zou hierom nooit boos worden, hij heeft zelfs zelf gezegd dat ik zelfs voor hem niet open mocht doen. De stem werd geheel ongeduldig en begon zijn eigen geluid weer te geven, en begon weer rustig. ‘Sanne, doe die poort open, je wilt toch niet dat er iets met je lieve vriendje Jayden gebeurt?’ ik schrok. De stem chanteerde me niet alleen, hij klonk ook nog eens verschrikkelijk. Het deed gewoon pijn aan mijn oren. Het klonk als een oude vrouw, een heks beter gezegd, een scherpe krakerige stem, heel hoge toon, en afschuwelijk lelijk. Wanneer kwam Jayden nou terug? Ik wilde iets van hem weten, hij was nu al ruim tien minuten weg, en een vampier zou er misschien vijf minuten over moeten doen. Ik liet een paar tranen stromen maar bleef stil zitten. Ik moest en zou naar Jayden luisteren. Als hij zegt dat ik zelfs voor hem niet mocht opendoen, zou ik dat niet doen. Ik deed mijn ogen dicht om even tot rust te komen, en viel in slaap. Even later werd ik wakker doordat ik een sleutel in een sleutelgat hoorde. Ik schrok en zat meteen klaar met het zwaard voor de aanval. ‘Sanne?’

Zou het Jayden zijn? Of niet?

Ik wil jullie even bedanken voor het lezen van mijn boek, en ik hoop dat jullie door blijven lezen!(:

Tears of a dead vampireWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu