Opzoek naar Jayden

471 27 0
                                    

Ik keek nog een keer achterom, en knipoogde naar opa. Ik pakte meteen mijn boog en een pijl. Ik legde de pijl in de boog en hield hem gereed om af te vuren. Ik zette een stap, waarbij wat blaadjes kraakte. Ik zette er stevig de pas in. Ik wist waar het ongeveer lag, maar het was een eind lopen. Ik bleef lopen, zonder te rusten of stil te staan, maar bleef goed opletten of ik niet in de gaten gehouden werd of dat iemand me volgde of tegemoet kwam lopen. Natuurlijk werd ik in de gaten gehouden, daar kon ik zeker van zijn, maar ze kwamen niet dichter in de buurt. In het bos was het een stuk donkerder dan bij het huis, waardoor ik niet kon zien hoeveel paar ogen me bekeken, of wie me bekeken. Verderop was een open plek. Die herkende ik. Daar kwamen Jayden en ik langs ongeveer een halve week geleden. Ik wist nu dat ik op ongeveer een kwart was van de weg naar Jayden. Ik liep om de open plek heen, zodat ik niet nog meer opviel dan dat ik dat al deed. Ik was tenslotte een gemakkelijk doelwit. Ik hoorde een takje kraken en keek meteen naar waar het geluid vandaan kwam. Ik zag niets, maar wist nu zeker dat ik gevolgd werd. Ik rende zo stilletjes mogelijk door. Ik lette nog meer op, en keek nog meer om me heen. Ik kwam bij een volgend herkenningspunt. Een mega grote boom, die ver boven de andere bomen reikt. Ik liep er langs en keek of er niemand achter stond. Niemand. Ik liep weer fors door. Ik was over de helft. Het begon al donkerder te worden, het ging al naar de avond. Om wat sneller bij Jayden te komen, begon ik weer te rennen. Het was al avond, en het was bijna helemaal donker, toen ik de kooi zag, op ongeveer twintig meter verderop. Ik rende naar het hek, en zocht naar de sleutel. Net op het moment dat ik me bedacht dat ik veilig was aangekomen, hoorde ik achter me weer diezelfde vreselijke krijs. Angstaanjagend. Ik wilde snel het hek openen, maar de sleutel zat vast, ik legde de pijl weer recht in de boog en hou hem gereed om te schieten. Uit de bosjes kwam een gedaante tevoorschijn. Het was diezelfde gedaante die ik ook op Jayden’s rug had gezien. Alleen deze keer kon ik haar duidelijk zien. Ze had buiten lang, zwart haar, en een versleten zwarte gewaad, een spierwit gezicht, met ogen zonder irissen, die er angstaanjagend uitzagen, net als de rest. Ik schoot de pijl af, maar ze ontweek hem snel en moeiteloos. Ik besefte meteen dat de pijl en boog geen zin had, en hing de boog ook om mijn schouder. Ik trok het zwaard, en ging in een aanvalshouding staan, zonder besef of ik haar wel echt kon raken. Ze bleef dichterbij komen, en liet telepathisch weten dat het geen zin had, dat het zwaard dwars door haar heen zou gaan. Achter haar kwam nog een gedaante tevoorschijn. Hij was net zo bleek als Jayden, maar had donker haar, en was slanker.  Ik keek een vluchtige blik naast en achter me, niet dat er nog meer wezens dichterbij kwamen. Ook zag ik dat Jayden er niet was. Ik had het dus fout. Hij was hier niet en ik was voor niets gegaan. Ik keek weer voor me en zag dat de gedaante achter de heks verdwenen was. Ik keek de heks aan. Ze was stil gaan staan. Ik zette een stap opzij, als teken om te ontkomen. Ik wist dat het niet zou werken, maar ik kon niets anders. Ik kon de heks niet verslaan door aan te vallen, het werkte me alleen maar erger in de nesten. De gedaante die achter de heks stond, stond nu naast me. Hij was een vampier. Bleke huid, en hij knipperde niet. Hij had een bloot bovenlijf met een eenvoudige simpele broek aan. Ik zette een stap terug, maar de hij zette mijn stap ook. Ik was nu bang, doodsbang. Waar was Jayden, zou hij niet eens kunnen komen helpen? Ik wilde nog een stap zetten, maar hij hield me tegen. Hij zette een hand tegen mijn keel. Hij had een ijskoude hand. Ik wilde hem wegduwen, maar het had toch geen zin. Hij was immens sterk. Hij kwam dichterbij. Toch probeerde ik hem weg te duwen, hoe zinloos het ook was. Ik probeerde hem met mijn zwaard tevergeefs te steken, er bleef niet eens een krasje over op zijn buik. Hij ontblootte zijn tanden en wilde ze in mijn nek zetten. Ik probeerde nog eens mijn zwaard in zijn buik zetten. Ik wilde met het zwaard in zijn keel proberen te steken, maar hij stond te dichtbij. Ik hoopte dat Jayden nu heel snel kwam, ik wilde graag nog verder leven. Hij kwam dichterbij met zijn tanden, en mijn ogen werden groot van schrik. Toen voelde ik een felle steek, en liet ik liet mijn zwaard vallen.

Tears of a dead vampireWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu