Luna
Met de gang van de zevende verdieping achter me, stond ik in de deuropening van de enorme deur. Misschien kon ik toch beter naar de Leerlingenkamer gaan. Dan zou ik snel alle glitter en oranje slijm uit mijn haar spoelen en dan naar Toverdranken gaan.
Ik twijfelde.
Stel nou, dat ik de Marauders weer zou tegen komen op de gang. Dan was ik -even om het grof te zeggen- de lul.
Of ik zou een Zwadderaar tegen komen. Maar waarschijnlijk snap je wel waarom het niet echt prettig was om een Zwadderaar tegen te komen.
Toch deed ik een stap naar voren en sprongen er kaarsen aan. Het verlichtte een grote hal. Er hingen blauwgrijze doeken aan de muren en de stenen vloer glansde licht.
Aan de andere kant van de hal was een deur. De hal was niet heel erg lang, dus kon ik de tekens in de houten deur zien.
Ik stapte de hal in en de grote deur achter me ging met een klap dicht. Mijn schouders schokten van schrik.
'Dan maar verder,' mompelde ik tegen mezelf en liep verder de hal door. Ondertussen voelde ik dat het slijm langzaam opdroogde op mijn huid.
Bij de deur aangekomen, keek ik nog even naar de grote deur aan het begin van de hal. Ik kon nu niet meer terug.
Wauw, het leek net alsof ik iets heel gevaarlijks beging. Misschien was dat wel zo. Ik had geen idee.
Mijn -nog steeds- oranje hand greep de deurknop vast. Het was warm. IJzer dat warm was. Misschien was hier iemand geweest.
Ik deed de houten deur open en gluurde naar binnen. Er stond een kandelaar met twee brandende kaarsen en er hing een oude spiegel.
Nieuwsgierig stapte ik verder de kamer in en zag dat er een briefje hing aan de spiegel. Ik liep naar de spiegel en las het briefje.
Veel plezier, Rolline!
Er sneed een frons door mijn voorhoofd. Hoe wist diegene mijn naam? En dat ik hier was...
Ik onderzocht het briefje nauwkeurig op aanwijzingen. Er zat een paarse vlek naar de letter 'P'. Het deed me ergens aan denken, maar ik kon er geen naam bij zetten.
De deur viel met een klap dicht.
Ik sloeg een kreet van schrik en snelde naar de deur. Het zat op slot.
'Shit!' vloekte ik en stompte tegen de deur. Wat nu? Mijn staf zat nog steeds in mijn schooltas, die nog ergens op de gang stond. Misschien had ik het mee moeten nemen.
Ik liep gefrustreerd naar de spiegel aan de muur. Het zat vol stof en er zat een barst in. Het briefje lag op de grond.
Toen ik naar mijn spiegelbeeld keek, schrok ik.
Het was niet mijn spiegelbeeld dat ik gewend was.
Mijn normaal blonde, pluizige haar leek bijna zwart. Al wist ik niet of het kwam door het slijm en het weinige licht. Maar mijn amber-kleurige ogen leken groter. Ook mijn gezicht leek bleker. Werd ik een vampier, of zo?
Er weerklonken voetstappen aan de andere kant van de deur.
'Hallo?' riep ik schel.
Net toen ik naar de deur wilde lopen, ging die open.
Er stond een gedaante met een masker.
'Goedemiddag,' zei de persoon met een vervormde stem. 'Alles naar wens?'
'Ik zit onder het slijm, voel me vies en heb geen staf bij me. Ja, alles is prima,' zei ik sarcastisch.
'Geweldig,' zei de gedaante.
'Wie ben jij?' vroeg ik een veel betekende vraag.
'Daar zal je nooit achter komen,' antwoordde de gedaante.
Laat ik hem of haar Henk noemen, dacht ik bij mezelf.
'Tot ziens, Rolline,' zei Henk en zwaaide met diens staf.
Ik viel hard op grond en het werd wazig voor mijn ogen.
De deur ging dicht. Ik probeerde intussen op te staan, maar ik kwam niet overeind.
Nou, die was ook lekker aardig. Mij hier laten zitten. Wat had ik eigenlijk verkeerd gedaan? Was dit zo'n soort sprookje waarin ik uiteindelijk dood ging?
Liever niet.
Ik kroop tegen de muur aan en wreef in mijn ogen. Misschien had ik dit alles verbeeld en zat ik weer eens in de boekenkast van de Bibliotheek. Dat was vorig jaar gebeurd.
Josh had me gehypnotiseerd met een klokje en al snel was ik weg gevallen. Daarna werd ik wakker in de boekenkast. Natuurlijk had ik mijn broer terug gepakt, door Tyler te 'ontvoeren'. Die speelde gewoon met me mee, want die vond het geweldig wat ik deed.
Ik had tegen Josh gezegd dat Tyler spoorloos was. Hij had een dag lang gespijbeld om zijn beste vriend te zoeken. Daarna ging hij zelfs naar professor Anderling.
Later had Josh Tyler 'gered' van de Necroot. Eigenlijk was het Rose die was geschminkt door Jane.
Ik had me kapot gelachen toen.
Nu viel er niets te lachen. Tenzij Henk Josh was. Dan was het weer zo'n grapje dat hij met me uithaalt. Ondanks dat hij me op de grond duwde en het best pijn deed.
Josh zou me nooit pijn doen. Dat wist ik 100 procent zeker.
Of het was één van de Marauders. Die deden me wel pijn. Zowel lichamelijk als mentaal. Maar ik had ze net toch gezien? Ze hadden me besmeurd met oranje slijm en glitter.
Ik keek naar mijn handen. Ze waren nog steeds oranje en glinsterden van de glitter. De slijm was al opgedroogd en deed zeer aan mijn huid.
Met moeite stond ik op en keek in de spiegel. Nog steeds leek mijn haar donkerder en waren mijn ogen groter. Ook mijn huid was nog bleek en dan dus droog.
Ik zuchtte en ging weer tegen de muur zitten. Zolang ik hier was kon ik een keer hardop tegen mezelf praten. Niet dat dat zo normaal was. Maar soms was het goed om te luisteren naar wat je zelf hebt te zeggen. Want misschien klonk iets heel vreemd als je het hardop zei.
'Ik houd van Sirius,' zei ik zacht en twijfelend, bang dat Henk het hoorde. Ondanks dat ik hem heb weg horen lopen.
Nu ik het zo hardop zei, klonk ik gek. Hoe kon ik nou op iemand zijn die me haatte.
Heel even had ik genoeg van mezelf.
LY

JE LEEST
Marauders: Captured Soul
Fanfiction[voltooid] Luna Rolline wordt al erg lang gepest door de Marauders. Altijd kan ze er goed tegen, tot dat ene gemene grapje, dat te ver ging. Ze rent weg en denkt dat ze eindelijk een verstop plaats heeft. Maar tot haar genoegen zit ze vast. Daar in...