Hoofdstuk 6

690 46 15
                                    

Luna

Met mijn vinger maakte ik een denkbeeldig figuurtje op de grond. Het moest een hondje voorstellen, maar mijn tekentalent was niet geweldig. 

Ik veegde met mijn handpalm het "hondje" uit en ging op de koude grond liggen. Mijn maag rammelde en mijn mond was droog. Ook moest ik naar de wc. Hoe laat het was, wist ik niet. Waarschijnlijk ergens in de middag. Of het was nacht. Of ochtend. Geen idee.

Er klonken voetstappen aan de andere kant van de deur. Henk was terug. Zou hij eten hebben meegenomen? Ik hoopte het.

Ik stond om en dacht erover na om de spiegel aan stukken te breken en een scherf als wapen te gebruiken. Wie weet zou hij me wel weer pijn doen. Ondanks dat hij me de vorige keer alleen op de grond duwde. 

De deur ging open en dezelfde gemaskerde gedaante van een paar uur/dagen geleden stond in de deuropening. 

'Goedemorgen, Rolline,' zei Henk. Het was dus ochtend.

'Ook een goedemorgen,' zei ik geforceerd. 

'Denk maar niet dat je met die vriendelijkheid van je hieruit mag,' zei Henk en hij sloeg zijn armen over elkaar.

'Was ik niet van plan,' zei ik en schokschouderde. Al zou het wel fijn zijn geweest. 

'Laten we even ter zaken komen,' zei Henk. 'Over een paar dagen zal mijn meester je komen halen. Tot die tijd zit je hier. En denk maar niet aan ontsnappingsplannen, want dat gaat je toch niet lukken.'

'Hoe weet jij dat nou zo zeker,' snoof ik en leunde met mijn rug tegen de koude muur. 

'Niet zo brutaal!' riep Henk kwaad. Hij hield zijn hand voor zich uit en mompelde iets. Het begon warm te worden in deze kleine kamer. 

'W-wat doe je?' vroeg ik, bang voor wat er zou gebeuren. 

Er ontstonden vlammen op de vloer, alsof het een barbecue was. Ze likten aan mijn voeten en ik kreunde van de pijn.

'Stop!' schreeuwde ik en probeerde me aan de spiegel op te hijsen, zonder succes. De hete vlammen werden op een of andere manier wit en het verblindde me. 

Plots hield het op. De kamer was dan nog steeds erg heet, maar iets minder dan net.

'Genoeg gehad, Rolline?' vroeg Henk maniakaal. 

'J-ja, niet meer, alstublieft,' smeekte ik en deed moeite om niet te gaan huilen. 

'Onthoud goed; blijf hier braaf in de kamer, maak zo min mogelijk geluid en dan zal ik je over een paar dagen komen ophalen, helder?'

Ik knikte heftig en leunde tegen de spiegel aan. 

'Perfect,' zei Henk op een erg bekende manier. Het deed me denken aan Rose, die sprak het altijd uit als "perrrrfect". Dat deed Henk ook.

Ho effe, was Rose Henk? Dat kon gewoon niet. Rose had niet zo'n rare gave als vuur. Ze had niet eens een gave. Dat had ze in ieder geval nooit tegen mijn gezegd. En we deelden alles met elkaar. En Rose was nooit gemeen. Oké, wel tegen de Marauders, Zwadderaars, Josh en zijn vrienden, Vilder en bijna heel Huffelpuf.

Laat maar, ze was best gemeen. Maar niet tegen mij. Daarom zou ik niet kunnen inzien, waarom Rose Henk was. 

Ik wreef in mijn ogen, terwijl ik via de muur op de grond. Het was nog steeds ietsjes warm, maar al wel wat afgekoeld. 

Langzaam haalde ik adem. Mijn longen deden zeer en mijn hersenen leken uit mijn schedel te barstten. Gelukkig kon ik u even rusten en wachtten totdat Henk er weer is. Ik hoopte alleen dat hij niet zo dadelijk al terug kwam.

Iemand al een idee wie "Henk" is??
Sorry voor het korte hoofdstukje, maar ik heb binnenkort proefwerkweek en een nieuw verhaal in gedachten en JISHWA IS MORGE JARIGG!!!! Maar het kOMt GoeD! XX~Joshlerr

Marauders: Captured SoulWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu