Hoofdstuk 7

685 49 8
                                    

Sirius

Het is nu al bijna een week geleden dat wij Luna Rolline hebben geprankt. En sindsdien had ik haar niet meer gezien. Soms kwam ik Rose McArdi tegen, die zei dat ze in de bibliotheek was, of op de wc, of in de Leerlingenkamer was. In de lessen samen met Ravenklauw was ze ook niet. Dus er moest iets gebeurd zijn met haar. 

Jammer genoeg, kon ik me niet indenken wie haar nou pijn zou doen. En dan telde ik onze streken niet mee. 

'Gast, kijk uit waar je loopt,' zei Gaffel lachend en duwde me opzij. 

'Kijk zelf uit,' grijnsde ik en duwde hem terug. 

'Stop met duwen,' zei Maanling die half tegen de muur werd geduwd, toen ik Gaffel duwde. 'We zijn er.' Hij wees naar de gigantische Wilg die midden op het schoolterrein stond.

'De o zo geweldige Beukwilg,' zei ik verlangend. 'Laten we tikkertje met 'm spelen!' Ik sprong op neer.

'Fantastisch idee,' zei Gaffel grijnzend.

'Dat is toch gevaarlijk?' vroeg Wormstaart.

'Yep,' zei Maanling met een ploppende 'p'.

'Daarom is het zo leuk,' zei Gaffel en porde Wormstaart. 'Kom!' Hij rende op de Beukwilg af, die nog stil stond.

Zodra hij op vijf meter afstand was, bewoog de Beukwilg vervaarlijk met zijn takken naar Gaffel.

'Wacht op mij!' schreeuwde ik en rende ook naar de beukende boom. Ik ontweek één van de takken en riep; 'pak me dan, als je kan!'

In mijn ooghoek zag ik Maanling en Wormstaart staan, twijfelend of ze ook mee zouden doen. Ook zag ik een vage gedaante het kasteel ingaan.

Ik keek beter en werd naar achter geslingerd door de Beukwilg. Hard belandde ik naast Wormstaart, die omhoog sprong van schrik. 

'Alles oké?' vroeg Maanling en hij trok me overeind.

'Ja...' zei ik langzaam en keek in de richting van het kasteel, waar zonet een gedaante was verdwenen. 'Zeg, misschien is de Beukwilg toch wel gevaarlijk.' Gaffel werd bijna geraakt door een tak toen ik dat zei.

Hij liep naar ons toe. 

' Maak je een grapje?' zei Gaffel grijnzend. 'Jij kwam met het idee!' 

'Luister,' begon ik, 'net zag ik een vreemd iemand naar Zweinstein lopen. Misschien is het een Dooddoener.' 

'Die kunnen hier niet komen,' zei Maanling. 

'Maar dan nog,' bracht ik er tegen in en keek nog even kort naar het kasteel. 'We kunnen hem volgen en zien wie zo geheimzinnig doet.'

Gaffel -die nog even een stapje verder bij de Beukwilg vandaan deed- grijnsde. 

'Nog zo'n fantastisch idee,' zei hij en sloeg me op m'n schouder. Ik stompte hem terug en daarna maakten we aanstalten om achter de geheimzinnige gedaante aan te gaan. 

Zodra we de school inliepen, keek ik om me heen. Waar zou deze persoon naar toe zijn gegaan? 

'Hoe ziet hij er eigenlijk uit?' vroeg Maanling aan mij. 

'Hij had gewoon een zwarte mantel aan,' zei ik. 'Meer zag ik niet.' 

'Laten we gewoon gaan zoeken,' zei Gaffel en liep een willekeurige gang in. Wij volgden hem en keken ondertussen om ons heen. 

Na een tijdje liep ik voorop en hoorde ik Wormstaart zeggen dat hij honger had. 

'We vinden hem wel,' moedigde ik mijn vrienden aan. Want misschien heeft hij iets te maken met de verdwijning van Luna, voegde ik in mijn hoofd toe.

'Maat, geef het gewoon op, we vinden hem niet,' zei Gaffel vermoeid. 'We lopen al sinds drie uur vanmiddag... Het is nu half zeven!' 

Ik zuchtte en zodra ik me wilde omdraaien zag iets zwarts in mijn ooghoek. 

Zonder iets te zeggen tegen de anderen, rende ik erop af. De persoon die niet wist dat ik op hem af kwam, liep gewoon door. Ik tackelde hem en viel hard op de grond. 

'Geez!' schreeuwde diegene. Diens kap viel af en zijn gezicht werd zichtbaar. 

'Josh Rolline?!' riep ik verbaasd. 

De broer van Luna stond kwaad op van de vloer en veegde het stof van zijn kleding. 

'Waarom tackelde je me?' vroeg Rolline en deed een stap dichterbij. 

'I-ik dacht dat je...' Ik maakte mijn zin niet af. Waarom wist ik niet, maar op een of andere manier voelde ik me schuldig. 

'Wát dacht je?' vroeg Rolline weer. Zijn gezicht was dichtbij het mijne en mijn zwarte haar kwam in mijn gezicht te zitten. 

'Sorry,' zei ik gewoonweg. 'Maar waarom draag je een zwarte mantel en kwam je van buiten?'

Rolline zuchtte. 

'Sluipvoet, kom op, we gaan,' zei Gaffel die me probeerde mee te trekken. Ik bleef gewoon staan en wachtte op antwoord. 

'Ik heb Luna al een hele week niet gezien,' begon Rolline. 'Ook mijn vrienden hebben haar niet meer gezien sinds de lunchpauze waarin ik een ei naar Rose McArdi gooide. Ik maak me vreselijk zorgen en wie weet wat er met haar is gebeurd.'

Ik zweeg. 

'Wij hebben haar ook al niet meer gezien sinds die pauze,' zei ik uiteindelijk. Onze prank liet ik achter wegen. 'Je vindt haar wel.' Ik probeerde zo vriendelijk mogelijk.

Rolline knikte en liep weg. 

'Waarom deed je zo aardig tegen een Ravenklauw?' vroeg Wormstaart, toen ik me weer naar mijn vrienden omdraaide. 

'Moet ik nu naar Azkaban?' vroeg ik sarcastisch. 

'Maat, effe serieus,' zei Gaffel tegen mij. 

Ik zuchtte. 

'Waarom zo aardig opeens en betrokken?' vroeg hij. 

Ik haalde mijn schouders op.

'Laat het maar gewoon zitten,' zei ik. 'Zullen we gaan eten?'

Wormstaart begon te juichen en zo liepen we naar de Grote Zaal. 

Mijn gedachten waren er alleen niet bij. Ik dacht alleen maar aan wat Josh Rolline zei. Hij wist ook dat er iets mis was met het feit dat Luna niet meer was gezien sinds onze prank. Misschien kon ik binnenkort even een bezoekje brengen aan Rose McArdi. Haar verdenk er van. Zeker toen ik zag dat er een zwarte stof uit haar tas hing en dat ze zo geheimzinnig deed. 

Laat ik me maar eerst concentreren op het stuk biefstuk dat voor m'n neus lag.

I know -late update...

Marauders: Captured SoulWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu