Sirius
Nadat we McArdi hadden afgeleverd bij Perkamentus, liepen ik en de jongen naar de Leerlingenkamer. We waren bezweet, vies en doodop. Maar wel tevreden dat we McArdi hadden verslagen.
'Zouden we het ook hadden gered als haar broer en zijn vriend er niet waren geweest?' vroeg Maanling denkend en plofte op de bank voor de haard.
'Natuurlijk,' zei Gaffel.
'Nou, na die enorme knal van McArdi was het wel lastig, hoor,' zei Wormstaart.
'We zijn supersterk,' zei ik na een korte stilte. 'Maar we konden die hulp van zevendejaars best gebruiken.'
Gaffel zuchtte en legde zijn hoofd op de armleuning van de fauteuil, waarop hij zat.
'Wat hebben jullie gedaan?' klonk een stem vanaf achter. Ik keek op en zag Lily en Marleen staan.
'Gevochten,' zei ik met een zware stem.
'Toch niet met Sev?' vroeg Lily meteen. Ze keek boos naar Gaffel en deed een stap naar voor.
'Die overleeft nog geen stootje,' zei Gaffel. 'We hebben gevochten tegen Rose McArdi en een Dooddoener.'
'Waarom zou je tegen haar vechten?' vroeg Marleen. 'Zij is super aardig.'
'Leugens!' riep ik dramatisch. 'En ook een Dooddoener, hoor.'
'Ze heeft Luna Rolline opgesloten in een of andere kamer, waar ze is verblind en nu niks meer kan zien,' legde Maanling uit. 'En die Dooddoener stond aan haar kant.'
'Ik heb Luna al wel een week of twee niet meer gezien,' zei Lily meer tegen zichzelf dan tegen ons. Ze zuchtte diep. 'Kan je het bewijzen?'
'Natuurlijk,' zei Gaffel en hij stond met een ruk op.
De anderen stonden ook op, maar dan wat rustiger en volgde als laatste. Wat zouden we moeten bewijzen? We weten amper waar die kamer is, want we volgden McArdi alleen maar. Daarbij, het staat niet op de Marauders-map. Niet dat ik wist in ieder geval.
Ik volgde de anderen de gangen door en wist dat Gaffel ook niet wist waar we heen moesten. Het enige wat ik wist, was dat het op de vijfde was. En we waren op de derde.
Uiteindelijk begon Marleen te zeuren, dat het te lang duurde en dat we even pauze moesten houden.
'Vinden jullie het erg als even naar de ziekenzaal ga?' vroeg ik aan mijn vrienden.
'Nee, hoor,' zei Maanling. Gaffel gaf me een knipoog en een enorme grijns en Marleen keek me raar aan.
Ik liep met vlotte passen naar de ziekenzaal en opende de grote deuren. Het was er stil en alleen het geluid van mijn ademhaling was te horen.
Langzaam liep ik de zaal verder in en keek om me heen. Er was één bed bezet. Degene die er in lag, lag te slapen of lag doodstil. En om er achter te komen wie het was, liep ik ernaar toe.
Het was Luna.
Ik ging op de stoel naast het bed zitten en keek naar Luna.
'Meneer Zwarts,' zei iemand uit het niets en ik sprong geschrokken op. Ook Luna kwam met een ruk overeind. 'Wat doet u hier?' vroeg Madame Pleister
'Zwarts?' vroeg Luna en draaide haar hoofd verschillende kanten op.
'Euhm...' stamelde ik, niet wetend op wie ik moest antwoorden.
'Ja, sorry, ik ga al,' zei ik maar en maakte aanstalten om te gaan.
'Dat zei ik niet, Meneer Zwarts,' zei Madame Pleister. 'Maar had even gezegd dat je er was.'
'Ja, oké,' zei ik aarzelend en Madame Pleister liep weer naar haar kantoortje.
'Zwarts?' vroeg Luna weer. Ik deed een paar stappen naar haar toe.
'Ja, hier zo,' zei ik zacht en raakte haar arm even aan. Ze draaide haar hoofd naar me toe en ik ging weer zitten op de stoel.
'Wat doe je hier?' vroeg ze.
'Ik euh... ik wilde je even zien,' gaf ik toe. Luna's mondhoek trok een beetje omhoog.
'Zijn de andere hier ook?'
'Nee, ik ben alleen,' zei ik. 'En het is geen val dat ik hier ben.'
Luna beet op haar lip en leunde weer met haar hoofd op haar kussen. 'Gelukkig maar.'
We zwegen een tijdje. En het was een prettige stilte, niet zo'n oncomfortabele, waarin je niet weet wat je moet doen. Ik staarde naar Luna en zij had haar ogen gesloten.
Maar na een kwartier, vond ik het ongemakkelijk worden en wilde haar hand pakken, maar iets weerhield me ervan.
Wat zou ze van me denken? Ik ben een klootzak, iemand die haar leven heeft vergalt, sinds dat we hier op school zitten. Al sinds het eerste jaar hebben ik en mijn vrienden haar gepest. Waarom zou ze het nu dan opeens accepteren dat ik haar hand wil vastpakken.
Ik legde mijn hand op het bed. Dit was toch geen probleem? Misschien sliep ze zelfs al. Kon ik haar hand dan niet heel even aanraken? Ze zou het toch ni-
Luna legde haar hand tegen de mijne aan. Allemaal kleine tintelingen gingen door mijn hand naar mijn hart.
Hoezo deed ze dit? Deed ze dit expres, of sliep ze en deed ze het per ongeluk?
Ik pakte haar hand vast, zonder er bij na te denken. Er verscheen een heel klein glimlachje op Luna's gezicht, waardoor ik ook moest glimlachen.
Zo kon ik wel de hele dag zitten, maar jammer genoeg werd ik uit mijn gedachten gehaald door een deur die nogal luidruchtig openging.
Klein hoofdstukje, I know, Potterheads, maar ik ben iN FRANKrIJk en heb amper wifi, dusjaa. Loveyou,GuYs

JE LEEST
Marauders: Captured Soul
Hayran Kurgu[voltooid] Luna Rolline wordt al erg lang gepest door de Marauders. Altijd kan ze er goed tegen, tot dat ene gemene grapje, dat te ver ging. Ze rent weg en denkt dat ze eindelijk een verstop plaats heeft. Maar tot haar genoegen zit ze vast. Daar in...