||h5||

226 15 0
                                    

'Brand,' roepen de mensen. We worden door de rook naar buiten geleid. Er heerst veel paniek buiten. De directeur en docenten tellen hoofden.
'We missen er vijf,' riep iemand. Ik geef aan Beau mijn tasje.
'Wat ga je doen?'
'Ze halen. Ik heb geen keus.' Ik geef haar een knuffel en spreid voor ik naar binnen ga mijn vleugels. Binnen vlieg ik op en zoek ik door de rook. In een ruimte vlak bij de brand zie ik Dinand en zijn vrienden.
'Dinand! Laat je vrienden elkaars polsen pakken,' riep ik.
'Gedaan!'
'De laatsten pak mijn polsen en zet je schrap!' Toen ze me vast hadden, vloog ik omhoog en terug naar de uitgang. De rook deed pijn in mijn keel, maar ik moest door gaan. Het werd zwaarder, maar de uitgang was in zicht.
'Hou nog even vol jongens,' riep ik toen hun grip verslapte. Buiten zette ik ze neer en rolde zelf door, omdat ik meer viel. Ik zat op mijn knieën en met een hand ondersteunde ik mezelf terwijl ik in de andere hoestte. Een ambulance en brandweerauto waren net gearriveerd. Ik bleef maar hoesten door de rook. Iedereen kon nu mijn vleugels zien. Ze stonden immers recht op mijn rug en zijn nou niet bepaald klein.
'Opzij! Aan de kant! Laat me er langs,' riep de directeur. Hij kwam naar mij toe en hielp me omhoog.
'Ben je oké Flora,' vroeg hij aan me.
'Ja. Soort van.'
'Dadelijk komen mensen om je te helpen en kijken of je niets hebt opgelopen.'
'Bedankt.' Een ambulancebroeder onder zocht me en concludeerde dat ik gezond was. Dinand liep op me af samen met zijn vrienden. Hij had een deken om zich heen. Ik liet mijn vleugels hangen. Zo leek ik kleiner.
'Dank je wel voor het redden. Zonder jou waren we er veel slechter aan toe,' zei hij.
'Ik kon niet machteloos toekijken terwijl ik wist dat ik kan helpen. Ik deed wat juist was. Meer kon ik niet doen,' zei ik vriendelijk. Beau en Angelo vochten zich door de meute heen die om me heen was komen te staan en omhelsden me.
'Je bent oké! Ben je wel helemaal lekker! De brand in vliegen! Je bezorgde me een hartaanval,' zei Beau. Ik lachte.
'Beau stel je niet aan. Het is Flora. Al zullen we haar vanaf nu lang moeten missen,' zei Angelo. Ik was vergeten dat ik nu zou worden afgevoerd.
'Ach kan ik wel naar mijn nicht toe. En in de weekenden kunnen jullie komen. Ik zie het probleem niet,' zei ik lachend.
'Je hebt je opgeofferd om het juiste te doen. Zitten we in een film,' zei Dinand.
'Ja Dinand. Ik heb mezelf verraden om het juiste te doen. Had ik je daar dan moeten laten?'
'Nee.'
'Hou dan op met die domme opmerkingen. Voor een keer.' Ik liep weg van de menigte om samen met Beau en Angelo wat rust te zoeken. De meesten bleven weg. Ik zat in het gras en was stil.
'Niet te geloven dat dit echt gebeurd is,' zei Angelo.
'Geloof het maar, want ik ben zo weg.'
'Balen man. Maar misschien valt het mee. En wij komen elke week. Dat beloof ik je,' zei Beau.
'Ik verwacht ook niets anders. Misschien mag ik even mijn auto thuis parkeren.' We lachten. Een man een pak kwam op ons af. Ik stond op.
'Het is tijd om te gaan. Tot de volgende keer,' zei ik. We knuffelden en ik liep naar de man toe.
'Ik heb van iemand begrepen dat je nog een auto hebt hier,' zei hij.
'Ja dat klopt. Daardoor komen we hier.'
'Je mag hem onder onze begeleiding thuis zetten en wat persoonlijke spullen pakken. Kleren zijn niet nodig. Shampoo of iets in die trant ook niet. Misschien een foto van je familie en een tablet voor spelletjes.' Ik knikte en reed maar huis. Daar pakte ik mijn tablet, gitaar en foto van mij en mam op vakantie in Bali. Ik zuchtte en liep terug naar beneden. Ik moest achterin bij de man doe me benaderde gaan zitten.
'We moeten een aantal uur rijden. Probeer maar te slapen,' zei hij.
'Hoe komen jullie hier dan zo snel,' vroeg ik.
'Ik woon hier in de omgeving. Ik werd opgeroepen.' Ik knikte en sloot mijn ogen. Vaarwel oude leven. Hallo nieuw thuis.

don't let them seeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu