||h26||

151 15 0
                                    

Voor de poort stopte de auto. Nu pas viel het me op dat het kasteel omringd werd met een groot hek. De deuren gingen open en ik stapte uit. Larson stond te ijsberen. 'Gaat het wel,' vroeg hij toen hij mij zag.
'Ze zijn gebroken. Ik kan niets meer,' zei ik. Daarna liep ik naar mijn kamer en sloot de deur. Iemand klopte op de deur.
'Ga weg, wie je ook bent!'
'Hope...
'Stop met me zo te noemen! Zonder jou was al deze ellende nooit begonnen! Ik heb geen vader en dat zal ook altijd zo blijven!'
'Flora, wil je me uitleggen waarom je je vleugels brak?'
'Waarom zou ik?'
'Omdat ik het wil weten.'
'Ik deed het zodat jij me niet meer zou kunnen gebruiken. Wil je me nu met rust laten!'
'Waarom denk je dat ik dat zou doen?'
'Omdat je het eerder wou doen. Een halve week geleden! Ik zeg je dit, zodra ik een manier heb gevonden om zonder mijn krachten en zonder mijn vleugels hier weg te komen, ben ik er vandoor.'
'Wil je even open doen?'
'Nee! Ik wil alleen gelaten worden!'
'Dat snap ik maar er is iets wat je moet weten.' Ik deed open.
'Wat?'
'Je vrienden en familie zijn hier...'
'Ik geef alles op wat ik had zodat ze veilig zijn en dan haal je ze hier heen?' Ik rende huilend naar de tuin en ging achter een rozenstruik zitten. Alles wat ik lief had gaf ik op. Alles. En nu zitten ze hier vast. Waarom geloofde ik ook dat ze veilig zouden zijn. Larson is niet te vertrouwen.
'Flora... Ze zijn hier zelf gekomen. Ze willen overmorgen je verjaardag met je vieren. Daarna gaan ze weer,' riep Larson door de tuinen. Ik stond op en keek hem aan.
'Welke dag is het?'
'Woensdag 2 juli. Op 4 juli ben je jarig. Ze zijn hier echt uit zichzelf.'
'Waar zijn ze?'
'In de kamers op de tweede verdieping.' Ik rende er naar toe. De deur van Oliver stond open. Ik knuffelde hem. Doordat hij me niet verwachtte, vielen we om. Snel stond hij op en hielp mij overeind. 'Flora! Ben je oké? Waarom kon ik Tot een uur geleden niet meer jou op gevoel vinden,' vroeg hij.
'Vertel ik zometeen. Waarom zijn jullie hier? Larson is niet te vertrouwen!'
'We kunnen je je verjaardag toch niet gaan laten haten,' zei Beau. Zij, mam, Maya, Angelo, Dinand en Chase stonden op de gang.
'We hoorden gestommel en kwamen kijken. Klein vraagje, waarom moest Oliver flippen zo'n uur geleden,' zei mam. Mijn vrolijkheid verdween als sneeuw voor de zon.
'Flora? Alles oké,' zei Maya.
'Soort van.' Ik klapte mijn vleugels uit. Het waren twee zwarte stompjes met een gekartelde rand. Iedereen hapte naar adem.
'Dwong Larson je dat te doen,' vroeg mam.
'Ik dwong mezelf hiertoe.'
'Is het hier zo erg?'
'Zullen we het over iets vrolijks hebben. Overmorgen ben ik 18.'
'Hope...'
'Begin jij nu ook al. Stop met die naam. Laat mij maar even.' Ik liep van iedereen weg en terug naar mijn kamer. Denkt mam nou echt dat het hier leuk is en dat alles meevalt omdat ik een telefoon heb en dus met hen kan communiceren? Of dat het meteen alle pijn verlicht, nu zij er zijn? Dat doet het niet. Het maakt misschien zelfs wel alles nog slechter. Nog... nog zwarter. Ik ging met een zucht op de bank zitten. Na een paar minuten voelde ik twee stevige om me heen. Meteen wist ik dat het Oliver was. Ik begon in zijn T-shirt te huilen.
'Leg eens uit waarom je zo doet. En neem de tijd. Het is niet erg,' zei hij zacht. Ik droogde mijn tranen.
'Het is gewoon zo zwaar hier. Hij wil me gaan koppelen aan een jongen die me in toom kan houden en die mij een wil kan opleggen. Ik deed het... ik brak mijn vleugels zodat Larson zijn zin niet krijgt. En misschien was het ook een handeling uit angst, maar... Oliver, wat moet ik doen? Ik heb geen krachten meer en geen vleugels om weg te komen. En als ik het wel doe... Dat weet je. Dit was de juiste beslissing, maar ik ben nu wel een deel van mezelf kwijt.'
'Is er iets waar ik je bij kan helpen?'
'Dat je bij me bent is al genoeg.' Ik ging dicht tegen hem aan zitten en staarde stil voor me uit.
'Ik heb al tegen je moeder gezegd dat hij je ook Hope noemde. Ze heeft spijt. Wij kunnen de situatie hier niet inschatten. Ik een beetje door mijn connectie met jou en door je appjes, maar ook ik kan dat niet goed. Je zit gewoon in een situatie die voor niemand van ons makkelijk is. En voor jou nog wel het moeilijkst. Maar iedereen steunt je bij alle keuzes die je maakt, ookal lijken ze in onze ogen nog zo dom. Wij weten niet wat Larson wil doen met je en wat hij al heeft gedaan. Jij wel. Het is dan ook niet raar wat je doet. Je bent bang en alleen. Het is goed. Zolang je maar je standpunt kan blijven behouden. Als hij je daar van af kan halen, is niemand meer veilig. Gisteren is de op een na laatste Gevleugelde vrijgelaten. Nu moet jij dat doen. En dat kan ook door je gedachten vrij te laten. Snap je me?'
'Half, lachte ik. Samen liepen we naar de rest, die nog bezig waren met het uitpakken van de koffers. Na een innige omhelzing vertelde ik moeizaam mijn verhaal van de afgelopen dagen hier. Hoe gekleineerd ik me voelde en dat dat gevoel ook niet weg ging. Dat ik in plaats van hoop, mist zag. Een mistige gedachte had en mezelf niet meer in de hand had. Dat ik in een zwart gat zit. En niemand onderbrak me. Mam, Maya en Beau moesten huilen om mijn verhaal en de jongens waren nog nooit zo triest. Aan het einde barste ik in huilen uit. Iemand struikelde op de gang. Ik keek op en zag dat Larson languit op de gang lag.
'Niet te geloven. Dat je me gewoon afluistert.' Mijn stem en blik waren kil en ik liep langs hem af in plaats van hem te helpen. Ik trapte hem stiekem in zijn knieholte zodat hij nog even zou blijven liggen. In de tuin klom ik tegen de muur op om op het dak van de veranda te gaan zitten. Zo zag niemand mij, maar ik iedereen en de hele tuin. Meerdere mannen kwamen naar buiten en zochten overal, maar vonden me niet. Toen het ook Larson niet lukte, grinnikte ik. Hij hoorde het en zuchtte.
'Flora, wil je naar beneden komen? Ik wil iets met je bespreken in mijn kantoor.'
'Wat?'
'Dat wat je zei tegen je familie en vrienden. Als je zo... in dit leven staat dan moet ik je helpen.'
'Je hebt me nooit echt geholpen. Je geeft alleen om jezelf en als iets niet volgens jouw zin gaat, gaat dat ten kosten van een ander.'
'Dat is niet waar!'
'Oh nee?! Waarom ben ik hier dan? Omdat ik het hier zo leuk vind?!'
'Nee natuurlijk vind je het hier niet leuk! Ik sluit je op! Denk je dat ik dat niet snap?! Maar ik ga je niet laten gaan! Ik heb je 17 jaar lang moeten missen! Die tijd wil ik inhalen!'
'En daarom ga je me ook koppelen aan een of andere gast die me in bedwang houdt! Je geeft niets om me! Ik heb het al een keer eerder gezegd. Je hart is verstikt door woede! Je kan dat niet meer genezen en kan ook nooit meer liefhebben! Dat is je eigen schuld!' Ik sprong van het dak af en ging naar mijn kamer. Larson kwam me achterna. Ik begon met rennen door het kasteel en schudde hem af. In de bibliotheek stopte ik. Ik moet hier zo snel mogelijk weg. Bij verschillende kasten verzamelde ik boeken over wiskunde en natuurkunde, maar ook over parachutespringen en handwerken, voornamelijk naaien. Met acht boeken sloop ik naar mijn kamer. Op de weg er naar toe kwam ik niemand tegen. Het was er stil. Larson zat me op mijn bed op te wachten. Ik schrok en liet de boeken vallen. Ik pakte als eerste het boek over parachutespringen en daarna pas de rest. 'Wiskunde? Naaien? Wat moet je hier mee,' vroeg Larson die me kwam helpen.
'Het wiskundeboek komt overeen met degene die we gebruikten op school en er staat meer in. En ik zoek een hobby. Oliver raadde me aan om in de bibliotheek te zoeken. Waarom ben jij hier?'
'Wij hadden ons gesprek nog niet afgerond en dat wilde ik bijleggen.'
'Dit valt niet bij te leggen.' Ik ruimde de boeken op in een kastje en ging uit het raam staren.
'Waar denk je aan?'
'Een leuke herinnering. Bij mij is het zo dat, als ik verdrietig ben en dan denk aan iets leuks, het me hoop geeft. Nu geeft het me geen hoop, maar kracht.'
'Kracht?'
'De kracht om hier mezelf te blijven. Om bij mijn standpunt te blijven. Zodat jij je zin niet krijgt. En het mooie is... Jij kan mijn herinneringen niet afnemen. Nooit. En door hen blijf ik mezelf. Mijn herinneringen maken mij. Dat zal niet veranderen.'
'Daar kan ik inderdaad niet bij. Maar ik haal je wel over. En anders de jongen die ik voor je uitkies.'
'Weet je, ik ga hier niet weg. Het risico dat jij achter mijn familie aan gaat is me te groot. Je laat ze in de gaten houden en mij laat je achtervolgen. Het geeft me het gevoel dat ik beklemd zit. Dus als ik hier over 17 jaar uit kom, als je dat ooit doet, ben ik 34 en onherkenbaar. Je neemt me meer af dan je ooit zou kunnen bedenken. Zou je nu zo vriendelijk willen zijn om te gaan?'
'Maar natuurlijk. Na je verjaardag wil ik graag wat met je bespreken.' Hij deed de deur dicht en ik hoorde hem het slot om draaien. 'Hé!' Ik trok aan de deur.
'Wat doe je?! Ik ga echt niet weg!'
'Weet ik. Maar een van mijn mannen hoorde je vrienden praten. Op een van de avonden dat ze hier zijn, willen ze jou bevrijden. En aangezien ik niet weet wanneer, sluit ik je gewoon iedere avond op. Het is niet zo dat ik jou niet vertrouw. Ik vertrouw gewoon je vrienden niet.' Ik sloeg verslagen tegen de deur.
'Morgenochtend vroeg doe ik de deur weer open. Je hoeft je hoofd niet te laten hangen.' Ik liep naar bed en besloot te gaan slapen.
Die nacht hoorde ik gestommel en gevloek voor mijn deur. Ik stapte uit bed en liep naar de deur.
'Oliver, ik weet dat je er bent. Geef het maar op. Larson weet dat jullie me hier weg willen halen. Tot dat jullie hier weg zijn, sluit hij me op. Pas als we gaan ontbijten, gaat de deur open. Het is kansloos,' zei ik door de deur.
'Maar... gaat het?'
'Het gaat. Probeer het niet opnieuw. Ik kom hier niet meer weg en dat is voor iedereen beter. Het spijt me.' Ik legde mijn hoofd tegen de deur. Ik kon iedereen horen zuchten.
'Flora, we willen het beste voor je. En dat is niet hier. Wil je nu niet weg hier?'
'Jawel, maar... ga meteen naar mijn verjaardag. Blijf niet langer. Ik wil niet dat jullie iets overkomt. Alsjeblieft.'
'We willen je helpen. En ik... ik wil je niet meer verliezen. Niemand hier. Dit is de laatste keer dat we je zien en we weten niet of het nog ooit eens kan. En we weten wat hij wil doen. Ik hoorde hem praten. Je zal het niet aan kunnen. Het... ik kan het niet eens zeggen. Schat, je moet hier weg,' zei mam. Ik begon hoorbaar te snikken.
'Ik wil hier ook weg. Meer dan wat dan ook. Maar ik kan jullie niet in gevaar brengen. Larson... Hij is tot alles in staat. Het spijt me.' Ik liep terug naar bed en probeerde weer te slapen. Ik voelde me rot dat ik zo afstandelijk moest doen. Maar als zij daardoor veilig zijn, dan moet het.

don't let them seeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu