Hoofdstuk 4

159 4 0
                                    

De dag van de wedstrijd
Wie had dat gedacht? Pap gaat polsstokspringen. Oeioeioei, dat loopt niet goed af. Dat weet ik zeker.
Pap zijn naam wordt afgeroepen. 'Ik ben aan de beurt. Wens me succes!' zegt pap nog voor hij wegrent op weg naar het polsstokspringen. En dan wordt er op mijn rug getikt. Ik draai me om en kijk in de mooiste blauwe ogen die ik ooit al gezien heb. Hij wrijft een paar lokken van zijn donker bruine haar, dat voor zijn ogen hing, weg. 'Hey, zou ik je een vraag mogen stellen?' vraagt een hese maar charmante stem. 'Tu tuurlijk', stamel ik. Mijn hart gaat tekeer en ik krijg enorme buikpijn. Op een rare manier is het toch aangenaam. Uiteindelijk heb ik door dat ik de hele tijd in zijn ogen zit te staren dat het eng wordt, dus wend ik mijn ogen van hem af. En dan hoor ik zijn lippen bewegen... Wat wilt hij vragen? 'Eumh, zou ik mogen passeren?' vraagt hij. Hoorde ik dat nu echt goed?! Vroeg hij nu of ik aan de kant kon gaan?! Die durft! 'Ja, ga maar', zeg ik nogal kortaf. Hij lacht een beetje verlegen, alsof ik iets grappig zei. Wanneer hij weg stapt, kijk ik hem nog even na. Waarom voelt dit zo raar. Ik begrijp het niet. Ik wil boos zijn, maar kan dat niet. Ik voel me gelukkig, maar een boze blik onderdrukt mijn glimlach. Ik ben zo in de war. Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Hoe kan een jongen je zo gek maken?

Pap komt enthousiast afgerend en zegt: 'Silka, heb je dat gezien? Heb je dat gezien? Mijn sprong was geweldig. Silka?' 'Eumhh, sorry pap. Ik heb je sprong niet gezien', zeg ik wat afwezig. 'Wat is er?' Vraagt pap bezorgd. 'Er is niets', antwoord ik en stap weg. Het leek heel even of pap nog iets wou zeggen maar besefte dat het de moeite niet was en spurtte naar mam en Simon. Ik hoor mam en Simon nog van ver enthousiast juichen. 'Echt serieus Silka, laat je je zomaar instorten door een jongen die je niet eens kent. Verman je toch eens!' roep ik mezelf tot de orde. Juist wanneer ik de piste wil oversteken gaat er een startschot af. Ik schrok me kapot. En dan zie ik al die spurters op me afrennen. Plots trekt er iemand aan mijn arm en sleurt me van de piste af. 'Ben je gek!' zegt de hese, charmante stem met een lachje. Hij?!

HIJWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu