Hoofdstuk 21

65 2 0
                                    

'Hé, het spijt me echt. Ik had niet zo mogen lachen, maar geef toe dat het toch wel een beetje grappig was. Ik bedoel je gaf hem een mep!' Lotte heeft mijn voicemail vol gesproken met excuses, alleen eindigen die allemaal met hetzelfde liedje. Dat het natuurlijk super grappig is allemaal. Oké, ik weet ook wel dat ik ook zou lachen mocht zij dat voorhebben. Maar nu durf ik mijn hoofd niet meer te vertonen. Nergens. Ik weet echt niet wat ik voor hem voel. Het is zo verwarrend allemaal. Boos druk ik mijn gezicht in mijn kussen. Na die ruzie me Lotte ben ik met de bus terug naar huis gekeerd en wanneer ik thuis was, ben ik direct naar mijn kamer gestapt en met een brute zwaai trok ik de deur dicht. Mam was direct naar boven gegaan om te vragen of het met me ging, maar antwoorden deed ik niet. Op sommige momenten wil je gewoon met rust gelaten worden. 'Silka, mag ik binnenkomen?' Simon zijn stem galmt langs de andere kant van de deur. 'Nee! Ik ben een wrak!' schreeuw ik terug. 'Dat ben ik wel gewent', gniffelt Simon. Er verschijnt een kleine grijns op mijn gezicht. Simon heeft wel gelijk. De laatste tijd ben ik zo emotioneel. En dat is allemaal de schuld van... 'Hij', zucht ik. 'Dus, mag ik binnenkomen?' drinkt Simon aan. 'Oké, doe de deur maar open, hij is niet op slot', zucht ik. De klink gaat naar beneden en Simon stapt mijn kamer in. 'Hoe is het met mijn zusje?' glimlacht hij. 'Wat denk je? Ik voel me geweldig', zeg ik sarcastisch. 'Wat is er toch allemaal gebeurt?' Simon kijkt me bezorgd aan. Ik heb hem nog nooit zo zien kijken. Normaal zou ik naar zijn verdriet luisteren en hem raadt geven. Dat doet een grote zus voor haar kleine broer. En nu is het omgekeerd. Ik voel me daardoor zo machteloos. 'Ik wil er niet over praten', zeg ik kortaf. 'Als dat is wat je wilt, mij goed. Ik zou je toch niet kunnen helpen, want ik heb niet echt verstand van al die meisjesproblemen', zegt Simon met opgetrokken neus. Er ontsnapt een grinnikje uit mijn mond. 'En hoe is het met je blondine?' vraag ik, nu ik er de kans voor heb. 'Janne, bedoel je zeker. Het gaat goed. Soms heeft ze wel haar keuren, maar dat heeft elk meisje wel zeker', zegt Simon schouderophalend. 'Zeg eens iets liefs tegen haar. Meisjes horen graag complimentjes. Dan voelen ze zich beter', raad ik hem aan. 'Zal ik doen, allerliefste zus', glimlacht hij. 'Goed geprobeerd, maar bij mij werken die complimentjes niet', met mijn ogen staar ik naar de deur, die nog op een kier staat. 'Ik zal maar gaan zeker', Simon stapt al richting de deur, terwijl hij dat zei. Hij stopt even voor de deur en draait zich om. 'En je bent trouwens veel mooier als je lacht', met een knipoog verlaat hij mijn kamer. Simon heeft gelijk. Ik ga mijn leven niet laten leiden door verdriet.

HIJWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu