Hoofdstuk 7

127 3 0
                                    

          De dag van de wedstrijd
'Ja, sorry hoor! Ik had niet gezien dat ze juist een wedstrijd liepen op die piste!' zei ik redelijk brut terwijl ik mijn arm uit zijn hand loswring. Ik draai me om en stap boos weg. 'Hé, ik maakte maar een grapje hoor.' hij liep achter me aan. 'Laat me met rust!'schreeuwde ik zo'n beetje. Het geroezemoes van het juichende volk werd stiller en bijna iedereen keek ons aan. 'Stop is met schreeuwen, de mensen staren ons aan. Straks gaan ze denken dat ik je iets wil aandoen', zei hij wat geïrriteerd. 'Misschien is dat wel zo. Want waarom volg je me de hele tijd! Echt, laat me met ru...' ik kon mijn zin niet afmaken want hij hield zijn hand voor mijn mond. Hij keek even rond zich, waarschijnlijk om te zien of er nog iemand naar ons aan het kijken was. 'Oké, kalmeer nu wat. Waarom ben je zo boos op me?'
Hij haalt zijn hand van voor mijn mond en kijkt me vragen aan. 'Wel eumhh...' ik probeer een goede reden te vinden waarom ik ook alweer boos op hem was. Als je naar zijn smekende blauwe ogen kijkt, zou je hem alles vergeven. Maar neen hoor, daar trap ik niet in. 'Ik ken jou niet eens. En dan vraag je me aan de kant te gaan om dan vervolgens me zogezegd te redden', ik kijk hem nog altijd boos aan. Hij wilt iets zeggen maar bedenkt zich vlug. Hij staart even naar het gras en kijkt dan terug naar mij. 'Het zit zo...' Hij wordt onderbroken door de luidspreker die een naam brabbelt. Ik kon de naam niet goed verstaan, maar volgens mij begon het met een A. Was het Alex of Arnout of... 'Ik moet gaan. Kom anders mee kijken. Dan kunnen we verder praten als ik klaar ben', nog voor ik een antwoord kon geven, werd ik weer meegetrokken naar weet ik veel waar. Aan de ene kant vind ik dit gedoe met hem super vervelend, maar langs de andere kant ook wel spannend.
We komen aan bij het verspringen. Pas nu zie ik dat hij een rugnummer op zijn tenue heeft staan en dus één van de deelnemers is. 'Wacht hier', en hij duwt me tussen het publiek. Ik dring wat naar voor om alles wat beter te kunnen zien. Hij zet zich klaar, start, neemt grote passen en stoot zich af. Nu pas zie ik zijn gespierde benen. Hij landt ver in het zand. Een verre sprong, maar of dat ver genoeg zal zijn voor een podiumplaats weet ik niet. Nadat hij nog twee keer had gesprongen, kwam hij naar de plaats waar hij me had afgezet. Zijn gezichtsuitdrukking is een beetje bedroefd tot hij mij ziet en begint te grijnzen. Hij stapt op me af en neemt mijn hand.

HIJWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu