De dag van de wedstrijd
'Het is al laat. Ik denk dat ik maar eens ga, anders wordt mijn moeder ongerust', ik pak mijn tas en doe mijn jas aan. 'Zal ik je anders brengen?' hij kijkt me smeekend aan. Dat is misschien geen slecht idee. Dan hoef ik mam niet te bellen om me te komen halen en ben ik zeker dat ik thuis geraak, want zoals mam al zei, rijden die bussen zo laat niet meer. 'Oké', glimlach ik. Hij rekent af en doet dan ook zijn jas aan. 'Kom', samen stappen we richting zijn auto. Het regent buiten, maar ik negeer de kou van de druppels die langs mijn wangen dwarrelen. 'Hier', hij houdt zijn jas boven mijn hoofd, net als een afdakje. 'Bedankt', glimlach ik naar hem en hij lacht terug. Zijn neus is rood van de kou en op de één of andere manier maakt hem dat nog knapper. 'Dus, hoe oud ben jij?' vraag ik uit het niets. 'Ik ben net achttien geworden. Ik ben dus oud genoeg om met de auto te rijden, als je dat wou weten. En jij?' hij bekijkt me van top tot teen. 'Ik moet nog achttien worden. En ik ben het nog aan het leren... om met de auto te rijden', glimlach ik. 'Goed om te weten', lacht hij. Ik begrijp niet zo goed wat hij daarmee bedoelt, maar ik lach gewoon mee. Bij de auto aangekomen, doet hij galant de zwarte deur voor me open. 'Dank u. En het is een mooie auto, trouwens', glimlach ik. De zwarte Volkswagen doet me denken aan onze vorige wagen, die ik tijdens het oefenen per total heb gereden. Niet zo'n leuke herinnering dus, maar daar laat ik niets van merken. Hij doet de deur dicht en gaat dan achter het stuur zitten. 'Bedankt! Hij is van mijn vader, maar binnenkort krijg ik mijn eigen wagen', hij staart me even verlegen aan en doet dan zijn gordel om. 'Waar woon je?' Hij kijkt me nu niet meer aan, zijn blik blijft op de weg. 'Het is hier niet zo ver vandaan. Ik zal het je wel wijzen', ik kijk naar hem, maar ik kan zijn ogen niet vinden. Betreurd staar ik voor me uit. 'Ik ben Arne, trouwens', even grijnst hij naar me en kijkt dan weer weg. 'Silka', glimlach ik. Zo dom dat we onze namen nu pas zeggen. Ik had er helemaal niet op gelet. 'Hier naar links', beveel ik. Arne doet wat ik zeg en slaagt af. 'Bij het volgende kruispunt moet je naar rechts en dan rechtdoor.' Het is al laat en ik zou graag in mijn bed gaan slapen, maar ik zou ook zo graag hier blijven zitten. Het is zo fijn bij hem. Ook al is het op dit moment een beetje ongemakkelijk. 'Hier is het', ik wijs Arne een bruin huisje met zwarte daken aan. 'Woon jij hier? Het is echt een mooi en knus huis', hij kijkt vol bewondering naar het kleine huisje. 'Bedankt', mijn wangen worden lichtjes rood. Ik weet wel dat hij het huis een compliment gaf en niet mij, maar het voelt wel zo. 'Ik zal dan maar uitstappen', zeg ik verlegen. 'Wacht', hij pakt mijn hand vast en trekt me terug in de auto. Hij zegt niets en staart me alleen verlegen aan. 'Wat?' met een lach kijk ik Arne niet begrijpend aan. Hij grijnst even en dan leunt hij een beetje naar voren, waardoor zijn neus de mijne raakt. Geschrokken verstijf ik helemaal. Nog nooit is er een jongen zo dicht bij me geweest. Algauw voel ik zijn zachte lippen op de mijne. Ik draai mijn hoofd van hem weg. 'Sorry', ik stap de auto zo snel ik kon uit. Voor ik het huis binnen ga, kijk ik nog achterom. Ik zie zijn treurige gezicht dat op zijn stuur leunt. Waarom deed ik dat? Ik vind hem leuk en hij doet me lachen. Het liefst van al zou ik naar hem terugkeren en het hem uitleggen dat ik daar nog niet klaar voor ben. In plaats daarvan stap ik naar binnen en laat hem daar achter. Met tranen in mijn ogen laat ik me tegen de deur naar beneden glijden.
JE LEEST
HIJ
Teen FictionSilka is een "gewoon" meisje. Zit op een "gewone" school, heeft "gewone" vrienden en geen liefdesleven. Op een wedstrijd van haar vader verandert alles...