Hoofdstuk 15

86 3 0
                                    

'Ben je iemand aan het bespioneren?' hij hurkt zich naast me neer en ziet waar ik naar zat te kijken. 'Dus je broer heeft een vriendin?' 'Ja, ik denk het', ik staar in zijn helder blauwe ogen. We zitten naast elkaar te kijken naar hoeveel lol Simon en Janne hebben. Ze lachen en eten de chocolade koekjes die ik deze week gemaakt had. Daarmee dat ik ze daarstraks niet kon vinden. Plots legt hij zijn arm om mijn schouder. Ik schrik even en weet niet wat te doen. Moet ik nu mijn hoofd op zijn schouder leggen of is dit gewoon vriendschappelijk? Hij lijkt er niets van te merken dat ik vanbinnen panikeer. Hij kijkt strak voor zich alsof hij heel hard aan het nadenken is over iets. Over ons? Ik kijk naar hem en probeer zijn blik te volgen. We kijken naar de hoe de zon stilaan onder gaat. In mijn ooghoek zie ik dat Simon en Janne afscheid nemen. Ik app Simon dat ik wat later thuis ben. Ik richt mijn ogen nu terug op hem. 'Wat is er?' vraag ik uiteindelijk. Hij kijkt me aan met een onderzoekende blik. 'Er is niks', zucht hij. Hij staart terug naar de horizon. Wat is er toch met hem? Ik zou zo graag willen weten wat er in zijn hoofd rondspookt. Dan zou ik op heel veel vragen eindelijk een antwoord krijgen. 'Ik zie aan je blik dat er iets is. Je weet dat je me alles kunt zeggen', probeer ik opnieuw in de hoop dat hij iets duidelijker antwoordt. Ik kijk hem afwachtend aan. Nu haalt hij zijn arm van mijn schouder en staart naar het gras. 'Ik wil geen misverstanden meer, Silka', zegt hij na lang aarzelen. 'Misverstanden?' vraag ik nieuwsgierig. 'Je weet wel waar ik het over heb. Daarom was je toch zo boos op me', zijn ogen worden een beetje vochtig. Ik weet even niet wat te zeggen. Ik voel me heel schuldig. Ik wilde hem geen pijn doen, ik weet zelf ook al niet goed meer waarom ik boos op hem was. Maar wat ik wel weet is dat ik nu niet meer boos ben. Dat zou ik hem zo graag zeggen, maar ik krijg het niet over mijn lippen. 'Ik begrijp het al', hij staat recht en wilt wegstappen, maar ik hou hem tegen. 'Eumhh...' Ik staar in zijn ogen, maar weer blokkeer ik. 'Silka, laten we eerlijk zijn... We zullen gewoon vrienden blijven, dat is het beste', hij wilt zich losmaken uit mijn greep, maar ik laat dat niet toe. 'Nee!' roep ik. 'Silka, het is beter zo', hij trekt zich los en stapt met gebogen hoofd weg. Ik zak tegen de boom achter mij neer. De tranen rollen van mijn wangen. 'Nu heb ik het echt verpest!' denk ik bij mezelf. Ik staar voor me uit naar de zon die bijna helemaal onder is. Wanneer het helemaal donker is, sluit ik mijn ogen.

HIJWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu