Hoofdstuk 28

600 26 4
                                    

Marion's Pov

Toen ik mijn vrouwelijke collega zo hulpeloos in dat bed zag liggen begreep ik meteen Wolfs zijn zorgen. Begreep ik meteen wat hij bedoelde. Die blik die Eva in haar ogen had paste totaal niet bij haar. Er was totaal geen emotie in haar, anders zo stralende, ogen te zien. Haar ogen stonden leeg. Ik slikte de brok in mijn keel weg en sprak mezelf streng toe Nu niet, Marion Dreesen! Eva heeft je nodig! Langzaam liep ik dichterbij en ging op het stoeltje naast haar bed zitten. "Heey, Eef." Begroette ik haar zo neutraal mogelijk. Ik zag haar niet begrijpend kijken. "Eef? Wie is Eef? Wie ben jij? Wat moet iedereen toch van me? Er was hier net ook al een man die me betuttelde! Ga weg! Laat me toch allemaal met rust!"Meteen viel bij mij het kwartje. Eva's geheugen liet haar in de steek. "Jij bent, Eef. Je heet Eva, maar iedereen noemt je Eef. Ik ben, Marion, je collega." Ik zag in haar ogen dat het haar niets zei. "Collega? Ik heb geen collega!" Ik knikte. "Jawel, lieverd. Je werkt bij de politie. Je bent de beste rechercheur van ons corps. Samen met die man die hier net was. Wolfs. Je verloofde. De vader van Roos." Ik zag Eva alle informatie opnemen en ze voelde zich daardoor duidelijk steeds ongemakkelijker. Was het wel goed wat ik deed? Maakte ik haar niet alleen nog maar meer van slag? "Wolfs? Wie is Wolfs? En Roos? Wie is dat? Ik ken geen Wolfs en ook geen Roos. En ik werk al helemaal niet bij de politie! Ik haat de politie! Die doet toch niets tegen.." Ik schrok. Zou ze denken dat haar vader nog leefde? Had ze daarom ook zo onredelijk gedaan tegen, Wolfs? Hij was een man, net als haar vader. Zou haar geheugen haar echt zo ontzettend ver terug in de tijd hebben gestopt? Ik besloot een poging te wagen. "Eva, je bent veilig, meisje. Je vader kan je hier niets doen." Ik zag haar schrikken. Vreselijk schrikken. "Wat weet jij van mijn vader? Hij is overal! Nergens ben ik veilig! Hij laat me nergens met rust!" Ik had medelijden met Eva. Ze was vreselijk in de war. Ik wou haar hand pakken maar dat liet ze niet toe. "Eva, lieverd, je vader is dood. Hij kan je niets meer maken." Ik zag haar nu in paniek raken. "Je liegt! Hij is niet dood! Hij was hier gisteren nog! Hij heeft me gisteren nog..! Ga weg en laat me met rust!" Ze begon te hyperventileren. Ik wou net de verpleging roepen toen ze de kamer al in kwamen. De hartmonitor van Eva was gaan piepen. Ze maakte zich te druk. "Kunt u even op de gang wachten, mevrouw?" Vroeg 1 van de artsen. "Ik kom zo bij u." Ik knikte en liep de gang op. Bezorgd liet ik me naast Wolfs op een stoeltje zakken. Ik voelde zijn, eveneens bezorgde ogen, meteen op me gericht. Langzaam draaide ik mijn hoofd zijn kant op. "Het is vreselijk, Wolfs. Vreselijk. Ik denk dat Eva geheugenverlies heeft." Ik zag hem schrikken. "Ze kende mij niet. Ze kent jouw naam niet. Ze kent Roos niet. En weet je wat het ergste is?" Ik zag hem zijn hoofd schudden. "Ik zei haar dat ik haar collega was bij de politie en toen zei ze dat ze een hekel heeft aan de politie omdat ze toch niets doen. Ze denkt dat haar vader nog leeft, Wolfs. Ik heb haar geprobeerd te zeggen dat hij dood is. Ze begon te hyperventileren en toen hebben de artsen me naar de gang gestuurd." Ik zag Wolfs vechten tegen zijn tranen. Ik had zo met hem te doen. Die arme man had het zo vreselijk moeilijk. Een paar uur geleden dacht hij dat zijn ware liefde zou sterven. Nu was ze bijgekomen en wist ze zich niets meer te herinneren. Hij liet zijn hoofd hangen en ik streelde bemoedigend over zijn rug. "Hé de moed nou niet opgeven, Wolfs. Eva is zo ontzettend sterk. Dat heeft ze keer op keer bewezen. Het is heel normaal dat comapatiënten na hun coma, korte tijd, last van hun geheugen kunnen hebben. Ze is net ontwaakt uit haar coma. Laten we haar wat tijd geven. Probeer het positief te zien dat ze jou niet haat, om iets wat jij gedaan hebt. Ze wil je niet in haar buurt omdat ze bang is, Wolfs. Bang omdat jij een man bent. Bang omdat ze denkt dat haar vader nog leeft." De artsen kwamen haar kamer uit en Wolfs en ik sprongen meteen overeind. "Hoe gaat met het haar?" De arts keek ons zorgelijk aan. "We hebben haar iets kalmerends moeten geven. Ze slaapt nu. Heeft u enig idee wat haar zo in paniek heeft gebracht?" Ik moest schuld bekennen en knikte langzaam. "Eva's geheugen lijkt haar in de steek te laten. Ze roept dingen die in haar kindertijd gebeurd zijn en ze herkende mij niet. Kent de namen van haar verloofde en haar dochter niet. Ik probeerde haar te helpen maar ik bracht haar alleen maar meer in de war." Ik zag de arts bemoedigend naar me glimlachen. "Maakt u zich geen zorgen. We zien bij comapatiënten vaker dat ze geheugenverlies hebben. Mevrouw van Dongen heeft nog geen 12 uur in coma gelegen. Ik kan u geen garantie geven maar ik heb er goede hoop in dat ze binnen 24 uur haar geheugen weer terug heeft. U mag weer naar haar toe en als er iets is drukt u dan gerust op de bel." Hij liep weg en ik knuffelde Wolfs. "Zie je nou, Wolfs? Alles komt goed met je vrouwtje! Ga maar snel terug naar haar. Geduld is nu erg belangrijk bij haar en ik weet dat als er iemand geduldig is met haar dat jij het wel bent. Ik heb Esmeetje beloofd vanavond samen voor je dochter te zorgen dus ik ga snel naar haar toe. Bel je me als er iets is, jongen?" Ik zag hem knikken en kuste hem vriendschappelijk op zijn wang voor we ieder onze eigen weggingen.


Omdat het me vandaag zo makkelijk af gaat en omdat ik morgen, waarschijnlijk, niets kan plaatsen vandaag een extra deeltje. Ik kon jullie niet zo vreselijk lang in spanning laten! 

Troubles in paradise (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now