Hoofdstuk 36

702 31 11
                                    

3 weken woonden we al in ons nieuwe huis. 3 weken die voorbij waren gevlogen. Dit huis kopen was de beste beslissing die ik ooit had genomen. Ik ben Wolfs nog steeds dankbaar dat hij over verhuizen begonnen is. De Ponti heb ik nog geen seconde gemist. Het is heerlijk om na een dag hard werken op de bank neer te ploffen en even contact te maken met het meisje in mijn buik. Het meisje in mijn buik die helemaal gezond is. Ik kan niet geloven dat ik over iets minder dan 20 weken opnieuw moeder ga worden. Voor het laatst moeder ga worden. Mijn lichaam is niet gemaakt om zwanger te zijn. Ik ben zo'n vrouw die de hele zwangerschap misselijk is. Ik was het bij Roos, ik ben het bij mijn tweede dochter. Mijn eerste bevalling was een hel en hoewel geen enkele bevalling hetzelfde is ben ik er heilig van overtuigd dat deze dat ook zal zijn. Daar komt nog bij dat ik, mede door mijn werk, 9 maanden bang ben dat er iets met mijn kind gebeurd. Ik hou van actie. Laat mij maar rennen zonder angst. Zonder bezorgde blikken van Wolfs. Ik wreef zacht over mijn buik. Ik vond het zo bijzonder dat uit de liefde van 2 mensen zoiets moois kon ontstaan. Als ze me 10 jaar geleden gezegd hadden dat ik moeder mocht worden van 2 geweldige meiden had ik ze waarschijnlijk hard uitgelachen. Moeder zijn was niets voor de harde, koude, kille Eva van Dongen. Toen was daar Wolfs. Hij drong langzaam mijn hart binnen. Liet me langzaam ontdooien. Toen was daar mijn ongeplande zwangerschap. Toen volgden de twijfels. Zou ik een goede moeder zijn? Kon ik mijn kindje geven wat hij of zij nodig had? Toen was daar opnieuw Wolfs. Wolfs met zijn eeuwige vertrouwen in mij. Wolfs met zijn eeuwige geduld met mij. Toen was daar de dag die mijn hele leven voor altijd veranderde. Het moment dat mijn prachtige dochter op mijn borst werd gelegd werd ook de zachte, kwetsbare, gevoelige Eva geboren. Ik voelde dingen die ik nog nooit eerder had gevoeld. Ze kunnen je van te voren zoveel zeggen maar je weet pas echt wat moedergevoelens zijn het moment dat je je baby'tje voor het eerst ziet. Meteen voelde ik me verantwoordelijk voor Roos. Meteen was ik smoorverliefd op Roos. Ze heeft een zachtgekookt ei van me gemaakt. Om de kleinste dingen kan ik nu huilen. Mijn hart stroomt over met liefde voor haar. Mijn popje. Mijn mooie, lieve, prachtige, gekke, slimme meid. Alleen al de gedachte aan haar bezorgde me tranen in mijn ogen. Ik was zo vreselijk trots op haar. Mijn andere meisje begon vrolijk te trappelen in mijn buik. Ik sloot mijn ogen en legde mijn handen stil op mijn buik. "Dag meisje van mama. Wil je een beetje aandacht mooie meid?" Ik voelde hoe mijn traan van mijn wang werd geveegd. "Wat is er schatje van me?" Ik opende mijn ogen en keek in het bezorgd gezicht van Wolfs. "Niets, lief. Ik ben gewoon een beetje sentimenteel. Ik ben zo vreselijk gelukkig." Ik pakte zijn hand en legde die op de plek waar ik onze dochter net had voelen schoppen en hoopte vurig dat ze het nog een keer zou doen. Haar schopjes waren nu hard genoeg dat Wolfs het ook zou moeten voelen. Alsof ze wist wat ik van haar verlangde schopte ze opnieuw. Aan de traan op Wolf's wang kon ik zien dat hij haar gevoeld had. "Dank je dat je mij dit laat voelen, schat. Dit is zo ontzettend bijzonder. Zo magisch. Ons prinsesje." Ik legde mijn hand op die van hem. "Het is ook jouw dochter. Ik wil graag alles met je delen. Jou ook vast een band met haar op laten bouwen. Ik draag haar 24 uur per dag bij me, ik heb die band al. Voor jou wil ik dit soort momentjes graag creëren." Ineens voelde het niet meer goed om mijn geheim alleen te dragen. Het gaf me een slecht gevoel in mijn onderbuik. Het maakte me misselijk. "Eef, gaat het, schat?" Ik wou ja knikken maar schudde langzaam mijn hoofd. "Ik eeh..." Ik kon de woorden niet over mijn lippen krijgen, sprong van de bank en vluchtte naar de slaapkamer. Ik pakte de glasscherf uit mijn nachtkastje en ging op het balkonnetje zitten. Ik had de afgelopen weken regelmatig op het punt gestaan het Wolfs te vertellen. Maar hij zag Frank als zijn vriend en dat ging ik niet verpesten met een spook uit mijn verleden. Ik voelde de hand van Wolfs op mijn schouder. "Je hoeft me niets te vertellen als je er niet klaar voor bent hè, schatje." Hij drukte een kus op mijn haren en liet me alleen met mijn gedachten. Ik weet niet hoe lang ik daar zat maar toen ik net naar binnen wou gaan voelde ik hoe er een deken over mijn schouders werd geslagen. Ik zag dat hij weer naar binnen wou lopen. "Wolfs, wacht. Ik wil je iets vertellen. Het gaat over Frank. Maar voor ik je het vertel moet je me beloven dat je Frank blijft zien zoals je hem altijd hebt gezien. Lukt je dat? Ongeacht wat ik je vertel?" Hij knikte. "Ik beloof het, Eef. Frank was mijn vriend. De man die mijn meisje in huis heeft genomen toen ze het het moeilijkst had. Wat je me ook verteld, ik zal hem daar altijd dankbaar voor zijn. Als hij er niet was geweest had ik jou nu misschien niet gehad." Langzaam ging ik staan. "Ga eens zitten." Hij deed wat ik hem vroeg en ik kroop bij hem op schoot. Ik pakte zijn hand en legde hem in mijn haardos. "Schuif mijn haar is opzij waar je hand ligt?" Hij deed opnieuw wat ik hem vroeg en ik hoorde hem schrikken. Ik hield de glasscherf omhoog. "Dat opgedroogde bloed aan die glasscherf is mijn bloed. Dat litteken daar had ik mee mijn graf in willen nemen. Maar ik kan niet met je trouwen als ik je niet vertel wat er op mijn eerste trouwdag is gebeurd. Wat de mooiste dag van mijn leven had moeten worden, werd 1 grote nachtmerrie. En niet alleen omdat Frank dood werd geschoten." Ik legde de scherf op het tafeltje naast me en kroop veilig in de armen van Wolfs. "Je ging weg omdat ik ging trouwen met Frank hè? Ik brak je hart." Hij drukte een kus in mijn haren. "Ik heb het nooit toe willen geven maar ik hield toen al intens veel van jou." Lief als hij was zou hij nooit toegeven dat ik zijn hart had gebroken. "Ik ook van jou. Toen jij mijn kamer verliet moest ik vreselijk huilen. Ik was boos op mezelf. Boos omdat ik Frank niet kon vertellen dat onze onenightstand me niet los kon laten. Omdat ik niet toe wou geven dat ik van jou hield en niet meer van hem. Er stond een glas water op mijn nachtkastje en die heb ik op de grond kapot gesmeten. De glasscherven lagen overal. Frank hoorde het kabaal en kwam mijn kamer in. Ik werd boos, hij mocht me zo nog niet zien. Hij trok zich er niets van aan en vroeg waarom ik moest huilen. Ik zei tegen hem dat ik zo gelukkig was dat ik ging trouwen. Ik moest toch wat verzinnen. Maar hij geloofde me niet. Hij zei dat ik verliefd op je was.." Ik werd dichter tegen hem aan getrokken. "Voor ik wegging zei hij beneden tegen mij dat hij wist dat ik verliefd op je was. En dat het niet uitmaakte. Je had voor hem gekozen." Ik knikte tegen zijn borst. "Ik heb toen iets heel doms gedaan. Ik heb gezegd dat hij gelijk had. Dat ik inderdaad verliefd op je was. Hij vroeg of ik nog wou trouwen. Ik was, voor zijn gevoel, te lang stil. Toen pakte hij een glasscherf en kwam dreigend op me af. Uit reflex bukte ik waardoor hij mijn hoofd raakte. Anders had hij mijn keel geraakt. Het was vreselijk, Wolfs. Zo vreselijk." Ik kon niet meer tegen mijn tranen vechten en liet ze de vrije loop. Wolfs wiegde me langzaam heen en weer en liet me langzaam uithuilen. Toen ik gekalmeerd was vroeg hij voorzichtig. "Maar je bent uiteindelijk wel naar de kerk gegaan toch?" Een zucht verliet mijn mond. "Ja. Nadat hij mij open had gehaald is hij de kamer uit gestormd. Ik heb 10 minuten een handdoek op mijn hoofd gedrukt. Toen was het bloeden gestopt. Met een natte handdoek heb ik vervolgens het ergste bloed uit mijn haren gewreven en mijn sluier er over gedaan zodat het niet op zou vallen. Toen ik beneden kwam stond Frank klaar en deed alsof er niets was gebeurd. En de rest weet je al was je er niet bij." Hij kuste me in mijn nek. "Ik ben trots op je dat je me dit hebt verteld. Het moet vreselijk geweest zijn. Maar ik zie Frank niet anders nu. En ik zie jou ook niet anders." Hij streek door mijn haren. "Weet je wat ik gedaan heb toen jij Frank je jawoord gaf?" Ik schudde mijn hoofd en keek hem nieuwsgierig aan. "Ik heb het hele bureau verbouwd. Alles wat ik tegen kwam kreeg een trap. Kreeg een mep. Werd van het bureau geveegd. Ik kan je vertellen dat Hoeben niet erg blij was toen hij het ontdekte." Grinnikte hij. Ik voelde mijn ogen groot worden van verbazing. "Echt?" Hij knikte beschaamd. "Ik was boos, verdrietig. Ik kon het niet aanzien 'mijn' prinses te zien trouwen. Ik wou degene zijn aan wie jij jouw jawoord zou geven." Ik streek over zijn wang. "Als onze tweede dochter geboren is mag jij mij jouw jawoord geven. En alleen jij." Ik drukte mijn lippen op de zijne om te versmelten in een passionele, alles zeggende zoen.

Hoewel ik eerst niets wist is dit hoofdstuk langer geworden dan gedacht! Ik weet niet hoeveel delen dit verhaal nog gaat krijgen maar ik wil het wel langzaam tot een einde gaan brengen. Voor een nieuw verhaal heb ik ook al een idee dus jullie zijn nog niet van mij af!

Troubles in paradise (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now