Hoofdstuk 31

729 34 10
                                    

Dit deeltje is vanuit Eva

Er vlogen 3 weken voorbij. Ik was volledig hersteld en ook mijn ukkie had wonder boven wonder niets aan het ongeluk overgehouden. Ik kon niet geloven dat ik al 15 weken zwanger was. Ik kwam net onder de warme douche vandaan en trok mijn broek aan. Ik vloekte zachtjes toen ik de knoop niet dicht kreeg. Ik liep naar de spiegel en staarde naar mijn spiegelbeeld. Mijn buik begon langzaam de eerste tekenen van mijn zwangerschap te vertonen en ik kon niet anders dan daar intens gelukkig mee zijn. Hier keek ik al weken naar uit. Ik hoorde Wolfs beneden vrolijk met Roos spelen. De band tussen Wolfs en mij was na het ongeluk nog hechter geworden. Voor mijn gevoel durfde ik hem nu pas écht alles te vertellen. Niets hield ik meer geheim voor hem en dat voelde zo goed. Ook op het werk leken we meer op elkaar ingespeeld dan ooit. De complimenten van Mechels vlogen ons om de oren. Wat was ze trots dat we werk en privé zo goed gescheiden konden houden. Ze moest eens weten hoe makkelijk dat was met een partner als Wolfs aan je zij. Wolfs was een partner uit duizenden. Zo'n partner die je iedereen gunt. Maar, god, wat ben ik dankbaar dat hij MIJN partner is. En alleen MIJN partner. Wat ben ik dankbaar dat Mechels hem aan mij heeft gekoppeld en dat we al 10 jaar een gouden duo vormen. Voor niets of niemand in de hele wereld zou ik mijn Wolfs willen ruilen. Ik hou van onze '1 blik zegt meer dan 1000 woorden'. Ik hou ervan hoe hij mij beschermd. Als we ergens binnen moeten vallen mag ik nooit voorop 'Veel te gevaarlijk, Eef! Achter me blijven!' Pas als hij met zijn eigen ogen gezien heeft dat het, voor mij, veilig is, mag ik hem assisteren. Vooral nu ik zwanger ben beschermd hij mij met zijn leven. Ik hou ervan hoe hij me altijd verdedigd bij Mechels. Hoe hij altijd de schuld op zich neemt. 'Dit was mijn idee, mevrouw Mechels. Eef volgde alleen maar mijn bevelen op.'  Terwijl het ook vaak zat wél een idee van mij was. Maar dat kan Wolfs niets schelen. Alles doet hij om te zorgen dat Mechels mij als haar lievelingetje blijft zien. Ik hou van zijn jaloerse blikken als er een mannelijke collega alleen maar met me praat. Ik hou van zijn stiekeme kusjes op de parkeerplaats van het bureau. Zijn stiekeme handkusjes die hij me vanachter zijn computer toe blaast. Ik hou van zijn hand op mijn been tijdens de, voor mij, moeilijkste verhoren. Ik hou van zijn hand die de autosleutels uit mijn kontzak grist. Ik hou van zijn eeuwige geloof in mij. Zijn geloof in mij nog voor iemand anders dat doet. En dan heb ik het alleen nog maar over hem als mijn werkpartner. Ook thuis wil ik mijn Wolfs voor niets of niemand ruilen. Hij is mijn beste vriend en zo ontzettend veel meer. Hij is die ene persoon op aarde die me beter kent dan wie dan ook. Degene die mij een beter persoon maakt. Degene die me accepteert zoals ik ben, die mijn verleden accepteert. Degene die altijd van me houdt, ook als ik de grootste bitch ben die er rond loopt. Degene die me zonder woorden kan troosten. Degene die met mij altijd engelengeduld heeft. Degene die mijn angsten en onzekerheden nog eerder ziet dan ik ze zie en de enigste die mijn angsten en onzekerheden weg kan nemen. Mijn lieve, lieve Wolfs. Mijn hele wereld. Ik liep naar mijn kledingkast en zocht wanhopig naar een broek die me nog paste. Toen ik er 3 aan had gehad zonder succes besloot ik mijn zoektocht te staken. Ik zag het zwarte jurkje hangen wat ik van Wolfs had gekregen op mijn verjaardag. Ik besloot de gok te wagen en trok hem uit de kast. Tot mijn grote opluchting was de stof rekbaar en gleed hij moeiteloos over mijn bollende buikje. Ik kamde mijn lange haren en besloot die losjes over mijn schouders te laten hangen. Ik wist hoe gek ik Wolfs maakte als ik er geen elastiekje in deed. We hoefden vandaag niet te werken dus kon ik het makkelijk los laten hangen. Tevreden keek ik nog even naar mijn spiegelbeeld en liep toen langzaam de trap af. "Goedemorgen!" Riep ik vrolijk. Wolfs zat op de grond met Roos met haar pop te spelen en ik kon een glimlach niet onderdrukken. Mijn verloofde was buiten de perfecte partner op alle vlakken ook de perfecte vader. Niets kwam Roos te kort. Hij deed alles voor en met haar. Dat ze een echt vaderskindje was kwam dan ook niet uit de lucht vallen. Ik voelde zijn ogen over mijn lichaam glijden. "Ooh, Eef, wat ben je mooi, schat." Hij liep op me af en legde zijn hand op mijn beginnende buikje. Ik legde mijn hand op die van hem. "Ik denk dat ik jou een gelukkig man ga maken." Grinnikte ik. Ik zag zijn ogen groot worden van nieuwsgierigheid en moest lachen. "We zullen moeten gaan shoppen. En dat op zaterdag." Ik zag bij hem het kwartje vallen en hij wreef lief over mijn buik. "Wordt papa's kleintje zo groot dat je broeken niet meer passen?" Speels gaf ik hem een tik tegen zijn borst. "Heb je iets te eten voor je verloofde? Ik rammel!" Hij wees naar de tafel waar mijn broodje met kaas al klaar stond. "Uiteraard heb ik iets te eten voor mijn vreetzakje." Opnieuw kreeg hij een mep tegen zijn borst. "Oppassen jij, mannetje! Ik eet wel voor twee hè?! Als je wilt dat papa's kleintje verder groeit zal ik wel goed moeten eten." Ik zag dat zijn ogen begonnen te twinkelen. "En jij noemt een broodje kaas goed eten?" "Wel als jij het voor me maakt." Was mijn gevatte antwoord. Hij schudde lachend zijn hoofd. "Je bent onverbeterlijk Eva van Dongen." "Wolfs." Zei ik met een grijns. "Het is Eva Wolfs." Ik zag dat hij iets wou zeggen en was hem een stap voor. "Ik weet het, we zijn nog niet getrouwd. Maar na het ongeluk is me nog duidelijker geworden hoe graag ik Wolfs wil heten. Hoe graag ik een onderdeel van jou wil zijn. Nog méér een onderdeel van jou wil zijn. Door jouw naam te dragen voel ik me pas écht 1 geheel met jou." Van dollen zag ik zijn ogen lief en teder gaan staan. "Ik wil ook niets liever dan zo snel mogelijk met je trouwen, liefste. Maar wil jij zwanger in een trouwjurk dan?" "Wie zegt dat ik een jurk ga dragen?" Was het nu de beurt aan mijn ogen om te twinkelen. "Ik ben serieus, Eva Wolfs." Tikte hij speels op mijn neus. "Ik ook." Kon ik het niet laten om toch nog even verder te dollen wat me nog een tikje op mijn neus opleverde. Ik legde mijn hoofd tegen zijn borst. "Ik weet het eigenlijk niet, Wolfs. Voor het ongeluk was ik er heilig van overtuigd dat ik wou trouwen met allebei onze kinderen. Ons volledige gezin. Maar nu ben ik er niet meer zo zeker van. Maar dat komt meer omdat ik 'Eva Wolfs' nu al wil gebruiken. Is er geen manier om dat al te doen en dan te trouwen als dit kindje er ook is? Ik wil ze er eigenlijk alle 2 wel bij hebben. Jij dan?" Ik voelde hoe hij door mijn haar streelde. "Ik wil alles wat jij wil. Wat voor jou fijn is. Wat voor jou goed voelt." Dit antwoord kon ik verwachten van Wolfs. Altijd schoof hij zichzelf opzij, voor mij. Altijd offerde hij zichzelf op, voor mij. En dat gold voor alles. Zelden was hij met me oneens. Als klein meisje droomde ik er al van mijn dochter, als ik die ooit zou krijgen, Roos te noemen. Wolfs vond het een prachtige naam en ging met me mee. Ik durf er nu al om te wedden dat hij het lot van ukkie ook in mijn handen zal leggen. Dat ik ook de uiteindelijke beslissing voor die naam mag nemen. Mijn maag knorde luid en ik maakte me los uit zijn omhelzing om mijn broodje te pakken. Wolfs keek vol afschuw toe hoe ik mijn broodje in 3 happen naar binnen propte. "Mama onger!" Kwam mijn peuter voor me staan. Ik tilde haar op mijn schoot en knuffelde haar. "Mama heeft zeker honger." Ik voelde de ogen van Wolfs branden. "Maak nog eens iets te eten voor je arme verloofde joh. Je laat me hier gewoon verhongeren door me 1 zielige boterham te geven." "Ik laat jou verhongeren? Wie stond er bijna een uur onder de douche dan?" Ik kon niet anders dan hem gelijk geven. "Ik! Ik geniet gewoon meer van de kleine dingen in het leven. Maak je nou nog een broodje voor me of niet?" Wou ik het er duidelijk niet meer over hebben. Uiteraard respecteerde hij mijn keuze en stond er nog geen minuut later een broodje kaas voor mijn neus. "Geniet van je broodje, schat. Dan gaan we daarna shoppen." Drukte hij een kus in mijn haren. Hij tilde Roos van mijn schoot zodat ik rustig mijn broodje kon eten. Ik nam een hap van mijn brood en sloot mijn ogen om nog even van de rust te genieten. Shoppen en ik gingen niet samen. Dat het vandaag zaterdag was en waarschijnlijk irritant druk werkte niet echt mee.

Troubles in paradise (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now