We zijn terug bij Eva!
Toen ik mijn ogen opende zat die vreemde man weer naast mijn bed. Die man waar ik de naam van was vergeten. Twijfelend keek ik hem aan. "Wat was jouw naam ook alweer? En waar is die vrouw van net?" Hij glimlachte lief naar mij. Zijn glimlach liet me niet onberoerd. "Ik heet Floris Wolfs maar iedereen noemt me altijd Wolfs. Jij ook. Jij vind Floris niet bij me passen. Je gebruikt het alleen als je boos op me bent. Die vrouw die hier net was heet Marion. Ze is onze collega bij de politie. Ze is naar onze andere collega, Esmee, ze wonen in het zelfde appartementencomplex. Esmee zorgt voor Roos en Marion helpt haar." Weer die naam 'Roos'. Die naam raakte me op een plekje waar ik mijn vinger maar niet op kon leggen. Ik moest weten wie ze was. Hoe ze er uit zag. "Heb je een foto van Roos? Die naam komt me ergens zo bekend voor." Hij gaf me zijn telefoon. Een klein schattig meisje met de mooiste blauwe ogen die ik ooit had gezien keek me indringend aan. Ik keek naar Wolfs en zag dezelfde mooie blauwe ogen. "Is dat Roos?" Ik zag hem knikken. Zijn ogen bleven me gevangen houden. Zijn ogen die me langzaam tot waanzin dreven. Er gebeurde van alles diep in mij. "Ze lijkt op jou. Waar ken je haar van?" Ik zag hem slikken. "Roos is mijn dochtertje. Ons dochtertje, Eef. Jij bent haar moeder." Hij pakte de telefoon zachtjes uit mijn handen en legde hem een nog geen seconde later weer in mijn handen. Daar stond ik met dat kleine schattige meisje in mijn armen. We straalden van geluk. "Heb ik een kind? Hebben wij een kind? Jij en ik?" Hij knikte en wou mijn hand pakken. Ik voelde me, ergens, vertrouwd bij hem en legde mijn hand langzaam in de zijne. "Wij hebben het mooiste en liefste kind ter wereld. En ons tweede kindje zit in jouw buik, Eef." Ik sloot mijn ogen en probeerde me dingen te herinneren. "Waar kennen wij elkaar van, Wolfs?" Ik voelde zijn duim over mijn handpalm strelen. Wat was toch dat tintelende gevoel? Waarom maakte deze man mij toch zo gek? "Van ons werk. We werken al 10 jaar intensief samen. We zijn het beste koppel van Maastricht en omstreken. Frieda Mechels, onze baas, noemt ons liefkozend haar 'koningskoppel'. Ze zocht een nieuwe partner voor jou omdat niemand het met je uit kon houden. Ze vinden je hard. Ze vinden je kil." Ik opende mijn ogen en zag hem zo liefdevol naar mij kijken dat ik met de seconde meer verward raakte. "Maar dat komt omdat ze niet de moeite doen je te leren kennen." Ging hij verder. "En ook omdat jij ze niet toe wil laten. Toe durft te laten. Als jij iemand wel toe durft te laten brokkelt die muur om je heen af en wordt je de lieve, kwetsbare, gevoelige Eva. Mijn lieve, kwetsbare, gevoelige Eva. Vanaf de eerste dag was ik smoorverliefd op jou. En jij op mij. We durfden het alleen beide niet te uiten, bang voor de consequenties op de werkvloer. Jaren hebben we om elkaar heen gedraaid. We hebben echter zo vreselijk veel meegemaakt samen dat het, nu bijna 4 en half jaar geleden, onmogelijk werd onze gevoelens nog langer te onderdrukken." Het frustreerde mij zo dat Wolfs me dingen vertelde en ik me er maar geen beeld bij kon vormen. "Ben jij mijn vriendje?" Ik zag hem knikken. "Al 4 en half jaar, schatje." Bij het horen van 'Schatje' liepen de rillingen over mijn lijf. Ik zag Wolfs in het laatje van mijn kastje rommelen. "Wat ben je aan het doen?" Hij keek twijfelend. "Mag ik je hand eens?" Ik stak mijn hand naar hem uit en volgde iedere beweging die hij maakte. Hij schoof een prachtige ring om mijn vinger. Een ring die iets magisch met me deed. Het moment dat dat ding mijn huid raakte zag ik mijn hele leven aan me voorbij flitsen. Ik schudde mijn hoofd. Wat gebeurde er toch? Waar was ik? Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en zag mijn verloofde naast me zitten. "Wolfs..." Ik voelde me in paniek raken. "Waar is Roos? Leeft ze nog? En onze baby? Ooh Wolfs ik was zo vreselijk bang.." Ik voelde de tranen in mijn ogen springen. "Hou me vast, liefje. Hou me alsjeblieft gewoon even vast."
YOU ARE READING
Troubles in paradise (Flikken Maastricht)
FanficWolfs en Eva hebben al 4 jaar een relatie. Langzaam beginnen de eerste barstjes te verschijnen door 1 zin. 1 zin die het hele leven van Eva op z'n kop zet. De vraag is of die barstjes reëel zijn of dat schijn bedriegt. Dit verhaal wordt geschreven...