Hoofdstuk 4 : Ontwaking

4.5K 303 49
                                    

Kayla verloor gelijk het bewustzijn een dreef in een duisternis van gezichtloze stilte. Het duurde heel lang, maar Kayla merkte dat niet. Het was alsof ze haar ogen dichtdeed en één seconde daarna weer open. Ze begon haar nieuwe leven, met een gaap en knipperende ogen. Het was donker.

Kayla's hersens hadden -leek het voor haar- een eeuwigheid nodig om te beseffen wat er was gebeurd. Ze lag niet meer in bed, haar deken en kussen had ze nog wel, maar de grond was hard. Het was koud en donker, té donker. Er kwam alleen uit een spleet laag bij de grond in de muur, een vaal licht. Was het een deur waar licht onder vandaan kwam?

Kayla rolde zich op haar buik en kreunde. Haar hele lichaam deed pijn, haar heupen, schouders, rug, ze had vreselijk geslapen op de harde vloer. Ze wreef in haar ogen en rekte zich uit. Toen ging ze rechtop zitten en keek om zich heen. Omdat haar ogen een beetje aan het donker gewend raakte, zag ze dat de kamer ongeveer zes bij acht meter was. Dichtbij de grond, in alle vier de muren, zat een streep die steeds feller licht verspreidde, die was er eerst niet. Het werd alleen onderbroken door een meter lang duisternis. Dát moest de deur zijn. De muren waren van metaal en het weerspiegelde heel vaag haar eigen gedaante in het toenemende licht. De vloer was van beton en het plafon was laag. Kayla merkte dat het ook iets warmer begon te worden. De lucht voelde gefilterd aan en het rook er naar schoonmaakmiddel.

Inmiddels kon Kayla gedaantes onderscheiden, er waren meer dekens en kussens in de ruimte. Er lagen dingen onder. Kayla porde voorzichtig met haar voet in de dichtstbijzijnde hoop. Iemand kreunde vanonder de deken en bewoog zich. Het licht stopte niet met feller worden, Kayla's ogen begonnen te prikken. Ze schermde haar gezicht af en kroop dichter naar de persoon onder de deken toe. Ze porde opnieuw, dit keer harder. Weer kreeg ze een kreun als antwoord. Kayla liet haar arm zakken en schoof de deken opzij. Een meisje met lichtblond, krullend haar en een hartvormig mondje kwam eronder vandaan, ze knipperde met haar ogen en keek chagrijnig. 'Laat me nog even slapen!' zei ze verontwaardigd.

'Hester!' riep Kayla uit. 'Kayla?' vroeg Hester verbaast, de boze uitdrukking verdween van haar gezicht. In plaats daarvan verscheen er verbazing, die rimpels maakte in haar voorhoofd. Kayla stond op en hielp Hester om hetzelfde te doen. Om hen heen werd nu iedereen langzaam wakker, Kayla telde ze, het waren er negentien. Iedereen keek allemaal even verbaast terwijl ze zich uitrekten en rechtop gingen staan. Kayla zag dat het de meisjes van haar slaapzaal waren, en de jongens van de jongensslaapzaal. De meisjes waren met z'n elven, en de jongens met z'n achten.

Kayla keek de meisjes en jongens een voor een aan, ze zag Delora, Kalli, Chanisa en Breana van de meisjes, en Raël, Macklyn en Marvyn, en Nathan van de jongens groep.
Ze zag ze allemaal, alle jongens en alle meisjes. Allemaal keken ze even slaperig en niet-begrijpend als Hester en Kayla. Ze wisten niet waar ze zich bevonden. Ze keken de kamer rond, voelden langs de muren, probeerden zelfs onder de deur door te kijken, maar niemand werd veel wijzer. Het werd er onrustig nu iedereen bezig was.

Kayla herinnerde zich niet zo goed meer wat er was gebeurd voordat ze hier wakker werd. Het moest in ieder geval hen allemaal overkomen zijn. Tegelijk. Ze waren ontvoerd. Dat leek Kayla de enige verklaring . Maar waarom? Losgeld? Ja, hun ontvoerders zouden veel geld binnenhalen als ze elke ouder bedreigden met het leven van hun kind. Maar Kayla voelde dat de ontvoerders te maken hadden met de zwarte pakken. Ze dacht weer aan de droom die ze had gehad... "We zullen pakken waarvoor we gekomen zijn. Jij en je leerlingen zullen de slachtoffers worden, " zou hij dit bedoeld hebben?

Kayla keek rond. De jongens en meiden waren fluisterend tegen elkaar aan het praten. Kayla zag hun ernstige uitdrukkingen. Meeste kinderen waren sterk, maar een paar kleinere kinderen keken angstig. Ilva bijvoorbeeld, ze was pas twaalf jaar en de jongste van allemaal, samen met Rans, hij was ook twaalf.

Delora, de oudste, sprak hardop: 'Meiden, kan een van jullie me vertellen wat er is gebeurd?' De meiden liepen naar haar toe en vormden een soort kring. Ze begonnen allemaal te mompelen, en elkaar te vertellen wat ze nog wisten voordat ze hier wakker werden. 'Hé!' riep een boze stem plotseling. Het was Raël, hij baande zich een weg naar voren zodat hij naast Delora kwam te staan, hij duwde tegen haar schouder. Je zag duidelijk dat hij een kop groter was dan zij.
'Wat?' snauwde Delora.
'De jongens hebben evenveel recht om te spreken!' snauwde hij terug. 'Waarom vraag je het aan de meiden?!' Delora kruiste haar armen voor haar borst en keek Raël grimmig aan. 'Ik ben vanaf nu de leidster. Ik vraag aan mijn meisjes, wat we nu moeten beginnen.' 

Raël balde woedend zijn vuisten. Hij was sterk en soms onbeheerst, hoewel hij gelukkig nog nooit iemand ernstig pijn had gedaan. 'Best,' brieste de jongen, 'dan vraag ik het aan mijn jongetjes.' Stampend liep hij weg en de jongens volgden hem om samen te overleggen.
Kayla snapte niet waarom Delora nou zo nodig twee gescheiden groepen moest creëren. Nu zouden ze natuurlijk alle twee een anderen mening hebben en kwamen ze er nog niet uit.
Kayla was het meestal wel met Delora eens, ze was echt een goede leidster, dat moest ze toegeven. Het enige nadeel was dat Breana de beste vriendin van Delora was, en daarom dus een soort raadsvrouw. Kayla kon Breana niet uitstaan, en andersom.

'Meiden, ik denk dat we ontvoerd zijn,' riep Breana uit, 'misschien zelfs wel door de zaken mensen die bij ons op school kwamen!' Kayla rolde haar ogen. 'Waarom denk je dat Breana? Dat slaat nergens op!' zei ze spottend. Ze had er misschien over gedroomd, ze had die mensen afgeluisterd, maar Kayla probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat dromen geen werkelijkheid waren. Toch zei iets diep binnen in haar, dat Breana gelijk had.

'Bemoei je er niet mee Kayla!' sneerde Breana, 'Lora ik heb gelijk hè?' voegde ze er liefjes aan toe. Ja, een kinderachtige ijdeltuit was ze. Ze had bruin, golvend haar tot op haar heupen en grote onschuldige, grijsblauwe ogen. Als ze knipperde met haar lange wimpers viel elke jongen voor haar voeten, en als ze dan ook nog lief glimlachte en haar handen op haar heupen zette, vroeg die jongen haar spontaan ten huwelijk. Als hij dan niet eerst flauwgevallen was natuurlijk.
Misschien kon Kayla haar niet uitstaan omdat ze haar altijd het gevoel gaf dat ze een stom onderkruipsel was, dat was ook precies dat wat haar eigen ouders van Kayla vonden. Kayla wist zich echter altijd rechtop te houden, en ze sloot zich niet af. Ze vocht ertegen. Ze had in de jaren een stoere en dappere houding aangenomen. Breana kon haar niet zo gauw meer vernederen. 'Uitslover...' mompelde ze in Breana's richting. Die reageerde niet en keek verwachtingsvol naar Delora. Uiteindelijk knikte ze. 'Je hebt gelijk Bren, volgens mij zijn we ontvoerd. Maar ik weet niet zeker of de zakenmensen hierachter zitten. Meiden hebben jullie nog anderen ideeën?' 

Niemand wist een betere verklaring, en ze besloten het dan maar aan te nemen. 'Maar waarom?' wilde Kalli weten. 'Losgeld misschien?' Iedereen keek naar Kalli. Ze was een jaar ouder dan Kayla en zo gedroeg ze zich ook, ze was een stoer, sterk meisje met een behoorlijke lengte. Ze was de oudere zus van Ilva. Kalli haalde haar schouders op. 'Heeft iemand een beter idee?'
Delora schudde haar hoofd. 'Het gaat er eigenlijk niet om wie dit gedaan heeft, daar komen we vanzelf achter. En waarom uiteindelijk ook.'
'We kunnen het best uitvinden hoe we hier vandaan komen,' zei Kayla, die het niet zag zitten om niks te doen. 'En ondertussen toch nadenken over het feit dat we opgesloten zitten in een ijzeren kooi. We kunnen wel wachten op een verklaring, maar dat kan nog heel lang duren.'
Delora knikte toegefelijk.

'Laten we kijken wat de jongens denken,' zei Breana met een blik op Kayla. Ze liep weg met Delora achter zich aan. De meidengroep begon te roezemoezen.

'Kayla?' fluisterde iemand achter haar. Ze draaide zich weg van de meiden en keek in het gezicht van Hester. Wiens ogen glinsterden.
'Terwijl jullie aan het bespreken waren ben ik de kamer eens gaan onderzoeken, en ik heb ook de bedden bekeken. En ik vond dit...' Hester hield een scherp, zilverkleurig voorwerp in haar hand. 'Een dolk!' zei ze opgewonden.
'Waar heb je dat vandaan?!' vroeg Kayla geschrokken, terwijl ze de dolk aannam en bekeek. Hij was vlijmscherp met een rubber handvat en een stalen plaatje op de kop. Er was iets ingegroefd.
'Zie je die hondenkop? Vreemd hè?' Hester nam de dolk weer aan.
Een hondenkop, dat zag Kayla er in de eerste instantie ook in. Maar toen ze de dolk van dichtbij bekeek leek het meer op een wolf. 'Waar heb je het vandaan?' vroeg ze weer, iets rustiger nu.
Hester keek haar fronsend aan. Ze aarzelde even voordat ze haar mond opendeed, Kayla's mond víel open.
'In jouw bed.'

Commend wat jullie ervan vinden!
Vote als jullie geen tijd hebben om te reageren en als jullie het leuk vinden natuurlijk!!
Follow als je meer verhalen van mij wilt lezen :)

xx SP <3

Experiment F (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu