Hoofdstuk 11 : List

3.3K 244 33
                                    

De onrustigheid in de ijzeren cel maakte het benauwt, kinderen liepen heen en weer, huilden, jammerden en praatten opgewonden. Kayla had haar verdriet om de dood van Anava verdrongen en behield haar zelfbeheersing om met Osker te praten. De arme, normaal altijd enthousiaste, maar nu zwakke jongen kreeg geen seconde rust, de ene vraag na de anderen werd naar zijn hoofd geslingerd. En dat terwijl hij zich bijna niets meer herinnerde.
Kayla had nu eindelijk zijn aandacht, ze was naar voren gedrongen en ging tegenover de mollige jongen zitten. Zijn hoofd was gebogen, bruin haar viel voor zijn gezicht zodat Kayla onmogelijk kon zien of hij wel naar haar luisterde. 'Osker?' Geen reactie. 'Osker, wat heb je gezien?' Osker richtte nu vermoeid zijn hoofd op. Dikke paarse wallen onder zijn ogen, droge lippen, bleke wangen, hij zag er doodmoe uit. 'Niet veel,' antwoordde hij stug. 'Ik wil slapen, laat me alsjeblieft even.' Kayla beet stevig op haar lip en luisterde niet naar zijn smekende stem. 'Als je in slaap valt ben je straks alles wat je nog weet kwijt, je moet me alles vertellen, alles wat je gezien hebt, hoe onlogisch het er ook uitzag.' Ze wierp een korte blik op Raël naast haar.
Er gleed een flauw glimlachje over Oskers gezicht. Hij staarde over Kayla's schouder in de verte. Hij begon toch te vertellen, zij het zachtjes en met tegenzin: 'Ze praatten heel veel, maar ik snapte de helft niet, alleen dat subject één en twee succesvol waren...' Osker schudde nadenkend zijn hoofd. 'Het klonk als de leraren biologie die met elkaar kletsten tijdens de koffiepauze, half in het Latijn weet je wel...' Hij pauzeerde even. 'Eén woord kan ik me nog herinneren, lupus DNA-injectie, ze gaven me ook inderdaad een injectie, nadat ik door allemaal tests was gegaan, daarna kan ik me niks meer herinneren, ik werd wakker in een soort kerker, met ijzeren tralies en vochtige stenen... De ninja's kwamen me halen en scholden me uit voor mislukkeling en prutser...' Hij keek kwaad naar zijn handen. Kayla legde een hand op zijn schouder. 'Je doet het goed Osker, niets van aantrekken. Wat gebeurde er toen?'
Osker keek op en tranen glinsterde in zijn ogen. 'Er waren meer kinderen in die kerker... Ik hoorde ijselijk gillen, de hele tijd... Ze hadden pijn, soms hoorde ik gegrom...' Osker onderdrukte een snik. 'Het was niet menselijk... Het klonk als een... Als een...' Hij had geen controle meer over zijn gezichtsuitdrukking en de tranen stroomde nu vrijuit.
Kayla stond op. 'Als een wolf,' zei ze.
Osker knikte en verborg zijn gezicht in zijn handen. Jacob sloeg een arm om zijn schokkende schouders en riep tegen iedereen dat ze hem met rust moesten laten, alleen Chanisa mocht blijven, ze stopte Osker in en zei hem welterusten. Toen stonden Jacob en zij op en volgde Kayla, die bedenkelijk naar haar bed liep. Ook Raël en Delora volgde haar, constant vragen afvurend.
'Wat bedoelen ze met lupus DNA-injectie? En hoe weet je dat het gegrom van een wolf kwam?'
Kayla nam de tijd om alles in haar hoofd op een rijtje te zetten voordat ze uitgebreid antwoord gaf. 'Lupus betekend wolf in het Latijn, en DNA-injectie lijkt me wel duidelijk. De wetenschappers hebben Osker een wolven DNA-injectie gegeven die duidelijk niet werkte, daarom noemden ze hem mislukkeling en is hij weer terug bij ons. Subject één en twee zijn Ilva en Kalli, Trans heeft al verklapt dat hij wolven van ze zou maken, dat is gelukt. Ik denk dat hij nu een wolf-jongen wilde maken, maar dat mislukte. Het gegrom in de kerker kwam niet van een wolf, maar van Kalli of Ilva...'
Raël balde zijn vuisten, hij zocht iets om mee te smijten en koos uiteindelijk de half opgegeten maaltijd van Kayla die nog bij haar bed stond. Met een machtige zwaai suisde het voedsel door de lucht en plakte het met een droge slutsh tegen de muur naast de deur. Het plastic bord viel op de grond en de brij droop er traag achteraan.
'De vuile schoften! En ik maar de hele tijd denken dat dit om losgeld ging! Ze zijn gestoord gewoon! Mensen kruisen met dieren, wie verzint toch zoiets?'
Kayla haalde haar schouders op en ging op haar deken zitten. 'Een genie?' Haar kalmte werkte over op Raël en hij haalde diep adem. 'Wel, eerder een gestoorde professor.'
'Een geniale, gestoorde professor,' viel Chanisa wijselijk bij.
Raël keek haar minachtend aan. 'Jij hebt makkelijk praten, jij hebt niemand verloren.' Jacob verdedigde haar meteen. 'Geef toe, hij is geniaal.'
'Bemoei je er niet mee.'
'Oké, dames. Even ophouden alsjeblieft. We moeten iets verzinnen voordat er meer kinderen getransformeerd worden,' ging Kayla ter zaken. 'Jij bent toch de eerste die hem genie noemde hè?' vloog Raël op.
Kayla rolde met haar ogen en liep weg. 'Stelletje kinderachtige luilakken,' mopperde ze. Dat hoorde Raël natuurlijk, en hij liep boos achter haar aan. 'Niemand noemt mij kinderachtig hoor je...!' Kayla luisterde al niet meer. Ze begon sneller te lopen, naar het eten op de grond, het bordje ernaast. Ze bukte zich om beter te kijken.
Raël had het al gemerkt en was de eerste die het te pakken had. Hij keek Kayla met grote ogen aan voordat hij het openvouwde. 'Van Tristan?' het was eigenlijk meer een constatering dan een vraag. 'Lees voor!' beval Kayla toen hij treuzelde. Chanisa en Delora en Jacob kwamen ook al aangelopen.
'Goed, ehm,' begon Raël met een blik op Kayla. Ze knikte naar hem. 'Oké, Beste Kayla en vrienden, ik word op de hoogte gehouden van wat er gebeurt, in en buiten jullie cel, ik heb kameraden werken bij de camera's en het eten. Het spijt me van jullie verlies, en daarbij bedoel ik niet Hester, want zij is veilig. Ik kan echter niet garanderen dat je andere vrienden ook veilig zijn, professor Trans is wreed. Ik wil jullie nog altijd helpen, ik weet alleen niet zo goed hoe. Ik kan twee van jullie een rondleiding geven, jullie vrienden laten zien. Over twee maaltijden, ik kom jullie halen.'
'...kom op, zeg dan van wie dit komt! Wat heeft dit te betekenen, Kay?' Chanisa had geen seconden haar mond gehouden.
'Luister, niemand mag hier van weten oké?'
'Waarvan niet? Van wie is dit berichtje?! Raël?' mengde Delora zich in het gesprek. Raël siste, 'stil toch! Het komt van ene Tristan, een van de ninja's. Hij staat aan onze kant.'
Jacob boog zich naar voren. 'En wie zegt dat hij te vertrouwen is?'
'Bemoei je er niet mee,' snauwde Raël, 'hij is te vertrouwen, ik voel het.' Jacob snoof. 'En jou zou ik wel vertrouwen zeker.' Kayla kapte het gekibbel af. 'Stil toch, het is te proberen niet waar? Hij heeft al eerder bewezen dat hij aan onze kant staat, hij heeft me een dolk gegeven om ons te verdedigen...'
'En dat liep overigens helemaal uit de hand...' onderbrak Jacob haar met een spottende blik naar Raël.
Kayla negeerde hem. 'Raël en ik gaan met hem mee, over twee maaltijden,' siste ze. 'En ík vetrouw hem.'
Plotseling schrokken ze op van luid gekerm. 'Ah... Ik ben zo ziek! Ik voel me niet lekker!'
Ze renden er meteen naar toe. Het was afkomstig van Breana, ze lag te rollen op de grond en trok een overdreven pijnlijk gezicht. 'Ik ga dood...!'
Laila was naast haar gehurkt en streelde bezorgt haar hand. 'Rustig maar, Breana! Je hebt gewoon iets verkeerds gegeten, het komt wel goed.' Delora werd nu ook ongerust. 'Wat heb je dan gegeten Breana? Waar heb je pijn?'
'Overal,' hijgde ze. 'Ik moet weg bij jullie! Ik steek jullie aan!' Delora deed haastig een paar stappen achteruit en duwde daarbij ook haar vrienden aan de kant.
Laila voelde aan haar eigen maag. 'Ik geloof dat ik het ook heb,' kreunde ze, en ze viel naast Breana op de grond.
Kayla zag het hoofdschuddend aan, zo erg kon het toch niet zijn? En wat nou aansteken? Wie kon er nou aangestoken worden door een onschuldige voedsel vergiftiging? Ze had echter geen tijd om dit met de rest te delen want de bel ging en ninja's kwamen binnen met voedsel. De eerste maaltijd, ging het door Kayla heen. De ninja's zagen algauw dat er iets mis was en kwamen naar het groepje toe. 'Wat is er aan de hand?'
'Ze zijn ziek,' legde Delora uit. 'We geloven voedselvergiftiging of een besmettelijke ziekte...' Meer hadden de ninja's niet nodig, ze tilden de luid kermende meisjes op en brachten hen weg, onder protest van onderanderen Shemus en Sadya. De rest zag het zwijgend aan.
Kayla pakte een bord en ging op haar bed zitten. Ze was niet van plan te eten maar groef naar de bodem op zoek naar een eventueel nieuw bericht. Niets, dit was de eerste maaltijd, bij de volgende zou ze opgehaald worden. Ze had al zo'n idee hoe Tristan dat zou regelen.
Delora kwam naar haar toe. 'Geloof jij dat ze echt ziek waren?' vroeg ze terwijl ze naast Kayla neer plofte.
'Nee,' antwoordde Kayla kortaf. 'Het was een list om hier weg te komen.'
'Was Hesters ziekte ook gespeeld denk je?' vroeg Delora voorzichtig. Kayla gooide haar lepel in haar bord. 'Ik vrees het.'
~~~~~~
Die nacht sliep ik slecht. De muziek drong gedempt door de deur van het kantoortje en ik hoorde de stemmen, het gelach en geschreeuw.
En Niak kon ook niet slapen. Hij praatte tegen me, maakte fluisterend grapjes en gaf me af en toe complimentjes. Hij pestte me een beetje door me zijn pupil te noemen en te verkondigen dat hij de beste babysitter van de wereld was.
'Stil toch es Niak, laat me slapen.'
'Is de baby moe?' grinnikte hij en schoof dichter naar me toe. 'Zal ik het babytje instoppen?'
Ik rolde met mijn ogen en duwde hem geërgerd weg. Ik wilde of slapen, of rustig nadenken maar niet naar Niak hoeven luisteren. Niak negeerde me echter en stopte me eigenwijs in. Hij drukte een dikke kus op mijn voorhoofd en installeerde zich toen naast me. 'Welterusten babytje.'
'Welterusten,' bromde ik.
Ik had het gewoon niet zo met jongens. Vrienden was prima, maar meer dan dat ging al gauw te ver voor mij. Dat kwam vooral door het voorbeeld dat mijn ouders gaven. Mijn advies aan mezelf zou altijd blijven: Verlies je leven niet aan je relatie. Figuurlijk bedoelt natuurlijk, hoewel letterlijk niet eens zo heel gek zou zijn in het geval van mijn ouders. Hoe zou het trouwens met ze zijn? Waren ze al in het ziekenhuis terecht gekomen? Of hadden ze het al goed gemaakt?
Ik huilde vaak om de ruzies tussen mijn ouders, maar niet omdat ik zoveel om ze gaf. Ik hield wel van ze, ik bedoel, ze waren toch mijn ouders, maar ja, ze gaven ook niet veel om mij.
Ik hield het nooit droog als ik dacht aan het ellendige bestaan van die twee mensen, en ook om mezelf, want ja, het is toch zielig zo'n vernederd kind. Maar ik huilde vooral om dingen die ik miste. Dieren bijvoorbeeld, een paard voor mezelf, een eigen boerderijtje in de natuur... Hester en mijn school, een vredig gezin met een hele lieve man en vier kinderen. Maar ik was bang dat alles mis zou lopen als ik aan een relatie begon, zoals bij mijn ouders.
Ik beloofde mezelf dat ik niet meer zou huilen om mijn verpestte leven, en ook niet om mijn ouders. Ze hadden veel meer respect van me gekregen als ze me een normale en vredige opvoeding hadden bezorgt. Maar nee, altijd maar ruzie en stemverheffingen.
Na oneindige gedachtengangen over hoe mijn leven er nou eigenlijk uitzag -Ik had eigenlijk geen huis op het moment want ik was niet van plan terug naar mijn ouders te gaan - viel ik in slaap. Ik sliep onrustig en steeds wakker schietend door een hard geluid van buiten of een vreemde droom.
Toen het eindelijk ochtend werd maakte Niak de deur open. Het clubhuis was een puinhoop, maar lag er verlaten bij. Lisbeth en Sofie sliepen waarschijnlijk ergens op een studenten kamertje bij vrienden, ze zouden pas laat in de middag weer aanspreekbaar zijn, aan hen had ik voorlopig niets meer.
'Wat ga je nu doen?' vroeg Niak voordat ik het aan mezelf kon vragen.
'Eten,' glimlachte ik, en ik liep naar de bar om een flesje cola en een zakje chips ham-kaas te pakken.
'Wil je niet liever een fatsoenlijk ontbijt? Croissants en koffie bijvoorbeeld?' stelde Niak voor. Het klonk te verleidelijk om tegenin te gaan. Ik liep naar het kantoortje om mijn spullen te halen en kwam terug met een besluit. 'Na het eten ga ik mijn broer opzoeken, ik denk dat hij wel iets kan regelen. We kunnen geld gaan halen bij mijn ouders zodat ik de trein naar Herter kan nemen.'
'En dan?'
'Ik verblijf wel bij Hester en haar tante, dat vinden ze vast goed.'
'Moet je ze niet eerst even bellen?' ging Niak door. Ik zuchtte. 'Het komt wel goed Niak, nog even een ontbijt en dan hoef je niet langer mijn oppasser te zijn.'
'Wat een opluchting,' grijnsde Niak, maar het klonk ook spijtig.
In de stad kochten we een ontbijt en aten dat aan een zonnig terrasje op. De stad werd langzaam wakker en de zon klom steeds hoger. De bloemen in de potjes op de tafels, bespikkelt met glinsterende dauwdruppels vouwde zich heel traag open, te traag om op te merken. Maar toen ik na een gezellig gesprek met Niak weer een blik wierp op de paarse bloemetjes waren die helemaal open en alle dauwdruppels waren opgedroogd. De tijd was voorbij gevlogen.
Niak merkte mijn schrik. 'Het was gezellig ? Maar nu is het al tien over één...' hij lachte flauw.
'Het was gezellig, maar ik moet echt weg nu. Bedankt voor je... Voorzichtigheid.'
'Redt je het verder alleen?'
Ik glimlachte gemeend. 'Ja, Niak.' Ik stapte tussen de tafeltjes door de stoep op.
'En als je me nog nodig hebt... Je kan me altijd bellen, voor alles,' zei Niak haastig. 'E...En ik vond het echt niet erg om oppas te zijn.'
Hoofdschuddend en lachend wandelde ik verder en zwaaide. 'Tot ziens Niak.'
'Beloof je dat?'
'Dat ik je weer zal zien?'
'Ja...'
'Natuurlijk, ik beloof het.'
Niak zwaaide net zo lang tot ik de bus instapte en wegreed.
~~~~~~
Midden in de nacht - als je het zo kon noemen tenminste, de lichten waren uit en iedereen sliep - werd Kayla wakker door een schreeuw.
Ze schoot overeind en keek spiedend om zich heen in het donker. Chanisa naast haar was ook wakker geworden. 'Hoorde je dat?' fluisterde ze. Kayla knikte gespannen, ze klemde haar deken tussen haar vuisten toen ze weer iets hoorde: Zacht gejank en gestommel. Grommen.
Nog een schreeuw, meer kinderen werden wakker. Kayla probeerde haar angst te overwinnen en ging overeind staan. Er klonk nu luid gegrom en kreten tussendoor. Kayla's hart bonsde tegen haar borstkas en in haar keel, ze kon niet normaal ademhalen, het kwam met horten en stoten.
Plotseling hoorde ze nog een laatste snik en het werd stil. Kayla bevroor in haar pas.
Een geluid als een glas dat aan scherven viel en iedereen een gat in de lucht deed springen. Een langgerekt, dierlijk gehuil echode door de ijzeren cel.

Heeey! Hoe is het met jullie? Met mij is het GOED! Ik heb heel veel inspiratie!
Ik probeer het goed spannend te houden. En volgens mij lukt dat? Gniffel gniffel...
Jullie moeten nog eventjes wachten tot ik het nieuwe hoofdstuk plaats! Gemeen hé, echt een gemene cliffhanger... ;)
Maar blijf alsjeblief lezen!!! Ik vind het zuuuuper dat jullie mij zo volgen en zo in mij geloven ;)

Xxx SP

Experiment F (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu