Na een redelijk goede maaltijd, een paar uurtjes slaap en een gesprek met Hester, Macklyn en Marvyn, Chanisa en Jacob, voelde Kayla zich... Goed gehumeurd.
Ze liep wat de kamer rond terwijl iedereen wakker werd. Dat gebeurde haar vaak.
Niemand had deze keer de wacht gehouden terwijl iedereen sliep. Delora en haar clubje hadden zelfs hun bedden een stukje verder naar Raëls groep geschoven. Kayla hoopte dat ze begrepen dat ze nergens kwamen als ze niet samen werkten.
Kayla zocht Raël op. Hij zat alleen op de deken en wreef in zijn groengrijze ogen. Kayla hield op de een of andere manier van die ogen. Ze waren echt... Knap. Vreemd voor zo'n arrogante gast, maar toch waar. Zoals hij daar zat met zijn zwarte haar, verward door de slaap. Hij had geen t-shirt aan alleen een jogging broek. Kayla keek naar haar eigen kleding, ze hadden allemaal hun pyjama aan, aangezien ze 's nachts uit bed waren gesleurd. Kayla droeg een t-shirtje en een kort pyjama broekje. Het was gelukkig niet koud.
Plotseling merkte Kayla, dat Raël haar al een hele tijd zat aan te staren.
'Oh, ja... Hoi,' mompelde ze.
'Wat wil je?' vroeg hij geeuwend. Hij haalde zijn linkerhand door zijn donkere haar.
Kayla slikte. 'Hoe is het met je arm?' vroeg ze snel.
Raël liet zijn hand zakken. Bekeek zijn andere arm. Tilde hem op en draaide zijn pols voorzichtig. 'Niet gebroken,' zei hij mat. Zijn gezicht was echter vertrokken van de pijn.
'Wat als je verzorging nodig hebt?' vroeg Kayla bezorgt.
Raël gromde en richtte zijn aandacht weer op Kayla. 'Daar kunnen we niet op rekenen.'
Kayla ging naast hem zitten. 'De ruzie met Delora maakt alles moeilijker...' zei ze, 'weet ze dan niet dat we samen moeten werken als we hieruit willen komen?'
'Hieruit komen? Ontsnappen bedoel je?'
Kayla keek op van zijn verbaasde toon. 'Natuurlijk, dat was het plan toch al vanaf het begin? Wil jij je laten verkopen? Wil je dat je ouders geld verliezen?'
Raël boog zijn hoofd. 'Ik heb geen ouders...' fluisterde hij.
Bam.
Geen stoere knul zat nu naast haar. Geen etter.
Kayla was diep geschokt, ze schaamde zich plotseling zo erg, en tegelijk was ze vol medelijden. 'Het s-spijt met zo...' stotterde ze. 'Raël...' ze sloeg een arm om zijn stevige schouders. 'Je hebt ons,' zei ze. 'en daarmee kunnen we het redden.' Ze glimlachte troostend. Ze voelde zich vreselijk slecht opeens, ze voelde woede in zich opborrelen. Ze háátte hun ontvoerders. Verschrikkelijk. Ook al hadden zij niets te maken met de ouders van Raël die er niet meer waren.
Kayla deed haar mond open om nog iets dappers en geruststellend tegen hem te zeggen, toen ze plotseling merkte dat hij verlegen naar haar glimlachte. Ze had nog altijd haar arm om zijn schouders en ze bloosde. Ze had hem alleen willen troosten, hij zag er zo zielig uit. En hij was aardig. Heel aardig vond ze. 'Sorry Raël,' zei ze glimlachend, en ze trok voorzichtig haar arm terug. 'Maar we gaan het redden.' Ze knipoogde en ging weg.
Moed. Moed was wat ze nodig hadden. Moed en hoop, en duidelijkheid. Kayla háátte vaag gedoe, net zo erg als dat ze ninja's haatte.
Ze voegde zich bij Hester die inmiddels wakker was en zei verder niets meer. Ze zag dat Raël af en toe vriendelijk naar haar knikte. Ze had een vriend gemaakt.
De bel! Nee, die verschrikkelijke rinkel klonk weer! Waarom was dat toch nodig? Het deed denken aan school, een schoolbel.
De kinderen voerde het zelfde ritueel uit als daarvoor. Alleen had Raël dit keer geen mes en wisten ze wat er zou gebeuren.
Drie ninja's kwamen binnen gemarcheerd. Gevolgd door een kleine man in het wit gekleed. Oud, grijs, krom, maar fanatiek en snel, hij spurtte achter de drie ninjabodyguards aan.
Zijn oogjes achter zijn brillenglazen schooten zenuwachtig heen en weer, hij wreef telkens in zijn handen terwijl hij langs zijn lippen likte. Kortom, hij maakte een vreselijk nerveuze indruk. Kayla mocht hem meteen al niet.
Toen hij voor de kinderen stond strekte hij zijn rug. Maakte nu een veel zelfverzekerdere indruk. Alsof de kinderen die lager dan hij waren hem geruststelde.
Toen Kayla zijn stem hoorde kromp ze inwendig in elkaar. Iedereen was gespannen bij de aanblik van de vreemde man. Maar nu hij sprak deinsde sommige kinderen zelfs achteruit.
'Kinderen...' het woord klonk liefjes. 'Mijn excuses voor het ongure welkom, en mijn excuses dat ik mij niet eerder aan jullie kon voorstellen...'
Een raspend, kraakend geluid, tegelijk piepend, maar vooral nep-vriendelijk. Dreigend.
'Mijn naam is Professor Trans Schuls...'
Professor? Wat had dat te betekenen? Dacht Kayla. Trans? Van trans...? Ze werd onderbroken.
Breana baande zich intussen een weg naar voor en kwam naast Raël te staan, Delora verscheen aan zijn andere zijde. Natuurlijk moest Breana weer een grote mond op zetten, de stoerste uithangen... 'Professortje wat? En wat betekend dat dat dan wel, Professor? Geleerde? Wil je ons soms scheikunde gaan uitleggen?' ze giechelde om haar eigen grapje.
Kayla was verbouwereerd. Dat ze dat durfde!
Prof. Trans blijkbaar ook want hij kromde zijn schouders en giechelde nerveus mee. Zijn hoofd was rood geworden.
'Haha... Nee nee...' zei hij, en plotseling, alsof het hem duidelijk werd... Dat een kínd hem bespotte, naam hij zijn zelfverzekerde houding weer aan. Zijn dreigende stem was terug. 'Nu is het genoeg geweest, meisje. Ik ben niet gekomen om jullie uit te leggen wat professor betekend. Maar goed, ik kan het ook wel even snel doen...' Hij gniffelde steeds tussen zijn zinnen door. 'Professor is in mijn geval een geleerde inderdaad, maar ik heb een doel. Een wetenschappelijk doel...'
Breana rolde met haar ogen. 'O nee hè, toch scheikunde... Mijn slechtste vak,' ze haalde sarcastisch verontschuldigend haar schouders op.
Een paar kinderen giechelden maar Trans leek het niet te horen. Hij was enthousiast aan het praten over zijn geweldige plannen.
In Kayla's oren klonk dat echter niet zo geweldig.
Het bleek dat de kinderen voor proefkonijn zouden moeten spelen...
~~~~~~
Ik wandelde door de donkere stad. Er brandde wel veel licht, maar de lucht was pikzwart.
Het was koud, het regende en ik huilde.
Mijn tranen vermengde zich met het water dat over mijn gezicht liep.
Ik wist niet precies wat ik moest doen, maar ik wist wel dat ik snel iets moest verzinnen, anders zou ik doorweekt raken en kouvatten.
Gelukkig had ik iets te eten mee gegrist, een saucijzenbroodje en een banaan. Honger zou ik voorlopig nog niet lijden.
Maar onderdak zoeken zou lastig worden. Waar waren mijn broer en twee zussen eigenlijk? Het was zaterdag, mijn broer zou wel stappen zijn, en mijn zussen in hun clubhuis... Kon ik daar heen gaan? Ze zouden me vast verwelkomen, zeker nadat ik ze over de ruzie verteld heb, wat ik zeker zou doen.
Maar ik had geen buskaart en ik wist ook niet precies waar het was. Ergens aan de rand van de stad in ieder geval.
Er liepen veel mensen, maar het meest jonge lui die van de kroeg kwamen. Dronken dus.
Er stond een wat oudere man tegen een lantaarnpaal geleund. Hij las een tijdschrift over geschiedenis. Hem ging ik het vragen. Ik veegde mijn tranen af en stapte dapper op hem af.
'Meneer, kan ik u iets vragen?'
De man liet zijn tijdschrift zakken en toen pas zag ik dat hij een zonnebril droeg. En ik zag de stok die aan zijn pols bungelde. Een blinde. Maar wacht eens... Een blinde die een tijdschrift las?
Hij lachte naar me. 'Ja hoor,' zei hij geduldig.
'Ehm, weet u misschien waar Clubhuis de Drakenvallei ligt?' de Drakenvallei, mijn zussen hadden wel fantasie zeg.
De man deed zijn zonnebril af. Hij bleek een normale meneer te zijn met ogen die konden zien. Hij had me blijkbaar raar zien kijken naar de stok en de bril want hij glimlachte weer en zei: 'Ik sta op iemand te wachten, die stok is niet van mij.'
'Oh. Oké. Maar het clubhuis?' ik kon er niets aan doen dat ik zo ongeduldig deed, ik wilde gewoon weg daar. Het was vlakbij een kroeg en ik hoorde geschreeuw, af en toe kwamen er dronken lui naar buiten die joelden en stonken.
'Clubhuis de Drakenvallei licht in het noorden van de stad, aan de rand. Volgens mij heet de dichtstbijzijnde winkelstraat De Rebelse,' antwoordde de man vriendelijk.
Ah, De Rebelse. Daar helemaal? 'Dank u wel meneer,' zei ik beleeft, en ik maakte me uit de voeten.
Ik was blij dat de meneer niet vragen ging stellen als: Wat moet een veertienjarige meisje in een clubhuis waar ze alcohol schenken?
Ik hoopte vurig dat mijn zussen niet teveel gedronken hadden. Dan waren ze tenminste nog redelijk aanspreekbaar.
Ik nam de eerste de beste nachtbus en kocht er een kaartje. Gelukkig ging alles goed, ik kwam zonder gestoord te worden in De Rebelse.
Vanaf daar moest ik zoeken naar het clubhuis, dat ging nog lastig worden. De vriendelijke meneer had gezegd dat De Rebelse de dichtstbijzijnde winkelstraat was. Dat betekende dus niet dat De Drakenvallei ín de winkelstraat was.
Lekker handig, ik moest door de regen, in de kou, zoeken naar een clubhuis dat niet zo heel bekend was (alleen onder de vrienden en vriendinnen van mijn zussen), en aan de rand van de stad lag. Ik begon bijna weer te huilen.
Ik liep de straat uit en zocht verder waar het rustig en donker was, steegjes en pakhuizen.
Plotseling hoorde ik een stem achter me: 'Sofie?'
Ik draaide me geschrokken om. Voor me stond een lange jongen van ongeveer achttien. Hij zag er oké uit. Niet dronken in ieder geval.
'Nee,' zei ik, 'Kayla.'
Hij begon te glimlachen. 'Het zusje van Sofie en Lisbeth?'
Ik keek hem stomverbaasd aan. 'Ja?' zei ik blij. 'Ik zoek het clubhuis al de hele tijd.'
'Je lijkt nog al op je zussen,' zei de jongen. 'Maar wat doe je hier zomaar?'
'Ik... Wil mijn zussen zien.'
'Natuurlijk, ik breng je er heen,' zei hij, en hij wees achter me. 'Het is aan het eind van die parkeerplaats, bij dat bord.'
Ik volgde hem naar het clubhuis.
'Ik heet trouwens Niak,' zei hij.
'Kayla, aangenaam,' glimlachte ik.
Hij opende een saai uitziende deur en liet me binnen. Meteen werd ik overweldigd door de warmte en de muziek. Er waren niet heel veel mensen, maar ze lachten en praatten en dansen.
De bar was versierd met slingertjes en lampjes, en er hingen lichten aan het plafond in blauw rood en groen. Er was duidelijk een feestje aan de gang.
'Volg mij maar,' riep Niak boven de muziek uit.
We liepen door de ruimte en Niak groette zowat iedereen die er danste, hij bracht me naar een deur helemaal achterin, waar een paar banken stonden en de muziek zachter was.
'Hier laat ik je alleen, Lisbeth is binnen en Sofie is nog in de stad wat vrienden ophalen, ik zie je wel weer,' zei Niak luid.
Ik glimlachte breed. 'Dank je wel!'
Toen liep hij weg en ik ging het kamertje binnen.
'Kloppen voor je binnengaat Niak!'
Een kleine langwerpige ruimte met een bureau, een stoel en een muziek speler. In het kamertje was het echter stil.
Aan het bureau zat een meisje met lang blond haar, ze draaide zich een beetje boos om, en zag toen pas dat ik het was.
'Kayla!' riep ze verbaast uit
Ik zette mijn koffer neer en omhelsde haar
'Kayla wat doe je hier? Wat is er gebeurd?' vroeg Lisbeth bezorgt toen me los liet
Ik begon te huilen en vertelde haar alles.
~~~~~~~Wauw! Het zevende hoofstuk alweer!
En er is nog niet zo veel gebeurd dat echt te maken heeft met experimenten :SVote
Commend
FOLLOW MEE whahahXXSPXX
Love ya guys!
JE LEEST
Experiment F (voltooid)
Science FictionExperiment F. De F van Fauna. In dit verhaal werkt een stel wetenschappers aan een besloten experiment, waarin ze proberen mensen te kruisen met dieren. Een groepje scholieren wordt ontvoerd om als proefpersoon te dienen. Vele mensen worden het slac...