Hoofdstuk 24 : Boven

2K 208 32
                                    

Omg ik schrijf echt alleen maar in mijn vrije tijd haha, hier is ie, hoofdstuk 24 alweer!
L hoofdstuk mensen!!
Enjoy!
~
Even keek Kayla stomverbaasd van Tristan naar Hendricus en terug. Toen drongen de woorden tot haar door. Ze hadden nog maar twéé minuten om weg te komen! Ergens in haar achterhoofd speelde de vraag op; wie had de knop ingedrukt? Maar wat op dit moment veel belangrijker was, was actie.
Kayla vertrok haar gezicht even. Ze vroeg zich vaak af hoe ze in zo'n korte tijd zo hard was geworden, ze kon zich niet eens zorgen maken over Osker en de rest, of die het wel tot de begane grond gehaald hadden, ze hoopte natuurlijk van wel, maar nu kon ze daar niks aan doen dus ze richtte haar aandacht op het hier en nu. 'Rennen!' gilde ze, 'we hebben twee minuten om weg te komen!' Iedereen gehoorzaamde meteen behalve zijzelf. 'Tristan,' zei ze. Tristan nam haar bij de hand en trok haar mee. Hij kuste haar hand terwijl ze rende en drukte haar dicht tegen zich aan. 'Het komt goed Kay,' fluisterde hij. 'We zijn bijna bij de liften.' Dat bracht plotseling tranen in haar ogen, maar maakte haar ook sterker.
Ze renden verder met kloppend hart. Iedereen haastte zich, ook al waren ze uitgeput. Kayla telde de seconden niet maar ze schatte dat er ongeveer een halve minuut voorbij was gegaan toen ze een hoek om sloegen en een grote lift in zicht kwam.
Het leek alsof ze nóg harder gingen rennen, als dat mogelijk was, wie wist hoeveel tijd de lift nodig had om helemaal tot de begane grond te komen? Hoe ver zaten ze ónder de grond?
Het leek een oneindigheid te duren voordat Kayla's hand de knop van de lift raakte. Een zucht van opluchting ging door het groepje toen de deuren met een sissend geluid open gleden. Iedereen stroomde naar binnen. De ruimte was ongeveer drie bij drie meter. Het paste maar net.
Kayla bekeek de knoppen. Het waren er drie, een pijl naar boven, een streep, en een pijl naar beneden. Die laatste gaf blauw licht. Toen Tristan de streep indrukte werd die blauw, de onderste ging uit. De deuren sloten zich weer, en de lift kwam in beweging.
'Hoe lang hebben we nog?' vroeg Tristan gespannen aan Hendricus.
'Vijfenzestig seconden,' zei deze.
Iedereen hield hun adem in terwijl de lift zachtjes bewoog.
Kayla hoorde Tristan zwaar ademen achter zich. Ze zocht zijn hand met de hare. 'Gaat het?' fluisterde ze. Tristan haalde diep adem. 'Ik kan niet heel goed tegen kleine ruimtes,' zei hij zacht en verlegen. Kayla kneep in zijn hand. 'We hebben ergere dingen meegemaakt, vertrouw me.'
Tristan gaf een kneepje terug. 'Je hebt gelijk.' Hij sloeg zijn armen van achter om haar heen. Ze sloten hun ogen.
~~~~
'Hoe lang doet deze lift erover?' vroeg Raël plotseling nerveus. Ook Kalli, Ilva Saffira en Sadya waren onrustig. 'We zijn er bijna, hoezo?' reageerde Tristan verbaast.
Raël keek naar de grond en toen opzij. 'Ik hoor gerommel, en het zwelt aan.'
De andere met een wat minder goed hoorvermogen spitste ook hun oren en inderdaad klonk er een gerommel. Hendricus maakte wilde gebaren. 'Nog vijftien seconden, maar zo te horen is het ergens anders al begonnen!'
'Zijn we er dan nu?!' riep Renske wanhopig.
'Ja!' gilde Hester, want de lift stopte en de deuren gingen open.
Ze waren eruit...
Als er iets was dat Kayla het meest gemist had van de buitenwereld, dan was dat toch echt de open hemel. De frisse lucht blies haar tegemoet. Ze treuzelden even, starend naar het tafereel voor zich.
De lucht was donkergrijs en dikke regendruppels vielen neer op een grote plaats van asfalt, daaromheen stonden gebouwen opgesteld. Er stonden meerdere wagens, Jeeps met overdekte achterbak, in de regen. Het leek op een militaire basis in de bergen. Waar waren ze?
Kayla's aandacht werd getrokken door een groepje kleine mensen een wolf en een hagedis. Het clubje bewoog zich naar een van de auto's toe, en toen zag ze dat de lichten daarvan aanstonden. Een motorgebrul galmde door de regen. De auto startte.
'Dat zijn de zakenmensen met de gevangenen!' riep Tristan opeens. 'En daar is Osker en de rest!'
Hendricus schreeuwde. 'Nog vijf seconden! Ik stel voor dat we rennen!'
Iedereen begon te rennen, het gerommel vanonder de grond zwol aan, het leek wel een aardbeving, de grond schudde en het asfalt begon op sommige plaatsen te barsten.
De wagen reed intussen naar de uitgang.
Osker had zijn vrienden inmiddels ontdekt en ze voegden zich samen. 'We pakken ook een auto!' riep Renske boven het gedonder en de regen uit. 'Wie heeft een rijbewijs?!'
Hendricus en Valentijn pakte ieder een auto en de groep splitste zich in tweeën. Kayla probeerde bij Tristan te blijven maar dat lukte niet, ze kwam bij Valentijn achterin terecht en Tristan zat bij Hendricus. Zijn auto was inmiddels al aangeslagen en ze zetten de achtervolging in. 'Start de motor!' schreeuwde Kayla naar voor, maar Valentijn worstelde met het sleuteltje en Renske, die naast hem zat pakte het af en deed het zelf met een vaste hand. Meteen begon de motor te brullen en Valentijn schakelde, trapte het gaspedaal in en ging in volle vaart achter Hendricus aan.
Zonder op te letten of iedereen aan boord was...
Want daar stond die sukkelige Shemus nog, terwijl de grond om hem heen scheurde.
'Shemus!' riep Kayla. 'Ren! Spring over de barsten heen!'
Shemus schraapte met zijn hoeven over de grond en schreeuwde angstig. Toen nam hij een sprong en vloog over de eerste kloof heen. Zodra zijn benen de grond raakte begon hij te draven, nam sprongen en manoeuvreerde tussen de gaten door. Hij maakte een geschrokken geluid toen de grond onder hem afbrokkelde.
'Nog een laatste sprong Shemus! Je kunt het best!'
En Shemus sprong.
Het asfalt zakte in en er verscheen een enorm gat, rode vlammen siste en rookwolken stegen op, ze omhulde de centaur volledig. Kayla tuurde naar de lucht en zag tussen de rook door de regen naar beneden vallen, en hoog in de lucht zweefde een reusachtige witte vogel. Ze knipperde ongelovig met haar ogen en toen zakte de kar vervaarlijk in onder het gewicht van Shemus. Hij gleed uit en tuimelde naar voor, een waterig spoor achterlatend. Hester gilde verrast.
Kayla moest zich vast houden om niet uit de wagen te vallen. Zodra ze zich veilig gesteld had keek ze weer omhoog, maar de vogel was verdwenen.
Shemus was ongedeerd en de wagen racete verder. De kar schudde toen hij over brokstukken en gaten reed.
Ze volgden WOEF en de gevangenen en Hendricus door een poort, die zich achter hen sloot. Een enorme ontploffing brak uit, juist toen de deur dicht zat. Oranje wolken kwamen boven de gebouwen uit en vernietigde alles met de enorme druk. Kayla voelde de hete lucht in haar gezicht en de auto schokte, ze werden naar achter geduwd maar meer niet. Ze zag de rotsen onder de basis scheuren en met een oorverdovend kabaal stortte het hele bouwsel in elkaar, de ontploffingen gingen nog een tijdje door, maar de rots brak en zakte naar beneden, waar nog meer rotsen waren, zag Kayla. Ze waren ergens in de bergen, aan hun linkerhand was een diep ravijn, aan de rechter kant rezen rotsen de grijze lucht in.
De regen waaide de kar binnen en bespatte Kayla's gezicht. Ze had een enorme knoop in haar maag. Ze trilde van spanning. Alles was vernield. Ze waren vrij gekomen! Maar nog niet klaar...
Kayla sloot even haar ogen. Toen ze ze weer open deed zat Hester naast haar. Ze sloeg een arm om haar heen. 'Het komt wel goed,' zei ze, en Kayla merkte dat ze diezelfde, rustgevende stem had als Tristan.
Ze knikte met nieuwe moed in haar lichaam. 'We zijn er bijna,' beaamde ze.
Ze leunde tegen elkaar aan, namen even rust.
Maar die werd verstoord toen Valentijn het luikje tussen de bestuurders- en passagiersstoel en de overdekte aanhanger opendeed. Zijn gezicht stond gespannen en Renske trok een ernstig gezicht.
'Er is iets dat jullie moeten zien,' zei hij.
Iedereen krabbelde overeind en liep of strompelde haastig naar voor om door het luikje te kijken.
Kayla's mond viel open.
Vóór hen, bovenop de wagen van Hendricus, zat een voorovergebogen gedaante.
Het wezen had reusachtige, witte vleugels die uitwaaierde en krachtig tegen de wind in sloegen toen ze de man de lucht in tilde. Hij leek wel een engel.
Met een machtige slagen steeg de vogelman op en ging op de voorste wagen af, hij vouwde zijn vleugels langs zijn lichaam en dook pijlsnel op het dak van de auto, die hij aan flarden scheurde.
De wagen begon te slingeren en de vogel ging naar binnen.
Plotseling vloog er weer een wezen met witte vleugels uit de wagen, maar dit keer leek het een vrouwelijk persoon. Ze worstelde met haar vleugels en de wind speelde met haar, vouwde haar vleugels dubbel en zorgde ervoor dat ze gauw hoogte verloor.
Kayla keek nagelbijtend toe, Hester slaakte een gil toen de vogelvrouw bijna neerstortte, maar ze kreeg controle over haar veren en vloog weer omhoog. Nu kwam de vogelman uit het dak van de wagen met drie kinderen bij zich. Hij gaf er een aan de vogelvrouw, die het kind naar Hendricus' wagen vloog en haar naar binnen bracht.
De vogelman zelf bracht de andere twee er heen. De vrouw vloog terug en haalde een nieuw kind.
Ze bevrijdden de gevangenen! En dat alles terwijl de wagens voort reden, de wind raasde en de regen het zicht belemmerde.
De voorste wagen schudde nog steeds heftig en Kayla vroeg zich af of het misschien hun bedoeling was de vogels van zich af te schudden.
Maar de twee gevleugelden lieten zich niet afschrikken en ging door met het overvliegen van de gevangenen.
Kayla zag nog een wolf en ook iets van een beer voorbij komen, maar dat wist ze niet zeker omdat het water haar zicht door de vooruit blokkeerde.
Toen de ruiten wisser zijn werk weer deed zat de vrouwelijke vogel op Hendricus' wagen met haar vleugels gevouwen en de man was weer in de lucht. Alle kinderen leken gered te zijn, maar nu hadden de zakenlui een andere tactiek bedacht. Namelijk het naar buien gooien van kratten die over de weg tolden en versplinterden. Zijn twee achtervolgers, Hendricus en Valentijn, probeerde ze zo goed en zo kwaad als het ging te ontwijken en niet van de weg te raken. Ze haalden het tot de voorraad kratten op was.
En als laatste wanhoopsdaad stopten de zakenlui de wagen en zetten die dwars over de weg. Hendricus stopte ook en Valentijn ook. De vogelman streek neer op het dak van Valentijns wagen.
Iedereen stapte uit, de regen in, de gladden rotsen op. Ook de zakenmensen, het waren er vier. Waaronder de kale en een vrouw.
De kale had een revolver.
'Omdat we niet kunnen ontsnappen, dat geef ik toe,' riep de kale boven de regen uit. 'Ben ik bereid jullie een voorstel te doen.'
'Nooit,' zei een bekende stem. De vogelman vloog van het dak. Onder luiden kreten van verbazing en bewondering.
Hij streek neer vlak voor de kale man, griste het revolver uit diens handen en sloeg de man op zijn hoofd. De kale viel neer.
Ook de drie andere kregen een tik en vielen in zwijm.
De vogelman draaide zich om, zijn reusachtige vleugels spreidde hij uit, de veren schitterden in de regen.
Kayla zag dat het een jongen was, inplaats van een man.
En ze kenden hem.
Het was Nathan.
.
Hahaha het hoofdstuk is afgelopen :)
Nog een paar hoofdstukjes en dan is het helemaal voorbij! Vinden jullie dat leuk of niet?
Xx
-commend
- vote
-follow
-share

Experiment F (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu