Hoofdstuk 6 : Ruzie

3.9K 317 37
                                    

Pindaatjedit hoofdstuk is aan jou opgedragen, omdat je de eerste bent die op mijn verhaal stemde!

XxSPxX

Kayla werd wakker omdat er iets zwaars tegen haar arm leunde. Haar arm tintelde.
Een beetje versuft keek Kayla opzei. Hester was tegen haar schouder aan in slaap gevallen, en Kayla vermoedde dat Macklyn haar had ingestopt. 
Toen Kayla zich had bevrijd van Hesters gewicht - en haar voorzichtig had neergelegd - masseerde ze haar arm terwijl ze om zich heen keek.
Ze zag Macklyn en Marvyn een eindje verderop liggen. Het licht langs de muren was gedimd, alleen een vaag schijnsel verlichtte de kamer nog. Ze - de ontvoerders - moesten de kinderen wel in de gaten hebben gehouden, want ze hadden het licht vast gedoofd omdat vrijwel iedereen sliep. Ook Jacob en Chanisa, dicht tegen elkaar en nog altijd naast Hester. Delora's clubje en zijzelf waren nog wakker. Ze keken ononderbroken naar de deur, die helemaal glad was aan de binnenkant, geen hendel, geen raampje, zelfs geen kijkgat of luikje. Ze wilden vast niet in slaap zijn als er iemand binnenkwam.
Raël, hij die hen allemaal moest beschermen, lag wel te slapen. Maar Nathan zat rechtop naast hem. Hij zou hem wakker maken als er gevaar dreigde. Zij hadden het tenminste slim gedaan, Delora, Breana, Laila en Saffira hadden geen tijd om te rusten als ze de hele tijd naar die deur zaten te staren, Nathan en Raël wisselden van tijd tot tijd om.
Kayla was gerustgesteld. Nathan hield de wacht nu, en Delora en zo ook nog wel een tijdje. Maar het zou niet lang duren voordat ze in slaap sukkelden.
Kayla sloot haar ogen weer.
~~~~~
Ik zat in mijn kamer voor een deur. Mijn eigen kamerdeur, in het huis van mijn ouders in Eaterschild.
Het was donker buiten. De lichte gordijnen in mijn mini kleine kamertje wuifde in de wind die naar binnen kwam door het open raam. Buiten hoorde je de stadsgeluiden. Het was nog maar net vakantie en gister was ik thuisgekomen. Ik was blij weer in mijn eigen kamer te kunnen slapen, het was zo vertrouwd roze en kinderlijk. Gister was een gelukkig moment. Ik kwam van de trein, mijn ouders hadden me staan op wachten. Ze omhelsden me en ik kon echt in hun ogen zien dat ze blij waren dat ik er was. En dat had mij ook blij gemaakt... We hadden die avond met z'n allen in het beroemde restaurant gegeten, die de zelfde naam als de stad draagt. Ik verbaasde me er achteraf nog steeds over dat ze het geld hadden om dat te betalen. Het was fijn, we lachten, praatten, aten en lachten meer. Mijn broer en twee zussen waren er ook. Ik had ze echt gemist.
Ik sliep, en een tweede dag was voorbij gegaan. Maar later werd het anders. Geen vrolijkheid meer, alles zakte terug in het normale leven. Het leven in de stad, waar ik zo'n enorme hekel aan had.
Ik dook nog iets dieper in elkaar toen er een hard gekraak weerklonk. Ik durfde niet op te kijken. Een vrouwenstem krijste voor de zoveelste keer en ik hoorde het geschreeuw van mijn vader.
Mijn ouders hadden ruzie.
Ze vermoorden elkaar... Ze maken mekaar af...! dacht ik wanhopig, er was niets over van het geluk dat ik de vorige avond voelde.
Ik miste plotseling de school weer. Ik zou een hele vakantie bij mijn ouders moeten zitten, elke avond de ruzies moeten aanhoren, elke dag dezelfde conflicten moeten verdragen. Ik dacht dat het over was. Dat mijn ouders eindelijk een leven hadden gevonden, ze hadden al zoveel geprobeerd... Ik was in mijn hele leven al tien keer verhuisd volgens mij, en steeds met de hoop dat we gelukkig zouden worden op een nieuwe, frisse plek...
Maar niets hielp.
Ik vroeg me voor de zoveelste keer in mijn leven af, waarom mijn ouders nog bij elkaar waren.
Mijn broer had geluk, hij werkte en ging een eigen huis kopen met zijn vriendin. En mijn twee zussen hadden ook veel minder last, zij waren meestal in de het clubhuis van een groep die ze hadden opgericht. Ze hadden ook heel veel vrienden in de stad.
Ik moest een hele vakantie in dit huis doorbrengen, met twee ruziënde ouders, een zieke hond (mijn hond, Flipper, hij was heel oud en ging bijna dood), en alleen een telefoon om Hester te bellen.
Hester zat bij haar tante, die in Herter woont. Ik wilde dat ik ook naar Herter kon gaan, naar school, naar Hester, naar Hesters tante, naar de rust, de natuur... Ik miste Herter verschrikkelijk.
Ik werd uit mijn gedachten gerukt toen mijn kamerdeur open brak. Ik zag dat mijn vader mijn moeder door de deur duwde, zijn gezicht rood van woede. Mijn moeder viel bijna met haar volle gewicht op me maar ik kon nog net opzij springen en de kamer uit rennen. Ik draaide me om en zag mijn vader het gezicht van mijn moeder slaan. Mijn kamerdeur was aan splinters. Nog altijd schreeuwden en krijste ze tegen elkaar. Ik hoorde de lelijkste scheldwoorden die ik ooit in mijn leven had gehoord.
De tranen liepen inmiddels over mijn wangen en ik rende naar de woonkamer. Ik wilde vluchten voor het vreselijke kabaal.
Wanhopig deed ik mijn schoenen aan en bedacht toen dat al mijn spullen nog in mijn kamer lagen.
Met een wazig gezicht holde ik terug en stapte over mijn vechtende ouders heen, ik wilde er niets mee te maken hebben, ik stak geen hand uit.
Ik raapte wat belangrijke spulletjes bij elkaar en propte ze in mijn koffer, die trouwens nog maar half uitgepakt was. Ik had weinig, maar alles zat er nu in. Voor de derde keer stapte ik over mijn ouders heen. Ik zag overal bloed liggen. Mijn moeder zat boven op mijn vader en bewerkte zijn gezicht met haar vuisten. Er lag een krankzinnige blik in haar ogen.
Ik kneep mijn ogen dicht en rende terug naar de gang. Deed mijn jas aan, pakte nog iets te eten en wat geld, en smeet de deur achter me dicht.
~~~~~
Kayla werd voor de tweede keer wakker van een luid gerinkel. Het licht scheen vel in haar ogen.
Er klonk een bel, die iedereen wakker maakte.
Hester schrok zich wild, naast Kayla. Ze wreef slaperig in haar ogen voordat ze haar vriendin aankeek. 'Kayla...' begon ze dromerig. 'Macklyn is zo...' Maar ze klapte haar mond dicht toen ze zag dat Kayla niet luisterde. Kayla stond op. De bel, het rinkelde en piepte in haar oren. Haar hart begon sneller te kloppen. Iedereen was opgestaan, en ze keken schichtig om zich heen om te kijken waar het geluid vandaan kwam.
Het leek overal vandaan te komen.
Kayla voelde dat Hester onwillekeurig haar hand vastpakte. Kayla kneep erin als antwoord.
Haar ogen zochten Raël en Nathan, ze zaten niet meer bij de deur.
Iedereen was gaan lopen en ze vormden een groep zo ver mogelijk bij de deur vandaan.
Kayla snapte het, ze waren bang dat er iemand binnen zou komen.
Ze trok Hester mee en voegde zich bij de groep. Raël stond samen met Nathan vooraan en nog een paar sterkere kinderen drongen naar voren. Raël omklemde het mes stevig, klaar voor een aanval.
Delora en haar leden hadden zich ook brutaal een weg naar voren gebaand, maar meer om alles beter te kunnen zien, dacht Kayla.
Natuurlijk wilde iedereen zien wie er door die deur kwam, na enig worstelen stonden ze toch allemaal op een goede plaats en vormde ze een lange rij over de hele lengte van de kamer, gezicht naar de deur.
Tot Kayla's grote opluchting stopte toen de krijsende bel.
Ze hielden hun adem in.
Het bleef enkele minuten stil, behalve de piep die in Kayla's oren klonk, het gevolg van de harde bel.
De kinderen konden hun adem niet meer inhouden en begonnen beverig en zo stil mogelijk lucht naar binnen te zuigen.
Iedereen schrok zich wezenloos toen de deur open getrapt werd en met een snerpende knal tegen de muur sloeg.
Achttien mannen met zwarte, stevige pakken, een masker voor hun gezicht en handschoenen, liepen de ruimte binnen. Ze maakten een militaire en tegelijk ninja-achtige indruk, omdat ze bijna geruisloos binnenkwamen.
De kinderen deinsden geschrokken achteruit, zelfs Raël. Maar dat was logisch. De ninja's droegen wapens en handboeien aan hun riem, en hoewel het masker een uitdrukkingsloos, zwart gezicht was, straalden de mannen ervaring en kracht uit.
Ze stelden zich op in een rij, tegenover de kinderen. Op een paar meter afstand. Niemand zei iets.
Kayla bekeek ze en bijna meteen viel haar oog op de honden- of wolvenkop die als een klein zilveren logo op hun borst gespeld zat. De dolk was dus van een van hen! Toen Kayla nog beter keek zag ze ook dat elke ninja (of ontvoerder) een dolk bij zich droeg. Eén van hen moest dus een dolk verloren zijn toen hij Kayla ontvoerde.
Kayla schrok op toen plotseling, alsof ze een sein hadden gekregen, Raël, Delora, Nathan, en nog een paar kinderen naar voren snelden, Raël met de dolk geheven. Kayla stond verstijft en kon alleen toekijken. Toekijken hoe de kleine maar gespierde man die Raël had uitgekozen, de man die hij aanviel, zijn arm met de dolk vastpakte, hem omdraaide, en de dolk afpakte. Raël schreeuwde het uit van de pijn toen zijn arm op zijn rug gedraaid zat.
De anderen dappere kinderen hadden even weinig succes. Even later hadden de ninja's elk hun aanvaller zonder moeite van zich af geschud en terug in de groep gegooid.
Delora gromde en wilde zich opnieuw in de strijd werpen, maar de kleine ninja die nog altijd Raël in zijn macht had weerhield haar daarvan. Hij richtte de dolk nu op Raëls keel. 'Eén stap verder en deze jongen gaat eraan,' zei hij met een luide stem, die enigszins vervormd werd door het masker en daarom een beetje dof klonk. Hij was de bevelgever, dat wist Kayla gewoon, door de manier waarop hij sprak, de manier hoe de andere ninja's hem de ruimte gaven en zich achter hem opstelden, hij straalde macht uit ook al was hij best klein, hij kon niet over Raël heen kijken.
Delora keek hem woest aan. 'Ik ben toch niet bang voor jullie,' spuugde ze, en ze wilde opnieuw naar voren rennen. Dit keer hield Kalli, die de enige vriendin van Raël was, haar tegen. 'Ben je gek?' siste ze kwaad, 'je vermoord hem als je dit doet!'
Delora keek haar vuil aan. 'Kom maar op voor je vriendje! Hij heeft ons allemaal teleurgesteld!' ze draaide zich om en beende naar haar vriendinnen toe.
De ninjabaas leek het wel amusant te vinden want hij lachte, liet Raël los en duwde hem richting Kalli en Nathan, waar hij bezorgt opgevangen werd. Hij hield met een pijnlijk gezicht zijn arm vast. Niet gebroken, gelukkig.
De opperninja bekeek de dolk. 'Ik dacht al dat ik iets bekends zag...' zei hij nadenkend. 'Deze dolk is van één van ons.'
Geen van de kinderen reageerden.
De ninja draaide zich om naar zijn maatjes. 'Mist een van jullie een dolk?' vroeg hij spottend.
Even gebeurde er niets en Kayla bestudeerde elke ninja. Niemand mistte zijn dolk. Toch kwam er een ninja naar voren. Hij was lang en had kort zwart haar onder zijn masker. Hij fluisterde iets in het oor van zijn baas. De leider toonde geen reactie, en onder het masker was niet te zien hoe zijn gezicht stond. Hij knikte kort en de boodschapper trok zich terug.
Hij mistte in ieder geval niet zijn dolk.
De ninjaleider bekeek de kinderen nog eens één voor één. 'Dus toch iemand die zijn dolk verloren heeft. Maar hij is niet aanwezig op dit moment,' hij had het meer tegen zichzelf dan tegen een van de kinderen.
'Wat moet je hier eigenlijk!?' riep Delora kwaad terwijl ze met haar clubje naar voren stapten. 'Zeg wat je moet en laat ons anders met rust!'
Kayla proestte bijna. Ze met rust laten? Dat zouden ze nooit. Waarom hadden ze hen anders ontvoerd? Om te rotten in hun cel? Om hen met rust te laten? Zeker niet. Delora kon goede beslissingen nemen, maar nu overdreef ze. Dat vond Raël blijkbaar ook, want hij duwde haar aan de kant. 'Doe geen domme dingen Delora,' siste hij, het klonk eerder als een ernstig verzoek dan als een stom verwijt. Er was iets in zijn toon dat Delora deed terugtrekken. Ze knikte.
Raël richtte zich tot de ninja's. Ze stonden nog altijd onbeweeglijk met stalen gezichten naar de kinderen te staren.
'Luister, ik weet, wij weten niet wat u hier doet, en we weten al helemaal niet waarom wij hier zijn, maar-'
De ninjabaas stak zijn hand op. 'Wij kwamen alleen kijken hoe het met jullie gaat. Stel geen vragen. Jullie krijgen eten - dat wordt zo meteen gebracht -, en daarna moeten jullie gaan slapen. Over vijf uren krijgen jullie bezoek en de antwoorden waar jullie recht op hebben,' zijn toon klonk mat, maar Kayla herkende vriendelijkheid, alsof hij dit de kinderen niet graag aandeed.
De ninja's draaiden zich als één man om, zonder de kinderen nog de kans te geven om iets te zeggen, toen beenden ze de kamer uit. Meteen daarop kwam er een nieuwe groep binnen. Dit waren zes mannen met een meer militaire uitrusting. Ze brachten borden met voedsel en glazen water terwijl één man de kinderen in de gaten hield met zijn geweer in de aanslag. Het was een vreemd ding met een enorme loop en in de loop gloeide een ronddraaiende oranje lichtcirkel.
Even later waren ze allemaal verdwenen en werd de deur gesloten.
De kinderen begonnen opgewonden te praten terwijl ze naar het eten liepen. Iedereen pakte een bord en een glas, het waren er precies genoeg.
Ze zochten hun plaatsjes op en bekeken het eten.
Het was een plastic bordje met daarin drie vakjes. Aardappel, groente, vlees, glas water.

Guys, girls!! Please vote! Volgend hoofdstuk wordt een grote onthulling !!!

XX SP

Experiment F (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu