Hoofdstuk 16 : Renske

2.8K 204 15
                                    

Een flits. Bliksem? Nee natuurlijk niet... De zaklamp? Nee, het waren de lampen die aan knipperden. Het groepje stopte abrupt.
'Ze hebben de lichten weer aangekregen! We zijn te laat!' riep Macklyn paniekerig.
'De lampen zijn aan, maar de camera's niet. Mijn vrienden weten wat ze doen, ze hebben een blackout ingesteld,' zei Tristan.
'Een wát?'
'De camera's gesaboteerd, als het ware.'
Tristan begon weer te rennen zonder verdere uitleg, met Delora nog altijd in zijn armen. Met tegenzin zette de rest zich ook weer in beweging. Kalli rende soepel langs Kayla heen. Haar vacht rimpelde een beetje. Nu het licht hen weer bescheen kon Kayla haar eens goed bekijken, ze was gewoon een mega wolf geworden. De proporties van een mens, maar de vorm van een dier. Haar vacht glansde goud in het licht, net zoals haar haar ooit deed, dezelfde kleur. Kayla kreeg een vreemd gevoel. Iets wat ze eigenlijk niet toe wilde laten, ze betrapte zichzelf erop dat het jaloezie was. Ze herinnerde zich wat Trans tegen haar gesnauwt had. En nu begreep ze het pas. Je vrienden krijgen een cadeautje. En. Jij. Niet. Het was inderdaad een cadeautje, als je het positief bekeek...
Kayla verdrong haar jaloezie, het zou vast ook heel lastig zijn voor Kalli en Ilva en Osker en Saffira en wie al niet meer. En zij zou er zijn om ze te steunen wanneer dat nodig was, want daar waren ze immers vrienden voor. Ze dacht plotseling weer aan Raël en aan Delora. Ooit vijanden, nu bijna liefdes. Uit elkaar gedreven... Wat zou er met Raël gebeurt zijn? Kayla nam aan dat iedereen die achter was gebleven door Trans gevangen was genomen. Ze zouden wel één voor één gebruikt worden voor een nieuw experiment...
Kayla klemde haar tanden op elkaar en rende door.
Ze gingen trappen af en kwamen in een nog donkerder gedeelte, waar nauwelijks nog licht brandde, alleen heel zwak. Nog dieper in de grond. Tot Tristan halt hield. Iedereen volgde zijn voorbeeld. Ze hadden zo'n tien minuten gerend, niet meer, en toch leunde ze uitgeput op hun knieën. Ze stonden in een klein gangetje met een ijzeren deur.
Tristan gaf Delora aan Jacob en maakte de deur voor hen open. 'Snel naar binnen,' zei hij tegen ze. En toen Jacob langs kwam: 'Leg haar maar op de bedden.'
Kayla stapte als één na laatste naar binnen, daarna sloot Tristan de deur achter zich.
De kamer was klein, er hingen fakkels aan de muur en er lagen bedden in een hoek. Er stond een tafel met één kaars eropin het midden. Er zaten vijf mannen aan. Ninja's, met hun maskers af.
De kinderen draaide zich allemaal naar de mannen om. Ze keken nonchalant terug. Tot Ilva plotseling blaasent op tafel sprong en de kaars omgooide. Het licht doofde en liet haar ogen gloeien. De mannen wisten niet hoe snel ze achteruit moesten springen. Maar door hun strenge ninja opleiding was de schrik van korte duur en gingen ze meteen over in de aanval. Ze trokken hun dolken. Kalli stond Ilva bij en even later ook Osker, die weer in zijn wolvenvorm was veranderd.
Grommend stonden ze tegenover elkaar, het duurde even tot een van de ninja's opeens begon te lachen en zijn dolk liet zakken. 'Uitvindingen van professortje Trans zeker?' De anderen vier ninja's stopten ook hun dolk weg en lachten opgelucht mee. Osker schuifelde naar achter en sprong van de tafel. Ilva gromde nog steeds en schraapte met haar poten. Toen begon de ninja die gesproken had haar te aaien. Het grommen ging over in spinnen en ze ging languit op de tafel liggen. Kalli sprong achter Osker aan.
Iemand zette de kaars weer overeind en stak hem opnieuw aan met een aansteker. Nu werden hun gezichten opnieuw belicht en kon Kayla zien hoe ze eruitzagen. De man die nog steeds Ilva aaide had heel licht, bijna wit haar, hoewel hij er niet zo oud uit zag. Er liep een zwarte streep van zijn voorhoofd, over zijn oog tot zijn linker jukbeen. Kayla mocht hem niet. Hij had haar vrienden uitvindingen genoemd. Zijn ogen waren lichtblauw en koud. Tristan stelden ze net allemaal voor. Hij wees op de man met de zwarte streep: 'Dit is Nelson,' en daarna op een kleine man: 'Dit is onze bevelgever, Mike.' Hij had roodbruin, heel kort haar met aan de slapen grijs. Zijn ogen waren vriendelijk en donker, hij had een rond gezicht en al best wat rimpels. Kayla herkende hem als de ninja die Raëls arm had omgedraaid, toen die hem aanviel met de dolk. De derde ninja was lang met een bril en kort, zwart haar, hij heette Hendricus en was de cameraman, dan kwam er nog een hele jonge (ongeveer zo oud als Tristan), met bruin haar en een arrogante blik waarmee hij Kayla de hele tijd aankeek. Hoe hij heette intereseerde Kayla niets dus ze luisterde ook niet naar zijn naam. En als laatste een soort Hulk, met schouders van bijna een meter en armen zo dik als boomstammen. Zijn naam pastte totaal niet bij zijn uiterlijk omdat hij ruig was, en hij heette Valentijn.
'En dit zijn dus mijn vrienden, en ze zullen jullie helpen,' eindigde Tristan. Kayla vroeg zich af waarom hij zijn masker nog altijd op had. Ze verlangde ernaar zijn gezicht te zien. Wat...? Wacht eens even? Nee dat doe je niet, Kayla, zei ze streng tegen zichzelf. En ze draaide haar hoofd weg van Tristan. Ze bloosde, merkte ze. Haar blik viel op de jongen van wie ze zijn naam nog steeds niet wist. Hij grijnsde stom naar haar. Ze was blij dat ze niet hoefde te reageren want Tristan riep ieders aandacht weer. 'O ja, ik was het bijna vergeten...'
'Hoe bedoel je bijna vergeten?' riep een verontwaardigde meisjesstem. Er stapte iemand uit de schaduw. Een lang meisje met donkerblond haar dat rood glansde in het licht van de fakkels. Haar ogen waren groen en sproetjes sierde haar neus. Ze had haar handen in haar zij gezet en keek boos naar Tristan. Toen liep ze naar voren langs hem heen en ging aan tafel zitten. 'Ik mag hem dus echt niet hè,' zei ze nors. Ilva richtte haar kop op en keek haar aan. Het meisje glimlachte alweer en aaide haar voorzichtig.
Tristan liet zijn schouders hangen en krabde op zijn achterhoofd. 'Jep... Dit is dus Renske, ze is hier nog niet zo lang maar je ziet het, ze voelt zich helemaal thuis-'
'Niet waar!'
'-we hebben haar moeten vangen omdat er een nieuw proefpersoon moest komen omdat Anava... Nou ja, overleden is,' legde Tristan uit zonder op Renske te letten.
Renske stond weer op en liep naar Kayla toe. 'En jij bent?'
Kayla glimlachte om haar en stak haar hand uit. 'Kayla, aangenaam.' Renske schudde haar hand en glimlachte ook. 'Waar kom jij vandaan?' Kayla boog haar hoofd. 'Officieel kom ik uit Eaterschild, maar ik zat op school in Herter. Waar ik... Ontvoerd ben.' Renske knikte aandachtig en begon toen over haar eigen leven te vertellen. Kayla luisterde niet en ze voelde zich schuldig daarover, maar ze kon ze gewoon niet concentreren. Haar gedachten dwaalde af naar vroeger.
~~~~~
Ik keek hoe de straten voorbij gingen terwijl ik in de bus zat. De tranen liepen over mijn gezicht maar ik was niet verdrietig. Ik had een leeg gevoel in mijn maag die maar niet weg wilde gaan, hoewel ik net gegeten had.
Niak was een leuke jongen, maar ik betwijfelde het of ik hem ooit nog eens zou opzoeken. Ik wilde vast nooit meer terug naar Eaterschild als ik eenmaal in Herter was.
Het stonk in de bus en ik was blij dat ik eindelijk uit mocht stappen. Mijn tranen plakte aan mijn wangen en ik deed niet de moeite ze te verbergen. Terwijl ik over de stoep liep langs de flatgebouwen probeerde ik me uit alle macht te herinneren waar mijn broer woonde, of eigenlijk, de vriendin van mijn broer.
Ik besloot de namen te bekijken naast de brievenbussen van de eerste flat.
Het duurde lang en mijn ogen begonnen zeer te doen van het turen naar de letters. Pas bij de derde flat had ik beet. T. Leftings.
Ik belde aan en een krakende stem klonk door het kleine speakertje. 'Ja? Wie is daar?'
'Je zusje,' glimlachte ik, want ik herkende mijn broers stem. Meteen klonk er een zoemtoon en de deur ging open. Ik liep naar binnen en beklom de trappen naar de derde verdieping. Ook daar belde ik weer aan.
Mijn broer deed open. Hij droeg een kamer jas en kwam duidelijk net onder de douche vandaan. Zijn blonde haar zat in de war en zijn ogen stonden nog slaperig. 'Hey Kay, wat doe jij hier?' zei hij terwijl ik naar binnen stapte.
'Goedemiddag Cal,' reageerde ik half. 'Is Tiana niet thuis?'
'Hm nee, ze is al naar haar werk. Alles goed met je?'
Ik knikte terwijl ik op de bank ging zitten. Cal volgde mijn voorbeeld. 'Zeker weten? Na wat er is gebeurd?'
Ik fronste mijn voorhoofd. Hadden mijn zussen achter mijn rug om al met Cal over vader en moeders ruzie gesproken? 'Ik snap niet wat je bedoelt,' zei ik nerveus.
Cal schoof dichter naar me toe en keek me ernstig aan. Er viel een water druppeltje uit zijn haar op de bank. Hij rook naar aftershave. 'Ik kreeg een telefoontje, Kay.'
Ik keek naar mijn handen in mijn schoot. 'Van Lisbeth natuurlijk.' Ik keek opzij.
Cal was even stil. 'Nee...' zei hij toen, verwonderd. 'Van de politie.'
Nu was het mijn beurt om stil te zijn. Ik was in de war. 'Wat is er aan de hand?' vroeg ik uiteindelijk, mijn stem klonk dik. Ik wist niet waarom. Er lag iets zwaars op mijn maag.
'Iets met vader en moeder, ik dacht dat je al geïnformeerd was.'
Mijn ogen worden groot en ik kijk Cal geschrokken aan. 'Nee, ik was in het clubhuis... Vertel op Cal! Wat is er gebeurd?!'
Cal was geschokt, hij had duidelijk gehoopt dat hij het niet hoefde te vertellen, dat iemand anders dat al had gedaan.
'Mama en papa zijn...' hij slikte.
Dood dood dood... Dreunde het door mijn hoofd. Mijn hartslag versnelde.
Toen het eindelijk over Cals lippen kwam kon ik een zucht van opluchting niet onderdrukken. 'Opgenomen in het ziekenhuis.'
'Leven ze nog?!' riep ik.
'Eh ja, rustig Kayla!'
Mijn handen trilden. Opgenomen in het ziekenhuis! Natuurlijk was dit te verwachten, gelukkig leefde ze nog.
'Maar het gaat slecht, en we kunnen ze niet bezoeken. De buurvrouw hoorde geruzie en klappen met de deuren, en toen het eindelijk stil werd is ze gaan kijken, want ze wist dat jij daar ook was. Ze belde aan maar niemand deed open. Toen heeft ze de reserve sleutel gebruikt. Onze ouders lagen op jou kamer, bewusteloos. De deur was aan splinters en er lag overal bloed, Kayla, jij was erbij, wat heb je gedaan en wat is er gebeurd?!'
Ik staarde hijgend in het niets. 'Ik... heb niets gedaan. Ik ben er vandoor gegaan.'
'Waarom?'
'Ze hadden ruzie... Ik heb ze in de steek gelaten...'
'Kay, nee dat heb je niet... Je hebt gedaan wat moest... Kayla...'
Ik viel huilend, zonder geluid, in zijn armen.
Even later lag ik op de bank, Cal had thee voor me gezet en de politie gebeld. Ik dronk rustig de thee en wachtte.
'Het spijt me Kay, maar je moet nog een keer je verhaal doen, bij de politie,' zuchtte Cal terwijl hij met koffie naast me ging zitten. Hij had zich omgekleed - een donkerbruine broek en een wit hemd met stropdas, zijn werkkleding.
'Mag ik daarna naar Herter, Cal?' vroeg ik kalm. Cal beet op zijn lip en keek me peinzend aan. 'Ik ga mijn best doen, als je dat echt wilt...'
Ik knikte heftig. 'Hesters tante vind het vast en zeker goed, daar zal ik gelukkig zijn Cal, echt waar.'
Cal stond zuchtend op toen de bel ging. 'Ik zal het met de politie bespreken,' zei hij. 'Ik ga mee naar het bureau.'
De politieauto bracht ons ernaartoe. Lisbeth en Sofie waren ook geïnformeerd maar hadden meer tijd nodig om wakker te worden. Zij zouden zich later melden.
Op het bureau werden me eindeloos veel vragen gesteld. Hoe laat ging je van huis? Waar ging de ruzie over? Hebben ze je mishandeld? Hadden ze vaak ruzie? Enzovoort. Ik gaf gehoorzaam zoveel mogelijk informatie en liet daarna nog even weten hoe graag ik weg wilden en dat ik ook al wist waarheen.
'Dat zouden we toch aan je ouders moeten vragen,' zei de politieman zakelijk. 'En aangezien zij voorlopig niet aanspreekbaar zijn moeten wij een ander thuis voor je vinden.'
Cal beloofde me dat hij met ze zou praten en ik werd de kamer uit gestuurd.
Op de gang luisterde ik naar het verstomde gesprek. Het zou Cal wel lukken, hij was goed in dingen regelen en mensen gelukkig maken. Ik hield van mijn broer, net als van Lisbeth, Sofie en Hester. En Herter, en school.
Ik wilde Hester spreken. Nu. Dan kon ik meteen vragen of haar tante het goed keurde dat ik bij ze kwam wonen, voor een tijdje, tot de school weer begon.
Ik vroeg de politieman naast de deur of ik mocht telefoneren. Tot mijn opluchting zei hij ja.
'Hey met Hester Tina, wat kan ik voor je doen? Eh, wacht, ik bedoel... Met wie spreek ik?'
Ik lachte, blij om haar weer te horen. 'Met Kayla, hoi Hester.'
'Kayla! Hoe is het?' klonk het verrast en opgewonden tegelijk.
Ik zuchtte. 'Als je het echt wilt weten... Slecht.'
Hester maakte een geschrokken geluid. 'Vertel, wat is er?'
Ik vertelde haar alles wat er was gebeurd, ze was al op de hoogte van de slechte relatie tussen mijn ouders, het ging bij haar immers net zo. Alleen had ze familie om heen te gaan, en ik niet.
'En nu mag je eindelijk bij ons komen wonen!' jubelde Hester. Maar ze stokte meteen. 'Oeps, sorry... Ik bedoel... Erg van je ouders...'
Ik lachte hartelijk. 'Ik hoop dat ik bij je mag komen wonen Hester! Mijn broer probeert het nu voor elkaar te krijgen.'
'Yes!' gilde Hester waardoor ik de telefoon zover mogelijk van mijn oor af hield. 'Ik ga het NU aan mijn tante vragen, één momentje.'
Ik hoorde wat geroep en gestommel en even later lang gepraat. Toen kreeg ik Hesters tante aan de telefoon. 'Hallo Kayla! Met Anneke, hoe is het nou?'
'Goed hoor Anneke, bedankt. Met u?'
'Heel goed, en ik heb heus wel plaats voor nog een meid hoor! Ik zie je graag dus ik vind het allemaal prima.'
'Fijn Anneke!' zei ik blij, 'bedankt.'
'Ja, ze bellen me wel wanneer ze me nodig hebben hè?'
'Ik weet het zeker.'
'Nou, doei dan Kayla, tot ziens, en sterkte! Hester... Mag ik ophangen?'
Ik hoorde nog wat gemompel en toen hing ze op. Met een zucht liet ik te telefoon langs mijn oor naar beneden glijden. Mijn broer stapte net de kamer uit. 'Het wordt geregeld,' grijnsde hij.

TimeSheeran -als Renske.
Credits voor dit geweldige personage gaan naar haar :) xx

Experiment F (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu