Hoofdstuk 23 : Weinig tijd

2.1K 198 25
                                    

De pijn en de vermoeidheid werd weggeduwd, naar een plaatsje in hun geest waar ze er geen last van hadden. Ze voelden het nog wel, wanneer ze stil hielden om op adem te komen, maar de overlevingsdrang won het van alle redenen om te stoppen.
Hun benen en poten brandden, hoofden bonsden, longen knapten bijna. Kayla had moeite om haar gevoelens weg te drukken, ze vocht tegen haar vermoeidheid en dwong zichzelf door te rennen, nog drie meter, vijf, tien, de meters vlogen onder haar benen vandaan. Haar emoties wisselde elkaar om, angst, haat, verdriet, hoop, en dan kon ze wel lachen van blijdschap omdat ze het al zo ver gehaald had. En dan kwam het verdriet om haar verlies. Om Tristans verwondingen... Anava dood, Nathan dood... Ja, zelf Breana.
En hoeveel zouden er nog volgen voordat ze veilig waren? En wat moest er van de mutanten terecht komen wanneer ze de uitgang bereikten? De uitgang, het leek bijna iets onmogelijks voor haar. Zouden ze die we ooit bereiken? Op deze momenten zakte Kayla bijna door haar knieën van hopeloosheid.
Maar plotseling waren ze er. De uitgang kwam in zicht!
Het zag er echter niet uit als een uitgang, dus Kayla dacht dat ze nog altijd niets gevonden hadden. Het waren drie schachten met ijzeren ladders erin. Osker transformeerde naar zijn menselijke vorm. Hij hijgde nog na en zijn stem klonk gromerig: 'Dit is waarschijnlijk de nooduitgang, de weg die de zakenmensen genomen hebben.'
'De uitgang!' riep Delora. 'Dit is fantastisch!'
'Wat je fantastisch noemt...' zuchtte Shemus, en hij tilde een voor een zijn vier hoeven op. Delora beet op haar lip. 'O ja... We kunnen jou hier niet achterlaten.'
'Zoals we Hester hebben achtergelaten?' reageerde Macklyn fel. 'En Tristan? Valentijn? Hendricus? Saffira?' met elke naam nam zijn stem in vollume aan. Delora stak beschermend haar handen omhoog en Raël kwam dreigend dichterbij. 'Wow wow Macklyn, rustig aan oké?'
Macklyns ogen gloeide kwaad. Hij richtte zich op Kayla. 'Heb jij hier geen moeite mee Kayla? Hester is je vriendin,toch? En Tristan je grote vriend?' de spot in zijn stem raakte Kayla, maar ze bleef er koel onder. 'Doe niet zo moeilijk Macklyn, ga lekker naar haar toe dan lossen wij dit zelf wel op.' Het was niet Kayla's bedoeling de jongen te kwetsen maar dat had ze wel gedaan, hij vocht tegen zijn tranen toen hij achteruit deinsde. 'Nee... Ik weet de weg niet eens... Ik blijf wel.'
Kayla ging naar hem toe om een arm om hem heen te slaan. 'Iemand verliezen of achterlaten is gewoon verschrikkelijk, daar hebben we allemaal moeite mee.' Er  klonk een instemmend gemompel. 'Maar waarom zouden we opgeven, nu, nu we zo ver gekomen zijn? Dit is de uitgang!' er klonk een lachje door haar stem toen ze op de drie schachten wees. 'En het mooie is dat dit niet de enige uitwegen zijn. Er zal vast ergens een lift zijn.'
Macklyn ging met zijn hand langs zijn ogen. Hij snifte.
Kayla begreep hem maar al te goed, ze hadden het allemaal moeilijk. En we zijn maar kinderen...
'Dan stel ik voor dat we opsplitsen,' zei Raël die intussen weer mens was. 'Shemus gaat met mij mee, Delora, Renske, Kalli, Ilva en Kayla, jullie komen ook.' 
Kayla knikte naar hem. 'We gaan de lift zoeken. Kan iemand met een sterk reukvermogen Hendricus en de rest gaan halen? Misschien kunnen we nog ontmoeten voordat we naar buiten gaan.' 
Sadya maakte een geluidje (want ja, what does the fox say?) en krabbelde met haar poten . Kayla wees naar haar. 'Goed, Sadya, ga maar snel.'
Het roodbruine dier sprintte weg, de witte pluimstaart golfde achter haar aan.
'Geen tijd te verliezen,' riep Raël, 'klim snel die ladders op en probeer WOEF en de gevangenen tegen te houden!' 
Zeven kinderen begonnen de ladders te beklimmen, zodra ze de schacht in verdwenen waren draaide de andere zeven zich om, en verwijderden zich ook.
'Hoe moeten we die lift vinden?' vroeg Kayla onzeker. 'Ik kan me de kaart nauwelijks herinneren!'
Renske draaide zich plotseling grijnzend om. 'Maar ik wel!'
Kayla glimlachte opgelucht en klopte haar op haar schouder. 'Dat is mooi, wijs ons de weg maar.' Renske salueerde voor de grap en versnelde haar pas zodat ze vooraan kwam te rennen. 'Volg mij maar!' riep ze tegen iedereen.
Het ging niet zo vlot, Kalli, Ilva, Shemus en Raël met Delora op zijn schouders konden snel rennen, alleen Renske en Kayla raakte weleens achterop.
Ze pauzeerde af en toe, maar de pauzes werden al snel veel te lang. 'Dit gaat niet meer,' hijgde Kayla. 'Ik kan niet verder.' Ze slaakte een gil toen Raël haar op zijn schouders zette. 'Dit moet lukken, nietwaar?'
Kayla lachte. 'En Renske?'
Shemus glimlachte verlegen naar Renske. 'Kun je paardrijden?'
Renske keek geschrokken naar Shemus' paardenlijf. 'Wat bedoel je...? Nee ik kan niet paardrijden.'
Shemus haalde zijn schouders op. 'Geeft niet, ik leer het je wel,' en zonder pardon zette hij Renske op zijn rug.
'Wow wow wow!' gilde Renske. 'Niet zo snel!'
Iedereen moest lachen. 'Jij wijst ons de weg Renske!' riep Shemus boven het hoefgeklepper uit.
'J...Ja hoor...' klappertandde ze.
Niet veel later riep Kayla: 'Sadya! Daar is Sadya!' Iedereen draaide zich om en daar kwam inderdaad Sadya aangerend, gevolgd door Hendricus, Saffira, Hester en Valentijn en iemand vlak achter hem.
Kayla gleed van Raël schouders en rende naar ze toe. 'Tristan?' fluisterde ze.
Hester omhelsde haar. 'Ook blij om jou te zien,' zei ze sarcastisch, maar toch stonden haar ogen oprecht. Kayla zuchtte. 'Sorry, Hester ik ben gewoon bang dat...' 
'Kayla?'
Kayla liet Hester los en richtte haar blik op Valentijn, waar Tristan achter vandaan kwam. 'Tristan!' riep Kayla. Maar ze bleef versteend staan. 
Tristan zag er heel anders uit. Zijn blauwe ogen omrand door dikke paarse wallen, zijn wangen bleek, zijn voorhoofd nat van het zweet. Zijn hele borst was omwikkeld met verband en hij liep met zware stappen. Maar zijn houding was trots en krachtig, hij leek zelfs wel langer geworden, en zijn borstkas was werkelijk breder geworden. Hij stond steviger op zijn benen en al zijn spieren leken groter. Hij zag er echt sterker uit.
'W...wat is er gebeurd?' stotterde Kayla, Tristan kwam langzaam naar haar toe.
'We hebben gedaan wat we konden maar... Hij zou het niet redden als we hem niet...' hakkelde Hendricus handenwringend. 'We moesten wel, anders...'
Kayla's mond hing een stukje open toen Tristan haar schouders pakte. Hij keek diep in haar ogen. Het liefst had ze hem omhelst, als ze niet zo verbouwereerd was.
'Kayla? Wat is er?'
'We hebben hem een serum gegeven...' zei Hendricus zacht. 'Maar...-'
'Je... Bent een mutant?' meteen schrok ze van haar eigen woorden. Tristan leek gekwetst door het woord mutant. 
Kayla fronste haar wenkbrauwen. Hoe kon ze zo stom reageren? Tristan was terug, hij leefde en stond hier! Alleen iets breder en met een beetje serum in zijn bloed maar wat dan nog?
Kayla's ogen begonnen te prikken en ze viel in Tristans armen. 'Je bent terug!' huilde ze.
Er klonk een 'aah' geluid uit de monden van haar vrienden.
'Welk DNA heeft je zo gespierd gemaakt?' grinnikte Kayla. 
'Dat vertel ik je later wel,' zei Tristan gespannen. Kayla liet hem los. 'Wat is er?'
'We moeten weg,' zei hij alleen.
Hendricus kuchte en trok ieders aandacht. Hij likte zijn lippen voor hij zei: 'We hebben twee minuten om dit gebouw te verlaten, want het staat op het punt te ontploffen. Iemand heeft de zelfvernietiging knop ingedrukt...'

WAOW! Cliffhanger of niet? Ik heb het niet gehaald tot de 2000 woorden, maar ik hoop dat jullie ook blij zijn met iets minder :)
Vote, Commend, Follow! En btw, een knuffel voor iedereen die hier ook maar enige aandacht aan besteed. 3k, I'm flabbergasted! Love u guys, never forget that :)

x

Experiment F (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu