{Chapter 1} Oeps sorry

1.1K 40 17
                                    

POV Jeremy

Waarom word ik nou weer gepest? Op mijn vorige school ook maar hier lijkt het nog erger te zijn. Is er dan echt iets mis met me?

Ik bekijk mezelf in de spiegel en ga met mijn hand door mijn haar heen. Als ik mezelf zie weet ik eigenlijk gelijk alweer waarom.

Ik slaak een luide zucht. Het is gewoon niet eerlijk dat ik altijd weer gepest moet worden. Ik weet dat ik niet de leukste of de knapste ben, maar zo kan het gewoon niet langer. Zou het beter zijn als ik er niet was? Gewoon weg?

Ik zucht nog nogmaals. Ik kijk mezelf nu recht in mijn ogen aan. Eerst nog een dag school zien te overleven.

Ik doe mijn boeken in mijn tas en loop naar beneden toe. Mijn ouders zijn zoals gewoonlijk weer is niet thuis. Mijn tas sla ik over mijn schouder heen en ik loop naar beneden toe. Ik heb geen honger dus eten sla ik over. Ik kijk op mijn telefoon voor de tijd. Ik zie dat ik nog vijf minuten heb tot dat de bel van school gaat. Het zal allemaal wel. Ik geef Milow nog een aai en loop de deur uit.

Al zuchten en kijkend naar mijn voeten verlaat ik het huis. De plek waar ik 'veilig' ben. Veilig, maar wel alleen. Alleen, zoals altijd. Ik zie allemaal mensen fietsen over de straten in groepjes. De groepjes waar ik nooit bij zal horen. Ik trap even door en ik kom op school aan. Ik hoor de bel en ik zet mijn fiets op slot. Ik loop snel naar mijn kluis toe en leg mijn jas erin, daarna loop ik het biologie lokaal in en ga achterin bij het raam zitten.

Ik hoor opeens iemand naar me roepen.  "Ey kleine, is die tas je enige vriend of zo?!" Ik hoor een paar mensen lachen maar ik negeer het. Het is toch Joost weer die dat zegt. Eén van de grootste pesters, maar dan ook echt letterlijk de grootste. Om Joost kan je gewoon niet heen. Hij is net lange Jan, maar dan gemeen. Al zou je überhaupt zeggen dat hij op lange Jan lijkt overleef je de dag niet.

Ik werp een korte blik op de klas en zie dat Joost een gemene lach naar me toewerpt. Dan vestig ik mijn blik weer op het raam. Ik blijf me concentreren op een blaadje die van een boom afvalt. Weet je, soms kan de natuur perfect je gevoelens beschrijven. Het blaadje dat valt is net zoals ik in de samenleving met andere mensen. Je hebt de mensen uit mijn klas en je hebt mij. Dat zijn twee verschillende soorten personen.

Joost loopt naar me toe. "Jerrie, mag ik naast je zitten?" Hij maakt mijn tas open en gooit mijn boeken op de grond. "Oeps sorry," zegt hij lachend en loopt dan naar Harm toe. Ik zie dat Harm moet lachen en ik voel dat mijn gezicht rood word. Snel pak ik de spullen van de grond en doe alles weer in mijn tas voordat de docent komt.

"Jeremy Frieser! Wat is dit nou weer? Rotzooi maken in de klas?! je mag je gaan melden!" Als je het over duivel hebt. Ik doe snel mijn tas dicht en loop naar de deur. En dat betekent dat ik ook langs Joost moet. Ik loop zo snel mogelijk door maar ik merk dat mijn voet blijft haken en ik val op de grond.

"Moeilijk he lopen met die kleine beentjes van je." Hoor ik Joost lachend zeggen. Ik voel iets nats over mijn wang en ik ren de klas uit. No way dat ik me nu ga melden nu. Als ik bij de wc's ben kijk ik via de spiegel naar mezelf. Dit ben ik dan, Jeremy Frieser. Ik zucht en blijf mezelf aankijken. Dan besluit ik om toch maar me te gaan melden. Er is geen andere optie. Als ik niet ga maak ik van een probleem nog meer problemen.

Ooit, Ooit is het mijn tijd. Ik loop naar de conciërge toe. De conciërge glimlacht naar me. "Wat is er?" vraagt ze aan me. "Ik moest me melden," zeg ik zuchtend. Hij kijkt me vragend aan. "Waarom moet jij je melden?""Niks bijzonders,"  zeg ik snel, een beetje te snel. De conciërge kijkt me een beetje apart aan en ik lach het weg.

"Dus wat heb je voor me te doen?" Vraag ik aan de conciërge. "De vloer in de aula en de gang moet nog geveegd worden. En de wc's moeten nog wat extra schoongemaakt worden." Zegt de conciërge terwijl hij mij een bezem geeft.

Langzaam loop ik naar de aula toe. Ik snap niet wat hier geveegd moet worden. Er ligt letterlijk niks op de grond. Ik loop wat rond met de bezem zonder werkelijk iets te doen. Waarom ik altijd? Laat Harm dit doen! Hij is zelf een stuk vuil dus dat kan er best bij komen. Dan komt de conciërge de aula binnenlopen. Tot mijn verbazing loopt hij samen met Link.  "Jij, pak een bezem en help hem." Hij geeft Link een duw in zijn rug en hij pakt een bezem.

I hope you enjoy this chapter xx.

Not MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu