{Chapter 9} "Link! Hel-.."

479 29 1
                                    

Link stuurt niks terug maar hij heeft het wel gelezen. Ik weet niet of hij überhaupt komt. Hij kan ook met Joost en Harm zijn. Dan komt hij al helemáál niet. Als ik de hoop bijna heb opgegeven pak ik een wit t-shirt uit mijn kast. De plekken op mijn armen zijn nog goed te zien..Maar fuck it. Ik heb genoeg van mezelf opsluiten in een trui. Als ik naar beneden loop om mijn tas te pakken voor mijn boeken, hoor ik de bel. Hij kwam dus toch. Ik gooi de tas neer in de keuken en loop naar de deur. Als ik de deur opendoe zie ik niet Link staan..

Mijn ogen worden groot en angstig begin ik te trillen. Voor me staan Harm en Joost met beide een meisje naast hun die ze toch alleen maar hebben voor de populariteit of voor andere dingen. "W..w..w..at doen jullie hier?" vraag ik stotterend terwijl ik hevig loop te trillen. Ik ga met mijn hand zenuwachtig door mijn haar heen.

"Een beetje Link appen hé? Alsof hij iets met jou te maken wilt hebben." Joost buigt zich over mij heen en kijkt me dreigend aan. Hij balt zijn vuisten..Ik doe mijn ogen dicht om me voor te bereiden op de klappen. Maar ze komen niet. Als ik een mijn ogen opendoe zie ik Harm en Joost nog staan. Beide met een woedende blik. Als ik over de schouder van Harm heen kijk zie ik Link doelloos staan. "Link! Hel-.." Dan voel ik een klap van Harm tegen mijn wang. Als ik draaierig om me heen kijk voel ik een trap tegen mijn maag en voelt het alsof ik naar binnen vlieg. Als ik binnen ben doe ik snel de deur dicht voordat ze binnen kunnen komen. Als de deur dicht is Ga ik ertegenaan zitten. Mijn hoofd verberg ik in mijn handen en knieën. Ik hoor gelach vanaf buiten. Mijn witte t-shirt is al lang niet meer zo wit. Er zit een afdruk van Joost zijn schoen op en wat bloed van mijn wang. En nu ook nog wat tranen. Hoe heeft alles zo fout kunnen gaan..

Er wordt nog luid op de deur gebonsd. Ik hoor een harde zucht vanaf boven, hoogstwaarschijnlijk Enzo. De persoon die het nodig vond om te zuchten loopt de trap af naar beneden toe. Als ik op kijk zie ik dat het Enzo is en zijn vriendin, als het zijn vriendin is. "Jer doe nou niet alsof je een kind van vijf bent en doe die deur gewoon open," zegt Enzo nogal geïrriteerd, waarschijnlijk omdat ik de deur niet open deed. Enzo wil de deur open doen, alleen beseft hij dan pas dat ik nog tegen de deur aanzit. "Jeremy, move your ass." Het valt me op dat hij nu mijn volledige naam gebruikt, wat hij alleen doet als hij echt boos op me is.

"No." Reageer ik kortaf. "Waarom niet?" "Omdat die deur niet opengaat Enz." "En waarom dat dan weer niet?" "Stel niet zo veel vragen please, ik heb koppijn." "Ja, daar heb je waarschijnlijk zelf voor gezorgd. Dus daar kan ik je niet mee helpen." De bezorgde, vrolijke, Enzo is verdwenen. In plaats daarvan doet hij waarschijnlijk stoer voor zijn vriendin ofzo. Ik wil gewoon niet geloven dat Enzo écht zo boos op me is. Hij heeft me in elkaar zien slaan, dan gelooft hij toch ook wel dat ik die deur niet open wil doen? Enzo duwt mij aan de kant en doet de deur open. Bang ren ik naar boven. Dan hoor ik hevig gelach van Joost en Harm. Dan hoor ik iemand vallen, en iemand gillen..

Ik ga vlug naar mijn kamer en doe de deur dicht. Ik hoor nu voetstappen naar boven komen. Niet 2 maar 8. Bang ga ik zitten tegen de deur. Een paar secondes later voel ik een trap tegen de deur. Snel spring ik weg en doe de boekenkast die daar langs staat er tegen. Ik weet dat de deur niet lang meer ga kunnen aanhouden dus vlucht ik naar mijn raam. Ik kijk hoe hoog het is. "Jer je kan het." fluister ik een paar keer tegen mezelf. Plots zie ik een voet door de deur. "Het is nu of nooit." fluister ik zacht. Ik spring naar beneden. "Gelukkig doe ik aan fitness." zeg ik zacht. Dan begin ik te lopen eerst naar de deur om Enzo te pakken.

Ik loop zachtjes langs het huis naar onze voordeur toe. Als ik bij het grote raam van de woonkamer ben, buk ik. Ze mogen me never nooit niet zien. Als ik om de hoek ben kijk ik eerst of er niemand in de buurt van Enzo is. Ik sluip dichter naar het bosje naar de voordeur toe en ga gehurkt achter het bosje zitten. Ik kijk door een kleine opening heen en zie twee meisjes praten. Eentje herken ik als de vriendin van Enzo, en de ander komt me vaag bekend voor. Is dat niet het meisje die de hele tijd bij Harm in de buurt is? Ik merk dat mijn evenwicht het niet meer houd en ik val om. Op een tak. Die breekt. De twee meiden horen het en komen voorzichtig mijn kant op. Ik raak lichtelijk in paniek en kijk naar mijn omgeving. Als ik nou bij het schuurtje ben, kan ik vanaf daar het bos in rennen. Ik hoor de voetstappen van de meiden, maar ook voetstappen achter me. Yolo waterpolo! Ik spring zo snel ik kan naar het schuurtje. "Godverdomme! Daar gaat die kleine kut worm." Roept Harm kwaad. "Wat zeik je nou? Ga er dan ook achteraan sukkel!" Schreeuwt Joost nog. Maar ik ben al bij het schuurtje. Ik zie hier een oude tas, flessen drinken en wat voedsel. Voornamelijk voedsel in blik zit. Ik hoor dat er aan de deur getrokken en betrapt word, wat dus betekent dat ik op moet schieten. Ik schuif een plank aan de kant en kruip door het gat naar buiten. Ik duw de plank terug en ren het bos in. Ik ren zo snel mogelijk als ik kan, want ik weet dat ik hier ooit een boomhut heb gebouwd. Waar niemand iets vanaf weet. En de enige plek waar ik echt veilig ben. Voorlopig...

Not MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu