{Chapter 11} Ze waren eerder..

484 32 0
                                    

Ik word wakker van geritsel bij de ingang van de hut. Mijn ogen worden groot en ik zoek een plek om te verstoppen, die er natuurlijk niet is. Ik hoor voetstappen naderen. "Jer, waar zit je?" Link loopt dan mijn kamer binnen. "Jeremy, ik heet Jeremy," snauw ik hem toe. Hij trekt de deken van me af en gaat met zijn vinger naar de wond die is ontstaan door de spijker. Zachtjes kreun ik als hij hem aanraakt. "Jer, sorry, Jeremy, heb je hem al gedesinfecteerd?" Ik schud met mijn hoofd en ik hoor Link zuchten.

"Het is een oude spijker Jeremy. Je zou er zo een infectie door kunnen krijgen." Ik zucht. "Kan dat ook later?" "Nee Jer." "Hoe vaak moet ik het nog zeggen. Ik heet Jeremy. En geen Jer." "Sorry Jeremy.." Link laat zijn rugzak vallen, waarvan ik niet eens wist dat hij hem bij had. Hij heeft er een hele verbanddoos, luchtbed, deken, kussen en nog veel meer in zitten. Hoe het er allemaal in past geen idee. Maar het is zo. Ik ga moeizaam zitten en Link maakt de verbanddoos open. Ik krijg rillingen door mijn hele lijf als hij het wondje schoon maakt. Het voelt niet heel naar...Maar ook niet fijn. Het voelt nogal vreemd..

Het jodium prikt wel nogal op de wond, maar echt pijnlijk is het niet. "Klaar," zegt Link dan vrolijk terwijl ik hem met een opgetrokken wenkbrauw dan aankijk. "Waarom heb je al die spullen meegenomen?" vraag ik dan aan hem. Link begint het luchtbed op te blazen en negeert volledig de vraag die ik net stelde. "Link ik vroeg je wat." Hij maakt met zijn hand een gebaar van laat het zitten en gaat gewoon weer verder met opblazen. Ik zucht en schud met mijn hoofd. Ik besluit om in de kast te kijken voor misschien nog wat eventuele kleding. Ik zie wel wat hangen, maar dat is echt veel te klein.

Ik zucht en pak een oude trui uit de kast. Ik kocht truien altijd te groot. Dus deze zou nog kunnen passen. Ik trek de trui over mijn hoofd in de hoop dat hij past. Wat natuurlijk niet zo is. Ik smijt de trui ergens in een hoek en ga op bed zitten. Link heeft ondertussen het luchtbed opgeblazen en is er een deken en kussen op aan het leggen. Ik staar door het raam naar buiten. Moet ik hier echt met hem zitten? Ik weet dat ik hem zelf heb gevraagd hierheen te komen..Maar nu bedenk ik me opeens dat het niet zo'n goed idee is. Hij fietst altijd samen met Harm en Joost naar school..Dus die halen hem ook op. Bij hem thuis. Waar hij nu niet is. Want hij is hier. Dan laat ik mijn hoofd op bed vallen en val ik in slaap..

Ik word wakker geschud en ik wrijf slaperig in mijn ogen. "Wat is er?" vraag ik moe. Ik hoor Link grinniken. "Ik ga naar school toe zo. Wat ga jij doen?" Mijn ogen worden groot en staan angstig bij het woord school. School is mijn grootste angst geworden en dat alleen door Joost en Harm. Zonder hen zou school een stuk minder erg zijn. Daar droom ik van, dat ik gewoon over straat kan lopen zonder op te moeten letten of Harm en Joost daar lopen.

"Uuhh...Ik denk met jou mee i guess.." "Dat kan niet, dat weet je toch? Als Harm of Joost ons zien vermoorden ze ons" Daar heeft hij een punt in. Ik kan niet mee met Link, maar ik kan ook niet hier blijven zitten en afwachten. "Jer, ik moet nu echt gaan. Joost en Harm halen me over een half uur op bij mij thuis.." Dan hoor ik Link's telefoon. Link pakt direct zijn telefoon en zijn ogen worden groot als hij even naar zijn telefoon staart. "Jer..Harm en Joost-.."

Ik kijk hem vragend aan. "Wat is er met ze?" Link kijkt me angstig aan en tikt met zijn vingers irritant op het tafelblad. "Link?" Hij haalt even diep adem. Ik pak de onderkant van mijn shirt vast in de hoop dat het niks met mij te maken heeft.

"Ze..Ze..Ze waren eerder..." "Eerder bij wat?" "Bij mij thuis.." Ik begin te trillen als ik de woorden hoor. "Link. Jij moet nu gaan..Ze komen zoiezo hierheen nu..Zeg tegen de conciërge dat ik ziek ben." Link knikt alleen maar en pakt dan zijn rugzak. Daarna loopt hij gewoon weg. Ik zit angstig op bed af te wachten. Af te wachten op de klappen. Te wachten op de pijn, haat, en weet ik veel wat ze nog meer gaan doen.

Met mijn handen pak ik mijn haren vast. Wat als ze me in de telefoon van Link hoorde en dat ze dus weten dat wij bij elkaar waren? Dat is voor ons beide niet positief. Ik zucht en loop naar een aantal pallets met daarop kussens erop wat een bank dus voor moet stellen zitten.

Not MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu