Ik zucht. "Linky, ik zit al de hele tijd boven en ik zou graag even naar beneden of naar buiten willen." Ik kruip naar Link toe en kijk hem smekend aan. Ik ga met mijn hand door zijn haar heen en ik kijk hem met een pruillipje aan.
Link schudt met zijn hoofd. "Als er iets mis gaat, gaat het ook echt mis..Naar beneden kan wel. Maar naar buiten niet.." Ik zucht. "Zullen we dan naar beneden gaan?" Link knikt. Ik sta voorzichtig op en Link pakt het kastje. Ik weet dat Link achter me aanloopt, maar toch voel ik me onveilig. Omdat ik niet weet waar Joost heen was gegaan. Ik hoorde wel een trap, maar zijn kamer is op zolder. Dus daar schiet ik nog niks mee op.
Ik loop voorzichtig de trap af. Ik voel een duw tegen mijn schouder aan en ik mijn voet valt weg en ik val van de trap af. Ik kreun luid als ik op de grond ben gevallen. Ik sluit even mijn ogen omdat het zoveel pijn doet en dan open ik even mijn ogen weer.
"Joost! Waar de fuck ben je mee bezig?!" Hoor ik Link roepen. Ik hoor Joost iets onverstaanbaars zeggen en dan de trap oplopen naar zijn kamer. Link komt de trap afhollen met het kastje en maakt zo snel mogelijk de draden weer aan me vast. Ik voel zijn hand over mijn lichaam gaan. En het voelt niet vervelend. Als Link klaar is probeer ik op te staan. Link kan me niet helpen, hij heeft immers het ding vast dat me in leven houdt, daar ben ik nu wel van overtuigd..Ik wil gewoon normaal kunnen lopen zonder bang te moeten zijn dat ik half dood ga.
"Link ik wil nog steeds naar buiten," mompel ik. Met veel moeite lukt het om op te staan. Ik strompel met veel moeite maar de bank toe en ga daar op zitten. Ik bijt op mijn lip, wetende dat ik hier ook niet veilig ben.
Link schudt weer met zijn hoofd. "Als we nog even een half uur wachten komt mijn moeder thuis. Dan kunnen we vragen of de draden af mogen. Tot die tijd kunnen we beter even op de bank Mario Karten op de Switch" Ik knik. Afleiding is wel wat ik zoek. Al verlang ik wel naar frisse lucht en vooral naar het meer in het park.
Ik pak een controller en ik win een paar keer van Link. "Ik ben beter" zeg ik lachend terwijl ik Link plagend een zachte klap op zijn borst geef. Hij kijkt me boos aan waardoor ik nog harder moet lachen en hem eventjes ondeugend aankijk. De deur gaat open en Link zijn moeder komt binnen. Vrolijk kijk ik op. "Link gaan we nu dan naar buiten?" vraag ik zeurend.
De moeder van Link kijkt ons vragend aan. Link neemt het woord. "Mam, Jer zei vanmiddag dat het lopen lukt. Kunnen zijn draden af?" De moeder van Link zet haar tas neer en komt naar mij toegelopen. Het kastje heeft Link op de koffietafel gezet. "Ga is staan" zegt ze tegen mij. Ik doe wat er gevraagd wordt in de hoop naar buiten te kunnen zonder die draden. Als ik even heb gelopen, gestaan, gesprongen en weet ik veel wat begint zijn moeder weer met praten. "Ik denk dat ze er wel af kunnen" zegt ze vastbesloten.
Een glimlach komt op mijn gezicht als de draden er eindelijk af mogen. Na die paar weken met die draden gelopen te hebben ben ik blij dat ze eraf mogen. Ik loop naar Link toe en sla mijn armen vanachter om hem heen. Mijn mouw gaat iets omhoog en angstig trek ik mijn arm terug en trek mijn mouw weer naar beneden toe. Hij mag niet zien dat ik vanmiddag nog mezelf heb gesneden.
Als Link zijn moeder naar boven is om nog wat mailtjes te versturen, is Link de draden van me af aan het halen. Na ieder draadje dat eraf gaat voel ik de vrijheid iets meer. Ik wordt niet meer duizelig of misselijk. Ook krijg ik geen steken in mijn hoofd. Als alle draden weg zijn kijk ik Link glimlachend aan. Ook verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. Voordat hij naar de gang loopt om jassen te pakken geeft hij mij een kus op mijn voorhoofd. Even later gooit hij mij een jas toe en wenkt hij dat we naar buiten kunnen.
Ik doe mijn jas aan en loop naar buiten toe. Ik snuif de frisse lucht in en begin te rennen wat ik niet heel lang vol hou. Ik begin te hijgen. "Ik moet echt weer sporten," mompel ik hijgend tegen mezelf. Ik voel warme adem in mijn nek en ik draai me om.
Link staat achter me en pakt mijn hand vast. "Waar wil je heen Jer?" Ik denk even na en zeg vastbesloten; "Het park!"
We lopen samen het park in hand in hand. Ik zie daar Enzo met zijn vriendin zitten. Ik kijk Link aan en bijt op mijn lip. Als ik iemand niet wil zien is hij dat denk ik wel.
JE LEEST
Not Me
Hayran KurguHis life messed up, but one of his bullies changes that - A Story Of Jeremy Frieser