{Chapter 3} Jer, we moeten praten!

616 32 0
                                    

Als ik achterom kijk zie ik dat Enzo blijft zitten, starend naar het water. Ik loop door om uiteindelijk bij mijn fiets te komen. Ik haal mijn fiets van het slot af en fiets weg. Een diepe zucht verlaat mijn lippen. Enzo mág niet weten dat ik word gepest. Zijn grote broer, een grote loser. Nee. Dat mag niet gebeuren. Enzo mag niet weten dat ik een grote loser ben op school. Waarom niet zou je denken? Dan verliest hij zijn vertrouwen in mij. Ik ben dan niet meer zijn stoere grote broer. Nee. Ik ben zijn sukkelige loser broer.

Ik fiets ergens random heen. Ik heb geen zin om naar school te gaan. Het laatste uur zou nu begonnen zijn. Wat als ik nu niet naar school ga? Dan stapelen de problemen zich op, antwoord ik in gedachten op mezelf. Ik besluit snel nog even naar school te gaan om me ziek te melden zodat ik geoorloofd niet in de les ben, wat dus voorkomt dat ik morgen na moet blijven. Dat lijkt me anders nu het beste plan, geen idee of dat nou echt zo is.

Ik loop de trap op naar de receptie. Waarom de receptie bij ons boven is geen idee. Welkom bij de indeling van onze school. Als ik de tweede trap op loop struikel ik opeens. Ik hoor ze weer lachen. Harm en Joost. "Kunnen jullie me nooit is met rust laten?!" "Nee Jeremy Frieser. Zoals we al gezegd hebben, jij bent de grootste loser van deze hele fucking school" "Ben ik niet..." Fluister ik. "WAT ZEI JE?!" Random staat Harm opeens achter me. "DAT IK DAT NIET BEN!" Schreeuw ik terug. "Liegen is niet zo netjes hé?" Zegt Harm. Joost weer lachen natuurlijk. "Ik lieg ook niet.." Ik moet weer denken aan Enzo als ik dat zeg. Ik voel een duw in mijn rug waardoor ik voorover val tegen een traptreden aan. Ik voel dat mijn neus bloedt. Ik hoor Joost en Harm weer lachen. Ik werp één blik op ze en zie dat Joost Harm een high five geeft. Dan sta ik op en loop ik naar de receptie.

"Jer dit had je kunnen zeggen," zegt Enzo zacht als hij achter me staat. Heeft hij me de hele tijd achtervolgt?! "Enz wat doe je hier?" vraag ik zacht als mijn ogen groot worden.

"Kijken wat er met jou aan de hand is, logisch toch.." Hij staart een beetje naar zijn voeten. "Enz, je voeten zijn niet zo interessant als dat je doet dat ze zijn. Maar ga please weg. Ik wil niet dat ze jou ook pijn doen.." En tot mijn verbazing loopt Enzo de andere kant op. Niet rechtstreeks naar beneden, maar naar een andere trap. Want volgens mij staan die twee nog steeds op die trap. Of in ieder geval mij op te wachten als ik zo weer naar beneden ga. Ik haal diep adem als ik de ruimte van de receptie binnenloop. Het is muisstil. Een vrouw met een klein brilletje zit achter de computer. Ik loop naar de balie en wacht tot de vrouw mij opmerkt.

De vrouw kijkt op en schenkt me een lieve glimlach. Ze kent me al, niet dat ik hier vaak ben, maar toch kent ze me. "Hallo, ik voel me niet zo lekker," zeg ik zo zielig mogelijk. Ze knikt en noteert alles. "Je kan naar huis hoor," zegt ze met een vriendelijke glimlach. Ik neem een hap adem en probeer zonder gezien te worden naar buiten te komen.

Ik loop de trap af en van ieder geluid schrik ik wel. Van iedere ademhaling, voetstap of überhaupt een deur word ik al bang. Bang dat ze er weer zijn. Als ik beneden ben zucht ik opgelucht...Maar ik heb te vroeg gejuicht. "Zozo. Jij bent blij zeg. Hoe komt dat?" "Oohh..Zomaar.." Joost en Harm staan weer recht voor me. "Wie was dat joch die net met je praatte?" Vraagt Joost. "Iemand waar jullie niks mee te maken hebben" "Zo..Dus dat joch is dierbaar voor je, Jerrie. Klopt dat?" "Noem me geen Jerrie.." Fluister ik. "Ik noem je zoals ik dat wil. Begrepen?" Zegt Joost op een dreigende toon. Ik knik zachtjes. Dan voel ik een trap tegen mijn rug waardoor ik duizelig wordt. "EN NU WEGWEZEN!" Schreeuwt Joost.

Ik krijg tranen in mijn ogen. Waarom ik.. Waarom niet iemand anders. Ik krijg nog een trap tegen mijn rug. "ROT OP!" Schreeuwt Joost nog luider. Ik probeer te stappen maar door die trappen gaat het nogal moeilijk. Plots val ik op de grond. Ik zie Harm en de anderen lachen hard, Link die lacht stilletjes mee. Wat is er toch aan de hand met hem?

Ik zucht even diep en sta weer op. Een beschaamde blik kan ik alleen nog maar naar ze toe werpen, en weglopen. Ik loop de deur uit naar mijn fiets, om daar erachter te komen dat mijn fiets is ondergespoten. Met een roze spuitbus. Ik zucht. Mijn zwarte fiets is nu opeens roze. "Mooie fiets prinsesje!" Hoor ik Harm roepen. En ofcourse lachen ze weer. Ik stap op de fiets en ik fiets zo hard als ik kan weg. Terug naar huis..Waar toch niemand meer is.

Ik kom thuis aan en wil de deur open doen maar hij wordt al open gedaan voor me. Ik zie dat Enzo de deur open doen. "Jer we moeten praten!" Ik merk aan hem dat hij boos is. Zenuwachtig voor wat er gaat komen loop ik achter hem aan. Ik bijt op mijn lip, niet doorhebbende dat ik mijn lip open bijt.

Not MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu