Hoofdstuk 33

572 15 0
                                    

Van uit Stefanie

Ik word wakker en moet 2 keer nadenken voor ik weet waar ik ben. Ik ben in de trein op weg naar het Capitool. Ik kleed me aan en loop naar de eetcoupé. Het eten ruikt.heerlijk. Er is van alles. Kruidenstokbrood, kaasbroodjes en bosbessenmuffins. Heerlijk. Ik ga zitten en eet mijn eten op. ' Hoi Stefanie,' hoort ik en zoete stem. ' Hoi,' zeg ik in een trans. Ik vind Lars zo leuk. ' Hoe gaat het Lars?' ' Goed.denk ik,' zegt hij en hij gaat naast me zitten. Ik leg mijn hand op mijn stoel. Langzaam legt Lars zijn hand op die van mij. Ik klem mijn vingers in die van hem. Hij draait zijn hoofd en kijkt me recht aan. Zijn ogen zijn helder blauw. ' Je ogen zijn zo mooi,' zeg ik. ' Niet zo mooi als die van jou,' zegt verleidelijk. Hij buigt zijn hoofd naar voren en ik doe hetzelfde. Onze lippen raken elkaar bijna maar, mijn vader komt binnen. ' Hoi,' zegt hij en hij gaat tussen ons in zitten. ' Ik ben klaar met eten roep me maar als je mij nodig hebt,' zeg ik en ik loop naar mijn slaapkamer. Lars komt achter me aan. Hij pakt mijn hand en trekt me zijn kamer in. ' Waar waren we.gebleven?' vraagt hij. Ik buig mijn hoofd naar voren en hij doet hetzelfde. Ik voel zijn warmen lippen op die van mij. Ik leg mijn armen om zijn nek. ' Ik.hou van je,' zegt hij. ' Ik hou ook van jou,' zeg ik. ' Wil je verkeering?' vraagt hij. ' Ja,' zeg ik. Ik druk mijn lippen weer op die van hem. ' Maar zeg niks tegen mijn vader,' zeg ik. Hij knikt en gaat op bed liggen. Ik ga naast hem liggen en streel zijn mooie blonde haren. Hij legt een arm om me heen en zo blijven we liggen.

Na de revolutieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu