Hoofdstuk 60

189 18 1
                                    

' Cato!' schreeuw ik door de hoorn. Ik strompel naar een vechtende Cato en Lars toe. ' Ze is van mij,' zegt Lars vurig en hij duwt Cato op de grond. Lars,gaat veder met praten zodra hij op Cato zit. ' Je had haar met rust moeten laten. We zijn verloofd. We gaan trouwen maaar, jij moest er zo nodig tussen komen,' zegt Lars nog bozer. Hij is zo boos om dat. Dat is zo lief en eng maar, lief. ' En dan nog te bedenken dat ze waarschijnlijk zwanger is en ik word de vader,' schreeuwt Lars. Hoe komt hij daar nou bij? Dat ik zwanger ben? Toch controleer ik het en hij heeft gelijk. Ik ben al een maand niet ongesteld. ' Maar van jou heb ik zo meteen geen last meer,' schreeuwt Lars door mijn gedachten. Ik kijk naar zijn handen die langzaam de vingers van Cato er af snijden. Hij schreeuwt het uit van de pijn. Dan zet Lars het mes in zijn oren en snijdt ze er af. Weer gegil van Cato. Hij bloed dood. Denk ik. Ik heb gelijk want, Lars snijdt nog meer ledematen er af en uit eindelijk gaat er een kanon. ' En nou ben je dood,' zegt Lars nog. Ik,strompel de hoorn uit en iedereen volgt me. Cato is dood. Hij is dood.

Na de revolutieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu