Hoofdstuk 12: Pantheleon

896 87 40
                                    

Alexis had gelijk gehad toen ze beweerde dat ik mij in de middag een stuk beter zou voelen. Mijn energielevel was echter zo laag, dat ik de hele middag in de vensterbank had gezeten en naar buiten had gestaard. Toen de zon langzaam naar de horizon kroop om plaats te maken voor de maan, ging de deur van mijn te steriele kamer weer open.

Verveeld verplaatste ik mijn blik naar de deur. 'Ik had niet verwacht jou hier te zien,' merkte ik nuchter op, waarna ik weer naar buiten keek.

Killian sloot de deur weer en kwam niet verder de kamer in. 'Waarom niet?'

Ik snoof, keek toe hoe de verse sneeuwvlokjes uit de lucht begonnen te vallen. 'Over het algemeen kon je alleen maar naar mij toe om mij te beschuldigen of als je iets van mij nodig hebt.'

Hij grinnikte, een menselijk geluid voor iemand zoals hem. Ik zou niet vergeten wat hij voor mij had gedaan, noch kon ik hem vergeven voor de stompzinnige moord die hij mij had laten plegen. 'Je mag wel wat vriendelijker doen. Ik heb immers je leven gered.'

'Dat zal ik nog wel vaak te horen krijgen,' zuchtte ik.

Het was een moment van zwakte geweest. Ja, hij had mijn leven gered door mij naar het kasteel te brengen en Alexis in te schakelen. Het was een nobele actie van hem geweest. In principe had hij mij daar kunnen laten sterven, daar ik zijn vuile werk al voor hem had opgeknapt.

'Zonder twijfel. Ik kwam eigenlijk op opdracht van Alexis om te kijken hoe het met je gaat. Verder moest ik van Caden doorgeven dat hij nog steeds verwacht dat je morgenochtend om tien uur klaar staat voor de reis naar Pantheleon.'

Pantheleon, de stad van vallen en opstaan. De hoofdstad van Zania die bekend stond om diens beruchte arena. Afstammend uit de Romeinse tijd, maar nog steeds goed onderhouden en in perfecte staat voor de arenagevechten tussen Zania en Tiberion. Enkele jaren geleden was ik er geweest om een reeks van gevechten te zien. Mijn vader zag het als een perfect moment om andere strategieën te observeren.

Nu was het mijn strategie, mijn overlevingsdrang, die geobserveerd zou worden.

Ik liet mijn hoofd tegen het kozijn rusten en keek naar de mensen op de binnenplaats die druk bezig waren met het strooien van de paden. 'Jep.'

'Goed, Ragna, het spijt me dat je de dood in de ogen hebt gekeken door mijn eigenbelang.' Er klonk een diepe zucht.

Dat was genoeg om mijn aandacht te trekken en dit keer wendde ik mijn blik wel naar hem. Terwijl hij met zijn handen door zijn gezicht wreef, leek hij heel kwetsbaar. Op de dag dat ik hier was aangekomen, had hij voorgesteld om van mijn dood een schouwspel te maken. Nu bood hij mij zijn excuses aan. Wat was er veranderd?

Toen hij zijn rug weer rechtte, zag ik dat hij een antwoord verwachtte. Daarom rechtte ik uit automatisme ook mijn rug en haalde ik lichtjes mijn schouders op. 'Ik denk dat de dood en ik elkaar inmiddels vrij goed kennen.' Ik dwong mezelf een beetje loom te glimlachen.

Een van zijn mondhoeken trok een beetje omhoog.

'Bedankt dat je me niet daar hebt laten sterven, terwijl ik je vuile werk al voor je had opgeknapt.' Ik streek mijn haar achter mijn oren. Misschien stond ik niet bij hem in het krijt. Hij had schuld, ik had schuld. Dat zou de hele situatie makkelijker maken, mits hij mij niet aan bleef kijken alsof we vrienden waren.

Hij grinnikte en draaide zich weer terug naar de deur en opende hij deze. 'Je weet de weg vast wel te vinden.' Met zijn handen in zijn zakken liep hij weg. Hoewel hij uit het zicht was, hoorde ik hem nog zeggen: 'Oh, ik liet je niet sterven omdat ik toen nog niet wist of de klus geklaard was, natuurlijk.'

Zijn lach klonk door in zijn stem. Schijnbaar had ik hem weten te overtuigen. Hij leek te geloven dat ik mijn familie achter zou laten om voor de zijne te vechten. Zou de gepleegde moord in combinatie met de vergiftiging genoeg zijn geweest? Ik snoof en beschouwde het maar als geluk bij een ongeluk.

Warrior Queen ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu