Hoofdstuk 21: Monster

682 75 4
                                    

Het leek erop dat ik toch op eigen kracht naar mijn kamer was gekomen. Toen ik wakker werd zag ik mijn kleren door de kamer verspreid liggen, maar hoe ze daar waren gekomen was voor mij een raadsel. De afgelopen avond was een waas en mijn hoofdpijn beaamde dat. Er stonden echter nog genoeg dingen helder op mijn netvlies, zoals het dansen met Caine en Killian.

Tot mijn eigen verbazing had ik geen spijt van mijn acties van de vorige avond. Hoewel mijn vaders idee mij in eerste instantie niet had aangestaan, had ik mij ook gerealiseerd dat er logica in zijn plan had gezeten. Bovendien waren het maar vijf dagen. Dat kon ik wel volhouden. Als ik zou slagen en de koning zou ervan horen, kon hij mij een positie in de koninklijke garde niet meer weigeren.

Wat mij niet verbaasde was de uitgedunde hoeveelheid mensen die op was komen dagen voor het ontbijt. Er waren heel wat stoelen leeg en de mensen die er wel waren wekten veelal de indruk dat ze een glaasje teveel op hadden gisteravond. Ik kon niet ontkennen dat ik vermoedde dat ik er precies hetzelfde uitzag.

Aan de pretlichtjes in Killians ogen te zien, zag ik er ook daadwerkelijk zo uit. Als blikken konden doden, was hij duizend doden gestorven op dat moment. Plus nog een voor de grijns die op zijn gezicht verscheen.

'Je ziet er niet uit,' merkte Alexis op toen ik op mijn vaste plek naast haar plaatsnam.

'Bedankt, Alexis, dat wordt zeer gewaardeerd,' bromde ik, waarbij ik mij iets naar voren boog om te zien of Caden ook nog iets te zeggen had.

Hij schudde kort zijn hoofd. 'Als je dat maar laat tegen de tijd dat de kampioensstrijd aanbreekt.'

'Want anders?' daagde ik hem uit. Hij had mij nodig en dat wist hij zelf ook.

'Anders gooi ik je in de kerkers op brood en water tot je gevecht aanbreekt,' zei hij luchtig. 'Over kerkers gesproken, ik heb vanavond je hulp nodig.'

Het was duidelijk dat ik niet de enige was die verbaasd was over het verzoek. Alexis keek hem met een opgetrokken wenkbrauw aan en Killian was ook zo fatsoenlijk om zijn blik naar zijn broer af te wenden.

Caden nam ongestoord een hap van zijn broodje. 'We hebben leden van de Exitium in de kerkers van de arena zitten. Ze vertellen mij niets. Vanavond zijn zij het voorprogramma, maar als ze mij waardevolle informatie kunnen leveren, gaan ze vrijuit.'

Vrijuit was een groot woord. Ze zouden losgelaten worden en daarna ongetwijfeld als wilde beesten opgejaagd worden en alsnog de dood ontmoeten. Caden was niet vrijgevend en de lak aan interesse in zijn ogen beaamde dat alleen maar. Hij was een monster. Hij speelde met levens als pionnen in een spel. Maar ik miste mijn rol in dat spel.

'Wat verwacht je van mij dan?' vroeg ik.

'Jij en Clarisse staan vanavond ook in het voorprogramma. Jullie zullen ze afmaken als ze niets zeggen.'

Dat was ronduit walgelijk. Het leek op het openingsgevecht, alleen waren Clarisse en ik nu de wolven. Deze mensen, die enkel hetzelfde doel dienden als ik deed, zouden meedogenloos afgeslacht worden. Hij probeerde een burgeroorlog in te dammen voordat hij überhaupt begonnen was.

Het gif brandde in mijn zak. Ik kon het niet achterlaten in mijn kamer of op welke plek dan ook. Alleen als ik het bij mij droeg zou het veilig zijn. Het liefste zou ik het nu over zijn eten gooien. Over die van hem en de overige twee leden van de drieling, die hun broer met begrip aankeken. Bij mij stroomde er enkel afgunst door mijn aderen.

'Je kan wel vies kijken, Ragna, maar ze hebben jou ook bedreigd. Een betere manier om te laten zien dat er met ons niet te sollen valt, is door ze eigenhandig af te maken.'

'En toch zie ik geen bloed aan jouw handen,' merkte ik op.

Caden leunde naar voren op de tafel en kneep zijn ogen tot spleetjes. 'Mocht je het vergeten zijn: ik ben een koning. Jij bent slechts een gevallen generaal. Vergeet niet wie hier de teugels in handen heeft.'

Warrior Queen ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu