Hoofdstuk 7: Maar misschien toch wel

795 80 16
                                    

De training van Alexis had mij afgemat, maar het was wel heerlijk om weer even te kunnen vechten. Toen zij haar leermeester ontving, baadde ik in het zweet en was het voor mij tijd om te vertrekken. Hoewel het eigenlijk de bedoeling was dat ik terug naar mijn kamer begeleid werd, gaf zij aan dat ik eerst maar langs de keuken moest gaan om wat te eten mee te nemen.

Het was duidelijk dat mijn begeleidende kleerkasten hier minder blij mee waren. Het leek zelfs alsof ze iets meer afstand hielden na mijn training. Ik was er niet over uit of dit kwam doordat ik ongetwijfeld een uur in de wind stonk, of doordat ze onder de indruk waren geweest van mijn vaardigheden. Het kon mij eigenlijk ook vrij weinig schelen.

Helaas had ik mijn zwaard weer achter moeten laten bij Alexis, waardoor ik mijzelf veel minder imposant voelde terwijl ik door de gang liep. Dat nam niet weg dat ik nog wel aangestaard werd door de verschillende bediendes en wachters die ik passeerde. Waarschijnlijk zag ik er ook wel uit als een beest, op zoek naar haar voedsel. Ik was afgepeigerd, mijn haar stak vermoedelijk alle kanten op en de zweetpareltjes glinsterden nog op mijn voorhoofd.

De keuken was in zicht toen mijn weg versperd werd. Ongeduldig bleef ik staan, terwijl ik om de koning met zijn schoothondjes heen probeerde te kijken. Het zag er naar uit dat mijn toch al late lunch nog even moest wachten.

Naast mij bogen de kleerkasten diep. Iets wat ongetwijfeld ook van mij werd verwacht, maar wat ik wederom niet zou doen.

Caden leek niet onder de indruk van het in zijn ogen ontbreken van manieren, leek hier zelfs gewend aan te raken, en zei: 'Ik weet niet hoe, maar het is je wel gelukt, Ragna.' Hij kon niets anders bedoelen dan mijn speech. Basserend op deze woorden moest Neomon zich wel hebben teruggetrokken.

'Fijn om te horen, Ritza, mag ik er nu langs?'

De wachters hielden hun adem in bij de uitdaging die in mijn woorden lag. Ditmaal durfde niemand mij in mijn gezicht te slaan.

Cadens gezicht betrok een enkele seconde, maar daarna begon hij zachtjes te lachen. Hij schudde zijn hoofd. 'Morgen is er een feest ter ere van jou.'

'Ah, wat jammer, ik heb al andere plannen.' Met een glimlach maakte ik aanstalten om langs de groep op te lopen.

Caden stak dreigend zijn hand op en ik wist niet waarom, maar ik bleef staan. 'Je zal je vaardigheden live demonstreren bij een van de gevangenen die we in de kerkers hebben zitten.'

Ik sloeg mijn armen over elkaar. Mijn glimlach was als sneeuw voor de zon verdwenen. 'Heeft dit nog toegevoegde waarde?'

'Voor het vermaak van mij en mijn gasten, natuurlijk.' Een achterbakse grijns gleed over zijn gezicht. Het liet mij realiseren dat ik de kleine lettertjes had moeten lezen toen ik die deal sloot.

'Het zal wel, Caden, nu zou ik graag naar mijn lunch gaan.'

De demonstratie liet mij koud. Een gevecht meer of minder maakte mij vrij weinig uit. Over een kleine twee weken gaf ik mijn grootste gevecht, wat zou eindigen in de dood van het Zaniaanse koningshuis. Iedere strijd die ik daarvoor zou leveren zou een training zijn.

Hoewel Caden uitstraalde meer te weten dan ik, leek hij geen moeite te willen doen dat toe te lichten. Hij stapte opzij en gebaarde dat ik door mocht lopen.

'Mijn dank is groot,' beet ik hem toe. Mijn maag brulde nog net niet.

In de keuken droop de angst van de medewerkers af. Men sprak mij niet tegen terwijl ik alles plunderde tot ik zo vol zat dat ik mijzelf afvroeg of ik alles binnen zou houden tot ik op mijn kamer zou zijn. Waarschijnlijk moesten ze nu toch de helft van het overgebleven voedsel weggooien, daar ik sommige dingen half afgevreten had.

'Lukt het?' klonk het achter mij.

Ik slikte hetgeen wat ik in mijn mond had door en keek naar de bediendes die nog verder ineen leken te krimpen. Met een glimlach speelde ik met het eten dat nog voor mij lag. 'Ik vroeg me al af of je me nog op kwam zoeken, ik vond het erg gezellig vannacht.'

Enkele bediendes wisselden een benauwde blik met elkaar. Dit zou ongetwijfeld de nieuwe roddel van de dag worden.

Langzaam draaide ik mij naar Killian om.

Hij was verre van geamuseerd. Zijn hand klemde zich om het gevest van zijn zwaard.

Het was nog steeds heerlijk om te zien hoe makkelijk ik hem kon opfokken. Wat dat betreft was hij net mijn jongere broertje. Hem op de kast jagen was ook een van mijn favoriete dingen geweest.

'Ik vind het knap dat je alles schaamteloos durft te eten met mijn zusje in de buurt,' glimlachte hij, ongetwijfeld doelend op het gif waar Alexis om bekend stond.

Uitdagend stak ik nog een stukje caké in mijn mond. 'Volgens mij mag Alexis mij wel,' zei ik toen ik mijn mond weer leeg had.

'Zo dom is ze niet, Ragna.' Daarna liep hij langs mij op om uit de geplunderde bende nog wat eetbaars te vissen.

Maar misschien toch wel. Alexis was fel naar de buitenwereld, maar één ding was mij opgevallen tijdens het trainen. Ze leefde op tijdens onze gevechten en dat gaf mij het idee dat ze, ondanks de grote hoeveelheid mensen in het kasteel, misschien wel eenzaam was. Dat moest ik zien te gebruiken, misbruiken misschien, om haar vertrouwen te winnen. Zij zou mijn sleutel naar succes zijn. 

Warrior Queen ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu