Hoofdstuk 27: Monster

789 82 38
                                    

Mijn hart klopte in mijn keel terwijl ik naar het roerloze gezicht van Clarisse keek. Dit was het moment waar ik twee weken naar uit had gekeken. Het moment waarop ik mijn vrijheid terugwon. Heel even had ik het niet meer voor mogelijk gehouden, maar het was mij gelukt. Het was heel verleidelijk om met deze winst genoegen te nemen en de benen te nemen, maar ik mocht mijn land niet teleurstellen.

De pijn drong door en al helemaal toen ik door twee soldaten hardhandig omhoog werd geholpen. Ze bedoelden het vast goed, maar ik moest mijn kaken even stevig op elkaar klemmen toen ze mij ondersteunden. Het was een verdomd lange tocht naar mijn kamer, waar ik behandeld werd door een team van artsen. De nodige tranen kwamen daarbij vrij en dat was niet van opluchting. De twee kogels zaten inderdaad nog in mijn lichaam en aangezien ik weigerde om versuft te raken door verdovingsmiddelen, mocht ik alle pijn die bij de verwijdering ervan vrijkwam ervaren.

De zweetparels glinsterden op mijn voorhoofd, maar na twintig lange minuten waren de kogels uit mijn lichaam en hadden ze de wonden schoongemaakt en verbonden. Zowel mijn arm als mijn been hadden ze plaatselijk verdoofd. Ik durfde alleen maar vurig te hopen dat ze deze vuurwapens niet verder zouden ontwikkelen, zodat ik gewoon kon blijven vechten met mijn zwaard.

De soldaten en artsen verlieten al snel weer mijn kamer om mij rust te gunnen. In mijn hoofd heerste echter alleen maar chaos. In mijn nieuwe mantel, die aan een haakje bij de deur hing, zat nog altijd het potje met gif verborgen. Ik moest hen vanavond nog om het leven brengen, maar in mijn huidige toestand betwijfelde ik of ik in staat was om te vluchten. Maar als ik het niet zou doen, als ik ervoor koos om een nacht rust te pakken, was de kans dat mijn vader zou toeslaan groot. Hoe groot was mijn overlevingskans dan?

Heel veel tijd om daar over te peinzen kreeg ik niet. De deur ging langzaam open en ik hoorde nog net hoe een gesprek werd afgekapt. Het verbaasde mij totaal niet dat het Alexis en Killian waren. Wat wel interessant was, was de gefrustreerde uitdrukking op hun gezichten.

'Jullie komen vast met goed nieuws,' merkte ik luchtig op terwijl ik iets rechter ging zitten. Hoewel ik wist dat ik niet hoefde te vrezen voor deze twee, voelde het niet fijn om geen kant op te kunnen.

De deur bleef wagenwijd open staan, waardoor ik een blik in de gang kon werpen. Bij mijn deur stonden twee soldaten op wacht. Ik kon mij niet herinneren dat ik tijdens mijn verblijf in het landhuis bewaking had gehad.

Fronsend keek ik van de een naar de ander. 'Wat is er aan de hand?'

Alexis had haar handen in haar zij gezet. 'We hebben net bericht gekregen dat het kasteel momenteel wordt aangevallen.'

Ik voelde mijzelf wit wegtrekken. Als mijn vader dit was... als hij zijn belofte had gebroken...

'De Exitium is dus niet naar Ovon getrokken,' verduidelijkte Killian met een zucht.

Mijn zelfbeheersing kwam weer enigszins terug. Ik moest mijn vader vertrouwen. Anders zorgde Jordan er wel voor dat hij zich koest hield. Zij wist als geen ander hoe cruciaal en kwetsbaar mijn positie was. Anderzijds voelde ik woede opborrelen. Die vuile rat, die rebel die we uit de goot hadden gevist, had vol in mijn gezicht gelogen en ik had hem geloofd. Als ik meer tijd om handen had gehad, was ik naar hem toe gegaan en had ik hem het licht uit zijn ogen geslagen.

'Caden wilt je spreken, Meredith,' zei Alexis toen ernstig. 'Daarna moeten we allemaal terug naar het kasteel. We weten dat de artsen hebben gezegd dat je moet rusten, maar toch wil ik je vragen om je klaar te maken voor de reis.' Ze was de eerste die met een flinke vaart weer mijn kamer uitbeende.

Killian zuchtte. 'Caden lijkt...'

'Waarom moet ik terug naar het kasteel?' vroeg ik strak. Mijn handen hadden zich als vuisten om de lakens geklemd.

Warrior Queen ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu