『32』 Ruzie hebben en het Goedmaken.

4.9K 353 130
                                    

『32』 Ruzie hebben en het Goedmaken.

Ik keek opzij en zag hem woedend naar mij kijken. Niet goed dit dacht ik. Binnen twee stappen stond hij bij me en trok hij de capuchon over mijn hoofd en sleurde mij de tent uit. Jessica liep verloren achter me aan maar stopte al gauw toen we zigzaggend tussen de tenten doorliepen in een behoorlijk tempo. Ik struikelde een paar keer bijna maar Maeron bleef me stevig vasthouden. Daarna trok hij mij zo hard naar binnen dat ik bijna viel.

'Wat had ik je gezegd' zei hij laag en hij kwam op me af. 'Niet naar haar toe te gaan' zei ik zachtjes. 'Waarom deed je dat dan?' vroeg hij dreigend. Ik keek kwaad terug. 'Omdat ze mijn vriendin is. Ze had pijn, een pijn die niet had gehoeven aangezien ik er gewoon nog ben' zei ik hard. Hij balde zijn vuisten en ik zag dat hij z'n kaken aanspande.

'Waarom luister jij toch zo slecht!' zei hij fel. 'Waarom geef je zo weinig om anderen!' zei ik op dezelfde toon terug. Hij slaakte een kreet van frustratie en pakte een tas van zijn bed die ik daarvoor nog niet gezien had.

'Dankzij jou is de kans groot, dat als Arandur nog iemand anders had gehad hier, dat degene nu weet dat wij weten dat er een verrader onder ons is. En als diegene dat weet en dat doorgeeft, is onze kans weer klein dat wij die vuile vrouwen te pakken kunnen krijgen. Dan kunnen zij gewoon nog doorgaan en vallen er nog steeds wereldwijd slachtoffers omdat jij zonodig je vriendin moest spreken'. Hij liep naar de opening en keek mij nog even kwaad aan.

'Jouw schuld. Maar wat een geluk dat wij vandaag al die kant op zouden trekken. Nu moeten we ons alleen haasten om te voorkomen dat er informatie doorgegeven wordt als er inderdaad nog iemand hier rondloopt die de boel verraad. Probeer in de tijd dat ik weg ben geen stomme dingen te doen, want daar ben je tot nu toe heel erg goed in namelijk'.

Mijn mond viel open en ik zag Maeron de tent uitgaan. Eikel! Ik ging hem achterna maar zodra ik de tentdoek opzij sloeg stond hij daar kwaad naar mij te kijken. 'Blijf hier, jij verlaat deze tent niet, begrepen? En anders zorgen zij daar wel voor' zei hij bars en hij keek even opzij. Ik deed hetzelfde en zag daar een elf staan en toen ik naar de andere kant keek zag ik daar ook een elf staan.

Gaan zij nou serieus daar op wacht staan?! Om te voorkomen dat ik naar buiten ga? Ik keek kwaad naar Maeron en zag dat hij op een reactie aan het wachten was. Nou als hij een reactie wilt, dan zal hij er één krijgen ook. Ik gaf hem een duw en zei: 'Ga maar, jou hoef ik voorlopig niet te zien ook' en ik draaide me om en liet de doek dichtvallen.

Het is ook zo'n eikel hè. Mij een beetje een schuldgevoel aanpraten omdat ik Jessica wilde spreken. Dacht het niet meneer. Ik was voorzichtig genoeg. Niemand zal mij herkend hebben. Als ik het kamp gewond kan bereiken zonder me onherkenbaar te maken en niet op te vallen, dan moet dit helemaal lukken.

Ik kon van woede wel iets in elkaar trappen maar er viel niks in elkaar te trappen! Dus gooide ik maar mijn spullen door de tent heen en zakte in het midden van de tent in elkaar. Gaat dit ooit veranderen? Uiteindelijk raapte ik de boel maar weer op en ging weer liggen op mijn bedje. Hoe lang zullen ze wegblijven? Wie gaan er eigenlijk allemaal die kant op? Zullen Thalion, Laralytha, Bellas en Iolas erbij zijn? Er kwamen steeds meer vragen bij en terwijl ik daar weer over piekerde viel ik langzaamaan in slaap.
.

Toen ik wakker werd was het donker, ik ging zitten en keek wat versuft naar voren. Ik besefte ook meteen dat ik niemand meer had die mijn avondeten kwam brengen. Ik liet mijn hoofd naar voren hangen, waarom moest het nou weer zo gaan? Als hij niet zo moeilijk deed hadden we er gewoon over kunnen praten. Had ik kunnen vragen hoelang hij weg bleef. Wie er met hem mee zouden gaan.

Ik stond op om de elfen die voor de tenten stonden te vragen of één van hun wat te eten konden halen toen de tentdoek opzij geslagen werd. 'Lily?' hoorde ik Bellas zeggen. Ik kon alleen zijn contour zien dus moest ik op zijn stem afgaan. 'Ben je niet meegegaan?' vroeg ik hem. 'Ik mocht niet' legde hij uit. Ik greep naar boven en voelde aan het lantaarntje wat daar hing. Zodra ik de knop had gevonden sprong hij aan en kon ik Bellas beter zien.

Poorten [Netties2016]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu