Hoofdstuk 1

328 15 2
                                    

 2 maanden later

?? POV
"Wanneer vind je je mate nou?" Mijn moeder kijkt me verveeld aan terwijl ze een hap neemt van haar broodje. "Mam, waar bemoei je je mee?" "Ik wil gewoon dat mijn zoon de liefde van zijn leven ontmoet." Ik rol met mijn ogen en sta op van de ontbijt tafel. "Ik ga een frisse neus halen. Ben over een uur terug." "Doe je voorzichtig?" "Ik ben 22 mam, alsjeblieft." Mijn moeder geeft me een zachte glimlach. Ik knik naar mijn moeder en spring daarna uit het raam. Ik laat mezelf naar beneden vallen. Niet veel later verschijnen mijn vleugels achter me en spreid ik mijn vleugels. Het is altijd een heerlijk gevoel om de wind langs je heen te voelen razen. Ik vlieg rond en even later langs de randen van de rivier die door het bos heen loopt. Ik kijk naar beneden en zie daar een gedaante in een boom zitten. Ik ga voorzichtig iets lager vliegen en zie dat het een vrouw is. Ze kijkt omhoog naar mij en zwaait daarna voorzichtig. Is dat een demon? Ik besluit maar gewoon door te vliegen.

?? POV
Ik zwaai voorzichtig naar de man die langs vliegt. Hij kijkt me licht verward aan, daarna vliegt hij door. Engelen zijn mooi, maar altijd zo volgens de regeltjes. Ik sta op en spring uit de boom. Ik kom met beide voeten op de grond en loop een stukje langs de rivier richting mijn 'huis'. Ik heb eigenlijk niet echt een huis. Ik leef hier nu alleen met een paar andere zogeheten demonen. De engelen haten ons. Wij zijn zogenaamd slecht en horen er niet te zijn. Terwijl wij wel alles moeten accepteren in de Hell, hier mogen engelen namelijk wel komen. Alleen als ze een goede reden hebben zoals bepaalde zaken regelen. Ik ben hier 2 maanden geleden heengestuurd om de engelen in de gaten te houden. Voor zover niks geks gezien. Ik zucht. Ik schop tegen een steen aan die in het water valt. Ik loop verder en zie daar al een aantal demonen in de verte op mij wachten.

Julian POV
"Hey Julian ben je alweer thuis?" Mijn vader zat in de woonkamer toen ik de deur open deed en naar binnen liep. "Waar is mam?" "Als het goed is is ze bij je zusje aan het helpen op school." Ik rol met mijn ogen. "Ze zou me helpen met trainen." Mijn vader haald zijn schouders op. "Ze zal over een uurtje wel thuis zijn."

Ik ben maar naar de trainingsruimte gegaan in ons huis en oefen daar wat met mijn technieken. Ik sla met mijn vuisten hard tegen de boksbal aan en trap er ook een paar keer tegenaan. Vervolgens pak ik een van mijn zwaarden met de Angelic Runes erop. Dit geeft aan dat het een zwaard is van een engel. Ik fluister de naam Raziel en de runes op het zwaard beginnen wit licht te geven (zie foto bovenaan hoofdstuk).

Ik zie mijn moeder even later in de deuropening staan. "Wat ben je aan het doen." "Alvast zelf begonnen met trainen, hoef je straks niet meer te helpen." Mijn moeder glimlacht, ik zie dat ze moe is. "Kom, dan gaan we eten. Moest ik je daarna nog helpen met een paar andere vechttechnieken oefenen?" Ik schud mijn hoofd. "Ik doe het wel alleen, komt goed." Ik loop achter haar aan naar de keuken en ruik een heerlijke geur van vlees en groenten. "Hey Julian heb je al gehoord wat Mandy heeft gedaan? Ze heeft geprobeerd te teleporteren naar de Hell." Ik trek mijn wenkbrauwen op terwijl ik plaatsnam aan tafel. "Wat heeft ze gedaan?!" Mijn vader komt kwaad binnengelopen en kijkt naar mijn broertje die nu net doet alsof hij niks had gezegd. "Cody?" Mijn vader kijkt nu nog kwader naar mijn broertje. Hij kijkt onschuldig op met zijn blauwe ogen en glimlacht. "Mandy heeft geprobeerd te teleporteren naar de Hell." Ik rol met mijn ogen. Mandy is mijn oudere zus van 25, maar ze is veelste roekeloos. Mijn vader stormt de keuken uit. Avondeten is hier ook nooit normaal, er is altijd wel iets aan de hand. "Waar is Mason eigenlijk mam?" Mason is mijn andere broertje. Hij is 19 en wel, laten we zeggen een beetje hetzelfde als Mandy. "Die is met een aantal vrienden het bos in gegaan om iets te doen voor school dacht ik." Ik eet mijn eten op en sta op van tafel. Ik bedank mijn moeder voor het eten en loop naar mijn slaapkamer. Daar plof ik neer en zet ik muziek op. Ik heb geen zin meer om te gaan trainen. Ik moest morgen de stad in naar de wapenwinkel. Ik besluit daarom maar vroeg te gaan slapen.

?? POV
We waren net klaar met eten en zaten rond ons kampvuur. De engelen letten niet zo goed op. Ze denken toch alleen maar aan zichzelf, geen tijd om naar een ander te kijken. Morgen was het zover. We hebben groen licht gekregen van de koning, dus we mogen de stad in. Wel moesten we afspreken wanneer wie mag gaan. Anders werd het te opvallend. Ik, als leider van de groep demonen hier voor mij, mag morgen als eerste de stad in gaan. Van de koning moet ik langsgaan bij een wapenwinkel en vragen naar hun wapens enzo. Geen idee waarom dat moet aangezien ik al heb gezien wat voor wapens ze hebben bij het bekijken van een spargevecht tussen 2 engelen. Maarja, konings orders. Als ik die niet nakom word ik gestraft. "Hey Emma! Doe je mee? Wij gaan sparren tegen elkaar om te oefenen voor jeweetwel, als het fout gaat..." Jonathan kijkt me met twinkelende oogjes aan. Ik ken Jonathan al sinds de kleuterschool en we zijn nog steeds onafscheidelijk. Ik stond er ook op dat hij mee ging op missie. Gelukkig is de koning nog wel een beetje meewerkend. Ik knik, sta op en loop weg van het warme kampvuur. Ik loop achter Jonathan aan en zie de andere demonen al klaar staan. Alle mannen kijken me met een grijns aan, ik rol met mijn ogen. Ze denken me altijd te kunnen verslaan. Ik ben 'maar een vrouw'. Helaas voor hun weet de koning hoe sterk ik ben, ik ben niet voor niks leidinggevende hier. Ik pak zwarte boksbandages voor om mijn handen. Deze wikkel ik er netjes omheen terwijl ik toekijk hoe 2 demonen aan het vechten zijn. 1 was duidelijk sterker als de ander. Hij geeft een hoek aan de zwakkere, die daarna knock out op de grond valt. Ik plak mijn 2e gebandageerde hand vast en stond op. Ik klap langzaam. "Ik ben licht geamuseerd, maar nu is het mijn beurt." De man die heeft gewonnen kijkt me een beetje twijfelend aan. "Maar je bent een vrouw..." "En jij een man, durf je niet ofzo?" Hij schud geïrriteerd zijn hoofd wanneer de andere demonen beginnen te lachen. "Oke, laat maar zien wat je kan wijfie." Hij rent op mij af en geeft me een hoek. Door de snelheid en sluwheid die demonen kunnen hebben zie je ze soms niet aankomen, zelfs als je zelf een demon bent. Daarom trainen we om ook daarop goed te kunnen reageren. Ik spuug bloed uit mn mond en veeg met mijn hand het overgebleven bloed van mijn gezicht af. Ik voel mijn instinct het overnemen en ik vlieg kort daarna op mijn tegenstander af. Ik trap hem in zijn buik en geef er een harde hoek achteraan. Hij blijft nog even staan totdat ik er nog een leverstoot achteraan gooi. Hij valt voor mijn voeten neer op de grond. Ik spuug nog een keer bloed uit mijn mond. Ik had een hevige bloedlip volgensmij. Ik doe mijn handbandages weer uit zodat de andere zien dat ik het mooi geweest vind zo. "Wil je niet nog een keer tegen iemand anders ofzo?" Robert kijkt me geamuseerd aan. "Nee, ik moet morgen de stad in. Misschien een andere keer." Ik loop naar mijn tent. Daar kleed ik me uit en laat ik me zakken in mijn slaapzak op de grond. Kort erna val ik in slaap.


Black Angelic LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu