Hoofdstuk 21

72 6 1
                                    

*Vele jaren/eeuwen later*

Julian POV
Engelen worden niet ouder. Was dat maar zo. Ik loop nu al vele eeuwen rond in de engelenwereld en het begint me te vervelen. Ik mis haar. Buiten de opdrachten die ik krijg om naar de Aarde af te reizen zit ik alleen maar hier thuis in de Hemel. Nooit gedacht dat ik dat zou gaan haten.

Ik staar naar buiten.. Diep in gedachten zittend achter mijn bureau met een papier voor mij. Mijn volgende grote opdracht. Ik schuif alles aan de kant en het papier blijft stil en ongelezen op zijn plek liggen. Ik heb even geen zin om daar aandacht aan te besteden. Zeker niet nu mijn gedachten weer over hoop liggen. sinds Emma verdwenen is gebeurt dit steeds vaker. Ik denk terug aan die tijd. De dag dat Emma verdween.

Zodra de cirkel van vuur verdwijnt staat Lucifer met Emma in zijn handen. Een mes steekt in haar hart en ze ligt levenloos in zijn armen. Een gemene grijns siert om Lucifers lippen. "Als ik haar niet krijgt, krijgt niemand haar." Ik slaak een boze kreet en gooi mijn zwaard in zijn richting. Voordat het zwaard Lucifer kan raken verdwijnt hij als sneeuw voor de zon. Hij en Emma's lichaam zijn verdwenen. Het enige wat resteert is een kwaadaardige lach van Lucifer, die kort daarna langzaam opgeslokt wordt door de wereld.

Ik zie mezelf nog wel eens naar die exacte plek rennen in mijn dromen. Ik voel dan haar aanwezigheid, maar meer is er nooit geweest. Ik roep haar naam keer op keer en voel dat ze dichtbij is. Nooit heb ik haar meer gezien. Een steek van pijn gaat door mijn lichaam. Mijn gedachten dwalen weer af terwijl ik vermoeid op de bank ga zitten.

Ik loop het ziekenhuis in waar Jack nu al een aantal maanden in coma ligt. Hij is uit de kritieke stand, maar heeft nog een lang genezingsproces te gaan. Helaas genezen wij net zo snel als normale mensen. Ik knik naar de vrouw achter de balie en loop door naar Jack zijn kamer. Ze kennen me hier onderhand al sinds ik hier twee keer per week langs kom. Ik vertel hem dan hoe het met me is en hoe alles ervoor staat. Ik heb hem nog niet durven vertellen over Emma. Ik loop de kamer in en ga op dezelfde stoel als altijd zitten. Ik kijk uit het raam en bedenk me even alles dat er deze week gebeurt of gedaan is. Dan hoor ik een zachte kreun en kijk ik verschrikt Jack zijn kant in. Zijn blauwe ogen gaan langzaam open en vallen al snel op mij. Ik vlieg zowat overeind en kom naast hem staan. "Je bent wakker?! Wil je iets drinken wil je dat ik je overeind help of wil je dat ik de zusters erbij-" Ik wordt stevig bij mijn arm vastgepakt en wordt aangekeken door Jack. Met een schore stem begint hij te praten. "Wat is er gebeurt?" Een brok ontstaat in mijn keel en ik voel tranen opkomen. Ik heb nog met niemand echt het incident kunnen bespreken sinds dat iedereen net doet alsof Emma nooit heeft bestaan (alweer). Ik kijk Jack aan en besef dat hij de eerste zal zijn die naar me wilt luisteren. Ik voel een traan uit mijn ooghoeken komen als ik het volgende zeg: "Emma is er niet meer."

Sinds de oorlog is gestreden en ik en Jack een vrij "grote" rol hebben gespeeld in het verslaan van de duivel zijn we gepromoveerd tot een hogere rang. Jack en ik zitten sindsdien aan tafel met de vergaderingen. Mijn vader is al een tijdje afgetreden. Na de oorlog besloot hij dat hij meer bij de familie wilde zijn en heeft mij de familiering gegeven als geschenk. Dit betekent dat ik mijn familie representeer en dus een van de bestuurders ben van de Hemel. Ik heb eerlijk voorgelegd dat ik graag opdrachten aanneem om naar de Aarde te gaan. Sinds ik dat gebruik om mijn gedachten opzij te zetten en ik iets goeds wil doen. Hierdoor heb ik dus vaak opdrachten en ben ik vaak weg, maar dan voel ik me iets normaler als wanneer ik hier in de Hemel rondloop. Een plek die ik nu haat.

Op Aarde moet ik mensen op het goede pad houden en demonen op afstand houden van mensen. Dit om hun bestaan niet kenbaar te maken voor mensen en om hun veiligheid te waarborgen. Ik heb ook wel eens opdrachten waarbij ik mensen en/of demonen in de gaten moet houden. Dit doen we vaak bij vermoedens van kwade doeleinden. Ik ga daar niet verder op in. Demonen vinden mensenbloed geweldig. Ik wordt misselijk van de gedachte en schudt deze daarom snel van me af. Gelukkig zijn er ook goede demonen die hun gemak houden en alleen komen om te drinken en te feesten. En eerlijk gezegt kunnen demonen wel een goed feestje bouwen... Mijn gedachten dwalen weer af.

Ik en Jack zijn hoog aangesteld, terwijl Emma ons allemaal heeft gered. Ik voel woede opborrelen terwijl ik voor me uitstaar. Emma verdiende dit, ze verdient dit nog altijd. Iedereen doet net alsof ze nooit heeft bestaan. Mijn vuist beland hard op de tafel en ik zie er een kleine scheur in ontstaan. "Een beetje minder agressief mag wel, Amitiel." Een lichte zucht verlaat mijn lippen terwijl ik omdraai. "Meneer Azriel, waar heb ik dit genoegen aan te danken?" Een grijns verschijnt om de lippen van Jack door die uitspraak. "Nou nou, er worden manieren gecreëerd. Luister... Ik weet dat je morgen weer naar de Aarde af zult reizen maar..." Ik kijk hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Maar? Is er iets mis met de opdracht? Ik heb hem nog niet doorgenomen." Ik zie Jack even zoeken naar zijn woorden. Irritatie siert om mijn gezicht wanneer ik nog altijd geen antwoord krijg. "Komt er nog wat van Azriel?" Zijn ogen schieten naar die van mij. Ik zie twijfel in zijn gezichtsuitdrukking. Zijn lippen komen langzaam los van elkaar.

"Je moet iets weten over de persoon die je moet gaan onderzoeken."

Black Angelic LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu