H32

20 2 0
                                    

De ochtend daarna werd ik wakker zonder de droom te hebben gehad. Misschien had ik de droom wel gehad, maar dat ik dat niet meer wist. Ik hoorde gerommel beneden en ik vroeg me daardoor af hoelaat het was. Het was zeven uur in de ochtend, maar waarom was er dan geluid? Ik snapte er helemaal niks van, maar ik had ook geen zin om uit mijn warme bed te gaan om te kijken. Ik denk dat ik mijzelf na een kwartier had overtuigt om uit bed te gaan. Ik zat al bijna rechtop, mijn benen hingen al over de rand van mijn bed heen. Ik wilde bijna uit bed rollen toen ik geluiden op de trap hoorde. Ik rolde snel terug naar de positie waarin ik normaal slaap. Het was niet zo'n elegante slaappositie, maar als het lekker slaapt dan slaapt het lekker. Ik sliep altijd op mijn rug met mijn mond een stukje open en mijn armen boven mijn hoofd. Ik praatte alleen wel altijd in mijn slaap, geen duidelijke woorden meer onverstaanbare geluiden.

Ik hoorde iemand dus naar boven komen en aan de geluiden kon ik al horen wie het was, het was Jayde. Ik hoorde de voetstappen en de snikken steeds dichterbij komen en uiteindelijk stond Jayde voor mijn slaapkamerdeur. Ik deed alsof ik sliep en maakte ook af en toe onverstaanbare geluiden voor de geloofwaardigheid. Ik denk dat Jayde daarop wachtte, want voorzichtig deed ze mijn deur open. Ik hoorde mijn deur piepend opengaan en daarna sloffende geluiden op mijn vloer. Het snikken kwam ook steeds dichterbij en ik hoorde af en toe druppels die op de grond vielen, tranen. Ze knielde naast mij neer, maar zo zodat ik niet wakker werd. Ik verwachtte een hand op mijn schouder om mij voorzichtig wakker te maken, maar dat gebeurde niet. Ik hoorde alleen de stem van Jayde die zachtjes mijn kamer vulde met geluid. Ik stopte bijna met ademen, maar ik bedacht mij net op tijd. Ik maakte nog een geluid en draaide me om zodat ik met mijn gezicht naar Jayde toe gewezen lag. Ik opende mijn ogen een klein stukje, net genoeg dat ik wat kon zien maar te weinig dat Jayde kon zien dat ik wakker was. Ze begon haar gesprek niet zo heel erg positief.

'Sorry Jace. Ik heb spijt van alles wat ik je heb aangedaan. Ik heb je vader van je afgenomen, ik heb een andere man je leven ingebracht, ik ben anders dan alle andere ouders, ik heb nooit echt naar je geluisterd, ik heb je dingen verboden, ik heb je geheugen van je afgenomen en ik heb bovendien ook nog is gelogen. Ik heb gelogen toen ik zei dat Lucas ooit terug zou komen, ik heb gelogen toen ik zei dat ik niet wist waar je boek was, ik heb gelogen toen ik zei dat ik alleen was, ik heb gelogen toen ik zei dat ik niks van wezens af wist en ik heb zeker gelogen toen ik zei dat je op Lucas lijkt. Jij bent zo anders dan hém. Jij bent lief en zorgzaam, hij niet. Jij hebt respect en ziet het beste in mensen, hij niet. Jij bent alles voor mij, hij niet.

Je vraagt je vast af waarom ik dit je allemaal vertel. Ik zal het je vertellen, maar wordt alsjeblieft niet wakker dan stort ik helemaal in. Ik vertel dit allemaal om één simpele reden: ik ga je achterlaten. Ik heb ontdekt dat hier teveel slechte herinneringen zijn en ik wil dat alles opgelost is voor jou. Ik ga vrijwillig naar Michael Meijer toe en ruil mijzelf in voor jou. Ik zorg dat ze jou met rust gaan laten en dat ik hun klusjes moet gaan doen. De weg ken ik nog wel ik ben daar tenslotte opgegroeid. Ik heb dan ook weer een kans om mijn vader te zien. Dat was ook gelogen. Ik ben helemaal niet weggestuurd, ik ben vrijwillig weggegaan. Jij was de reden, ik ontdekte dat ik zwanger was. Zwanger van iemand van een 'ander soort'. Misschien weet je dat al, maar er zijn drie soorten. Je hebt de Blaenus, de Dictaenus en de Maenus. De Blaenus ken je. De Dictaenus is de kant van Lucas en de Maenus is jouw soort. Op dit moment ben je de enige van jouw soort dus je bent de leider van jouw groep. Onthoud dat ik dit allemaal doe om jou veilig te houden.

Jij bent mijn enige redding en die van de rest van de soorten. Alleen jij kan de Domat vinden en de oorlog stoppen. Ja, er is nog steeds een oorlog. De mensen van de Blaenus hebben mensen van de Dictaenus en andersom. Jij bent de enige die de dagboeken van Lucas kan vinden en de enige die het zwaard kan vinden. Onthoud dat ik altijd van je houdt en dat er geen domme beslissingen bestaan. Tot nooit meer ziens, ik hou van je.'

Ik voelde nog hoe ze me een kus op mijn voorhoofd gaf, maar bewegen kon ik niet. Ik wilde schreeuwen dat ze me niet alleen moest laten, dat ze bij me moest blijven, maar dat ging niet. Toen ik me eindelijk weer kon bewegen was het al te laat. Ik hoorde de deur beneden dichtslaan en ik wist dat het te laat was. Huilen lukte me niet, schreeuwen niet en dat kwam allemaal door mijn masker wat te strak zat. Het was niet mogelijk om een emotie te laten zien. Ik wilde met iemand praten en ik wist dat er maar één iemand was waarmee ik kon praten. Dat was iemand die ik de dagen daarvoor had verwaarloost, maar toch vertrouwd voelde. Het was iemand waar ik niet zonder kon leven en het was iemand die mij altijd steunde. Haar naam was Alexis, kleindochter van Raymond Jones.

Alles of nietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu