H33

19 2 0
                                    

Toen ik mij eindelijk kon bewegen stond ik snel op en liep naar beneden. Ik zocht naar een briefje met informatie of iets wat mij kon helpen. Ik vond na lang zoeken een la in de kast met allemaal brieven. Ze waren grotendeels geadresseerd aan Jayde, maar er waren ook een paar brieven die geadresseerd waren aan Jace Sebastian Hayde, aan mij dus. Helemaal onderop lag nog een brief, maar het was duidelijk dat het hier al een tijdje lag, minstens tien jaar. Op die brief stond één woord en dat ene woord maakte duidelijk voor wie en voor wanneer die was. Het woord wat erop stond was: Noodgeval. Hij was dus voor mij bedoeld en ik mocht hem pas openen als er een noodgeval was. Ik beschouwde dat moment als een noodgeval, maar hoe nieuwsgierig ik ook was ik liet hem liggen.

Ik had mijzelf namelijk voorgenomen om naar Alexis te gaan en als ik die brief zou gaan lezen zou het er nooit van komen. Ik maakte mij snel klaar en af snel een boterham. Ik keek nog snel op de klok en bedacht dat Alexis rond deze tijd wel wakker zou worden. Ik rende naar het huis van Alexis en belde daar aan. De omgeving voelde heel erg vertrouwd, maar toch hing er een dreiging in de lucht. Wat wist ik niet, maar er was iets mis. Ik belde aan en wachtte totdat iemand de deur open zou doen. Het duurde veel langer dan gewoonlijk dus ik bedacht bij mijzelf dat ze toch nog sliep. Ik hoorde geluiden aan de andere kant van de deur, sleutels die in de sloten werden gedaan. Niet lang daarna ging de deur een heel klein stukje open. Ik zag de haren van Alexis verschijnen en het volgende moment vloog de deur open. Vanuit de deuropening kwam Alexis op mij afstormen. Ze had mij minimaal een kwartier vastgehouden voordat ze een stap naar achteren deed. Toen ze dat deed zag ik pas hoe slecht ze er eigenlijk uitzag. Ze hadden rode ogen, wallen en haar haar zat heel erg door de war. Ze zag er dus uit alsof ze al heel lang niet had geslapen en heel veel had gehuild.

'Hoi, Alexis. Hoe gaat het met je?'

'Jace, meen je die vraag serieus? Kijk naar me natuurlijk gaat het niet! Mijn opa, Raymond, is dood, mijn moeder is sinds die dag verdwenen en mijn beste vriend was onbereikbaar! Hoe denk je dat ik mij voel?'

'Is Raymond dood? Weet je dat zeker?'

'Ja, Jace. Dat weet ik zeker. Er kwam een man van een of andere organisatie aan de deur met dat nieuws. Mijn moeder is meegegaan en sindsdien heb ik haar niet gezien.'

'Weet je toevallig de naam van die organisatie? Misschien kan ik je dan helpen.'

'Hoe kan jij mij ooit helpen? Maar de naam van de organisatie? Het was iets met Blanos, Blanes, Blaen, iets in de buurt daarvan.'

'De Blaenus? Was dat het?'

'Dat was het! Hoe weet jij dat nou?'

'Zal ik het zo zeggen, ik heb de afgelopen dagen veel meegemaakt en het is nog steeds niet afgerond.'

'Waarom heb je mij dan niet gebeld, dan had ik je kunnen helpen!'

'Ik wilde dat heel erg graag, maar bij dit is dat niet mogelijk. Er is te veel te ontdekken, te veel onbekend en het is te gevaarlijk.'

'Nou, als je er zo over denkt. Doei, Jace. Tot nooit meer ziens.'

'Alexis! Wacht!'

Maar het was toen al te laat.... Ze had de deur al in mijn gezicht dicht gegooid. Ik besloot de moeder van Alexis terug te halen en dan weg te gaan. Weg te gaan naar een locatie waar ik niet gestoord kon worden en waar niemand me kon vinden. Ik moest toen nog wel het zwaard vinden, maar ik had nooit verwacht dat dat zo moeilijk kon zijn. Ookal vond ik Alexis en haar moeder belangrijk, de brieven waren belangrijker. Ik rende terug naar huis, pakte de brieven en ging op het dak zitten.

Ik begon met de brieven die aan mijn moeder gericht waren. Ze waren ongeopend dus nieuwsgierig was ik wel. Gelukkig stond op de achterkant wanneer de brief gepost was. De eerste was van 13 april. Ik herkende het handschrift in de eerste paar seconden, het was het handschrift van Lucas. Lucas die brieven naar zijn vrouw schreef, naar mijn moeder. 

Beste Jayde,

Ik denk dat je me nog wel kent. Ik ben Lucas, je man en de vader van je kind. Waarschijnlijk wil je geen contact meer met mij hebben, aangezien je niet open doet als ik voor de deur sta of als ik bel. Daarom deed ik het maar op deze manier. Als je eraan toe bent kan je deze brief altijd nog lezen of iemand leest dit verhaal. Wat ik wil duidelijk maken is hoeveel het me wel niet spijt. Ik heb van alles spijt. Toen jij me vroeg om te kiezen was ik mezelf niet.

Ik heb namelijk twee kanten, jij kent ze beide. Ik heb een aardige kant en een kwaadaardige kant. Ik kan er niks aandoen. Het is erfelijk bepaalt. Het is twee keer eerder voorgekomen en die hebben vernietigingen aangebracht. Ik liet mij gewoon een beetje leiden door die kant, maar nu niet meer. Ik wil echt weer bij je zijn en voor ons kind zorgen. Ik laat hem al mijn goede kanten zien en laten hem zijn eigen keuzes maken. Ik ben al die tijd niet onaardig tegen jouw geweest, wel tegen andere. Jij was voor de aardige kant altijd nummer één samen met ons kind, maar niet voor de kwaardaardige kant…. Daar was macht het belangrijkste, dus ook de Blaenus aanvallen. De kwaadaardigste kant wist dat dat jouw familie was, maar dat maakte hem niks uit…. Sorry honnepon. Zorg goed voor ons kind en vertel hem wel over ons. Als je hem niks verteld raakt hij helemaal in de war als hij erachter komt.

Ik blijf altijd van je houden,

Lucas

Ik was inderdaad erg in de war toen ik erachter kwam, daar had Lucas gelijk in. Op naar brief nummer twee.

Alles of nietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu