Hoofdstuk 4

61 6 0
                                    

Toen ik daar aankwam was erin klimmen het tweede wat ik deed. Het eerste was om mij heen kijken of Alexis er al was. Toen ik net op de derde tak van de boom zat kwam Alexis aanrennen. Alexis zag er altijd mooi uit het maakte niet uit welk moment van de dag. Ze had rood haar tot halverwege haar rug, had donker bruine ogen en had kleine sproetjes op haar gezicht. Toen ze bij onze plek aankwam keek ze eerst om haar heen. Toen ze niemand zag besloot ze naar boven te kijken. Ik had dat al verwacht en terwijl ze om haar heen keek was ik uit de boom gesprongen. Ik landde zo zacht dat ze niks doorhad. Toen ze naar boven keek greep ik haar van achteren. Ze vocht terug, maar ik was nog net iets sterker. Het scheelde niet veel, maar toen ze doorhad dat diegene, ik, sterker was vocht ze niet meer. Ze wist namelijk dat ik een van de enige was die sterker dan haar was. 

Ze draaide zich met een stralende glimlach om en ze knuffelde me. Het was niks romantisch, het was alleen maar vriendschappelijk. Na een paar minuten beëindigde we onze knuffel en besloten tegen de boom aan te leunen. Wel op de grond en voorzichtig zodat we niet op een mierennest zouden gaan zitten. Toen we gingen zitten keek Alexis mij aan met een doordringende blik. Het leek alsof ze die gedachte zou gaan lezen. Volgens mij kon ze dat niet en anders had ze het mij niet verteld. Alsof ze mijn gedachte kon lezen glimlachte ze opeens met haar witte, mooie tanden. 

‘Jace, kijk niet zo boos. We zijn nu samen dus je hoeft je geen zorgen meer te maken. Wij twee samen zijn sterker dan iedereen die ons aanvalt.’

Voordat Alexis erover begon maakte ik mij geen zorgen meer. Pas toen ze het zei begonnen de zorgen terug te komen. Alexis, die mij zo goed kende, merkte het gelijk. 

‘Jace wat is er? Je weet toch dat je mij allés kan vertellen?’

Ik wist niet zeker of ik het haar moest vertellen, maar ze steunde mij wel altijd. Ik besloot een deel te vertellen.

‘Het klinkt misschien heel raar, maar ik denk dat het waar is. Jayde en Thijs zaten in een of andere complot waar ik mee te maken heb. Ze zijn bang dat ik mijn vader word en ze willen mij naar een of ander Michael brengen als het erger wordt. Als ik vraag waarover ze praten als ze het over mij hebben zeggen ze dat het een verrassing is. Ik word hier gewoon gek van Alexis! Ze praten over dingen wat ik geeneens weet terwijl het over mij gaat!’

‘Ik begrijp dat je boos bent, maar is het niet een beetje fantasievol? Hé, kijk me niet zo aan, ik weet dat jij een sterke fantasie hebt. Ik vraag het me gewoon af.’

‘Ik snap dat je eraan twijfelt, dat doe ik namelijk ook. Ik weet niet wat ik moet geloven of niet. Ik zei tegen ze dat ik naar het eetcafé ging en toen vroeg Jayde aan Thijs of hij iemand had die mij kon volgen. Ik vind dat wel een beetje verdacht. Ik ben zestien en ze willen dat ik word gevolgd!’

‘Oké, als ze binnen twee uur bellen is het wat geloofwaardiger, maar als ze dat niet doen is het waarschijnlijk jouw fantasie. Zullen we gewoon wachten of ze bellen?’

‘Ik ga akkoord, maar dan wachten we wel hier en we doen gewoon normaal.’

‘Als we hier toch blijven zullen we dan een vragenronde doen?’

Dat was een spelletje van Alexis en mij. We vroegen elkaar vragen en de andere moest antwoorden naar de waarheid. Het was een soort doen, durf en de waarheid alleen dan met alleen de waarheid. We wisten bijna alles van elkaar, maar het voelde toch altijd vertrouwd als we dit deden.

 

Alles of nietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu