Hoofdstuk 20

38 2 0
                                    

Ze keken verbaasd! Ze hadden mij net binnen enkele seconde op de grond gekregen en nu keken ze pas verbaasd! Ik snapte er helemaal niks van, mijn hoofd deed nog steeds pijn. Ik had geen last meer van het geluid, maar ik moest  mij wel op de steen blijven concentreren. Het bleef stil totdat Jayde wat tegen de lage stem man zei. 

'Michael, hij kent zijn mogelijkheden nog niet! Ik denk dat hij geen idee heeft wat er net gebeurde en wie iedereen is.'

Michael? Waarom herken ik deze naam? Er is iets belangrijks met deze naam, maar wat? Waarom weet ik het niet meer. Ik weet inderdaad niet wat er is gebeurd, maar ik weet wel dat ik het raar vind. 

Toen Jayde tegen de lage stem man, Michael, begon te praten veranderde gelijk zijn hele lichaamstaal. Van verbaasd naar boos. Niet boos, woedend! Hij draaide zich in één keer snel om naar Jayde. Zijn gezicht was blijkbaar angstaanjagend, maar ik kon het niet zo goed zien. Ik moest mij nog steeds concentreren op de steen. Wel steeds minder en toen hij begon te praten viel het geluid helemaal weg. Daardoor moest ik wel naar hem luisteren, maar hij was al midden in een zin, schreeuwend.

'....die het kon. Zelfs zijn váder kon het niet en dat wil wat zeggen. Ik weet dat je hem wilt beschermen, maar ik moet eerst weten wat hij allemaal weet. Ik wil niet dat hetzelfde gebeurd met hem als met zijn vader. Ik laat dat niemand meer herbeleven. Het maakt mij echt niks uit of dat zijn dood wordt.'

Dat laatste was te veel voor Jayde. Ze zakte in elkaar als een zoutzak en pas toen Thijs naast haar stond werd ze een beetje kalm. Ik zat zo geconcentreerd naar Jayde en Thijs te kijken dat ik niet naar de mannen keek. Toen ik naar de mannen ging kijken was het al te laat. Ze stonden al om mij heen zodat ik nergens naar toe kon. Ik probeerde wel een paar dingen, maar ze bleven mij aankijken en weken geen enkele centimeter. Ik gaf mij niet over, ik bleef dingen proberen om te ontsnappen. Ik deed het allemaal met mijn lichaam, maar toen dacht ik opeens aan mijn 'krachten'. De onverklaarbare dingen die ik kan doen en die ik toen ook misschien kon gebruiken. Ik sloot mijn ogen dacht aan de mannen en toen ik mijn ogen open deed lagen ze allemaal op de grond. Thijs lag ook op de grond, alleen Jayde en ik niet. Ik rende zo snel als ik kon tussen de mannen door richting het luik. Ik probeerde het luik open te trekken, maar mijn spieren lieten mij in de steek. Ik stopte al mijn kracht erin, maar mijn armen voelden erg zwaar. Na een tijdje begonnen ook mijn andere ledematen zwaar te voelen. Als allerlaatste voelde ik mijn ogen zwaar worden. Hoe hard ik er ook tegen vocht het had geen nut. Ik hoorde Jayde mijn naam nog noemen voordat alles zwart werd. 

Ik deed mijn ogen open en vroeg mij af waar ik was. Het was een kamer die mij niet bekend voorkwam. Het was een witte kamer in de vorm van een rechthoek. In de kamer stond een bed en een stoel. Ik lag op dat moment op het bed, maar het lag totaal niet comfortabel. Ik stond op, maar de hele wereld draaide om mij heen. Ik moest weer op het bed gaan zitten om alles een beetje recht te zien. Toen de wereld niet meer om mij heen draaide probeerde ik weer te staan. Dit keer ging het iets beter dan de vorige keer. De wereld draaide nog wel een beetje, maar niet zo erg dat ik niet kon staan. Ik liep met kleine stappen naar de deur en keek of hij op slot was. Jammer genoeg wel. Dat betekende dat ik gevangen zat, maar op dat moment maakte ik mij daar niet zo heel veel zorgen over. Ik maakte mij zorgen over Alexis en Jayde. Ik wist dat ik mij geen zorgen moest maken over Jayde, zij had mij immers verraden. Over Alexis maakte ik mij wel zorgen, misschien deed Raymond haar wat aan. Ik wilde mij geen zorgen meer maken en moe was ik wel dus ik ging op het bed liggen. Op mijn rug, kijkend naar het plafond. Het plafond was wit met hier en daar wat vlekken. Wat voor vlekken het waren wist ik niet, maar het zag eruit als iets zwart. Ik dacht nog even na en steeds sneller kwamen er dingen terug in mijn geheugen. Dingen die ik nog nooit mee had gemaakt, maar toch wist ergens in mijn onderbewustzijn. Ik probeerde ze te vermijden, maar dat lukte niet helemaal. Er was een herinnering die mijn aandacht bleef trekken. Ik besloot de herrinering erin te laten, misschien was het wel belangrijk. Deze herinnering was een herinnering van mij toen ik klein was, te zien aan mijn lengte. Het was een gesprek tussen twee mensen, een man en een vrouw, Lucas en Jayde. 

'Lucas? Lucas? Lucas! Je moet normaal doen! Je doet de laatste tijd alleen maar raar, dat kan echt niet nu je een kind hebt!'

'Jayde, ik maak alles beter. Dan hebben we geen last meer van die mannen van de Blaenus. Ik heb echt een hekel aan  ze. Ze hebben alleen maar regels waar je je aan moet houden en je nooit een keer afwijken!'

'De Blaenus wilt gewoon dat iedereen veilig is! Wat ik ook wil! Vooral Michael. Als jij niet normaal gaat doen, dan ga is de Blaenus waarschuwen hoor. Dat meen ik serieus, je bent dit keer te ver gegaan!'

'Nee, Jayde! Doe het niet, alsjeblieft! Ik probeer wel te stoppen, maar de mogelijkheid tot macht is gewoon erg groot.'

'Dat heb ik wel gemerkt aan je Lucas! Als je niet stopt dan weet je waar je uiteindelijk terecht komt.'

Dat was de hele herinnering. Wel zag ik Jayde nog met iemand praten, Michael. Dat was het laatste wat ik 'zag' voordat ik in die hel in slaap viel. Ik droomde gelukkig niet, maar dat was ook wel eng. Ik droomde in die tijd namelijk altijd. 

Alles of nietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu