Hoofdstuk 13

44 4 0
                                    

Ik liep met het boek onder mijn arm naar zolder toe. De vierkante kamer zag er hetzelfde uit, maar toch voelde het anders. Ik besloot er verder niet over na te denken en liep naar het zolderraam. Hij stond nog open en ik klom naar boven. Met een boek onder mijn arm was het iets moeilijker, maar nog steeds was het niet heel zwaar. Op het dak ging ik zitten en keek naar de stad. Ik zag dat het al donker aan het worden was, dus lang kon ik waarschijnlijk niet lezen. Ik begon toch maar, ik was te nieuwsgierig. Het boek was prachtig, leren buitenkant, niet al te groot en het zag er nog zo goed als nieuw uit. Ik deed de eerste bladzijde open en besloot te lezen.

12 december

Als je dit leest dan heb je mijn geheime opbergplaats gevonden. Hij is geheim, maar dat maakt je blijkbaar niks uit. Ik wil het liefst dat je nu stopt, maar waarschijnlijk gaat dat niet gebeuren. Als je stopt ben je geen familie van mij en als je doorgaat dan betekent dat dat je erg nieuwsgierig bent. Dan is er een grote kans dat je familie van mij bent. Ik heb het nu wel de hele tijd over mij, maar als je dit leest kan ik mij net zo goed voorstellen. Ik weet bijna zeker dat je ooit van mij hebt gehoord. Ik ben Lucas Simon Hayde, ik hoop dat als je dit leest ik bekendsta  onder de letter L.. Nu weet je wie ik ben en ik hoop dat je nu een beetje weet wat je hier aan kan treffen. Als je dat niet weet is er veel geheim gehouden, ben je dom of je hebt nog nooit van mij gehoord. Ik gok dat dat de eerste optie is bij de meeste, in ieder geval bij de Hayde-kant van de familie. Nu ik het toch over mijn familie heb, laat ik wat over ze vertellen. Ik ben één van de vier kinderen, de jongste om precies te zijn. Ik heb een oudere zus en nog twee broers. Als eerste komt mijn broer Michael, daarna mijn zus Michelle, daarna mijn broer Leon en daarna ik, Lucas. Mijn vader en moeder kregen Michael op jonge leeftijd. Mijn vader heette Jason en mijn moeder Rhian. Rhian betekent heks wat ook wel klopte in ieder geval tegenover mij.
Iedereen was goed en lief, behalve ik. Ik was het kind wat niet gepland was, wat niemand wilde, dat alleen maar ongeluk bracht en na een tijdje begon ik mij ook zo te voelen. Ik voelde mij slecht en ook niet een beetje, ik had maar één iemand. Dat was Leon, hij betekende alles voor mij, maar dat had mijn moeder ook door. Elke keer dat ze Leon met mij zag praten sloeg ze hem. Na een tijdje praatte Leon niet meer met mij, omdat hij anders geslagen zou worden. Hij had heus wel door dat ik het moeilijk had, maar hij vondt zichzelf blijkbaar belangrijker. Hij kreeg af en toe een paar klappen terwijl ik vanbinnen en vanbuiten kapot werd gemaakt. Na een tijdje stierf Michelle door een vreemd ongeluk, waar ik pas later de oorzaak van wist, en ik kreeg de schuld. Het was mijn schuld dat ze dood was, ik had het moeten zijn niet Michelle. Ik werd meer uitgescholden dan normaal, ik werd negeerd door iedereen. Zelfs door Leon, waarvan ik had verwacht dat hij mij wel zou steunen. Blijkbaar was hij even bang als iedereen, wat ik wel snapte maar waar ik wel erg van baalde. Mijn vader deed alsof hij er niks van zag en probeerde niks om mijn moeder tegen te houden. Dat was het grootste verraad van mijn familie, een vader hoort voor je te zorgen niet te negeren! Mijn leven ging eenzaam verder. Ik probeerde mijn moeder zoveel mogelijk te negeren, Michelle's dood te accepteren en te accepteren dat niemand van mij hield. Ik woonde gelukkig op een plek waar je snel afleiding kon zoeken. Als ik geen dingen moest doen ging ik altijd naar mijn plek. Dat was een plek in het bos waar ik mij altijd fijn voelde. Ik ga niet opschrijven waar het is, want dan gaan mensen dat zoeken en dat wil ik echt niet! Maar daar was ik eigenlijk altijd te vinden, nou niet te vinden want niemand wist die plek. Ik was daar heel, maar dan ook heel erg blij mee. Op een dag hoefde ik niks te doen dus besloot ik naar 'mijn' plek te gaan. Na een tijdje had ik het gevoel dat ik werd gevolgd, ik snap nog steeds hoe ik dat kon weten. Ik klom in een boom om diegene te ontmaskeren, want ik was erg benieuwd. Ik weet niet hoelang ik wel niet in die boom heb gezeten, maar na een tijdje bleek mijn gevoel te kloppen. Daar liep een jongen om zich heen kijkend en af en toe weg te duiken bij het kleinste geluidje. Eerst had ik niet door wie het was, maar uiteindelijk herkende ik het loopje van diegene. Het was de broer die ik altijd had vertrouwd, Leon. Ik had het gevoel dat ik een mes in mijn rug geduwd kreeg van mijn voormalige beste vriend. Ik gaf nog steeds om hem, daarom deed dit verraad ook zo veel pijn. Ik sprong uit de boom en.... 

 Het werd te donker om te lezen, helaas. Ik kon nog net het luik zien, maar daar hield het ook wel op. Ik liep met mijn hoofd ergens anders naar binnen toe, maar dat had ik beter eerder kunnen doen. 
'Jace, waar zit je! Kom hier nu! Ben je dood ofzo?'
Eerst herkende ik de stem niet, maar na een tijdje had ik door wiens stem dat was. Het was de stem van diegene die ik vertrouwde, Alexis. Ik rende met twee treden tegelijk naar beneden, waar Alexis ongeduldig stond te roepen. Ze had nog niet door dat ik daar stond dus ik besloot haar te laten schrikken. 
'Boe!'
Alexis gilde de longen uit haar lijf, maar ondertussen kon ze zich nog wel omdraaien. Pas toen ze mij zag staan stopte ze met gillen. Ondertussen was ik al keihard aan het lachen bij de aanblik van haar gezicht. 
'Wat lach je? Jace!'
'Hahahaha, jouw gezicht. Onbetaalbaar gewoon!'
'Jace dit was echt niet grappig! Ik schrok mij dood!'
Ondertussen was ook Jayde op de gil af gekomen. En achter haar Thijs, zoals gewoonlijk. Jayde wordt niet snel boos, maar dit keer werd ze boos en ook geen klein beetje. Zelfs ik, die wezens ziet, werd doodsbang. 
'JACE! WAAR WAS JE?'
'Jayde, stop met schreeuwen daar heeft Jace niks aan.'
Ik keek Thijs dankbaar aan, maar toch was er iets mis met hem. 
'Oké ik probeer het wel nog een keer als je dat zo graag wilt, Thijs. Jace?'
'Ja Jayde. Wat is er?'
'Waar was je naar toe?'
'Ik moest heel even alleen zijn, sorry als ik je bang hebt gemaakt.'
'Je hebt mij niet bang gemaakt, ik was doodsbang! Wie weet wat dat geluid was en wat er was gebeurd als dat geluid niet van Thijs was!'
'Ik zei toch al sorry! Ik moest even wat dingen op een rijtje zetten, wat niet kan als mensen zich zorgen lopen te maken.'
'Maar we hadden toch een afspraak Jace?'
'Afspraak? Waar heb je het over?'
Ik snapte er niks van, maar toen keek Jayde met een vragende blik naar Thijs. Toen wist ik dat er iets was wat ik niet wist of niet snapte. 
'Niks, Jace. Ik vergiste me heel even.'
'Ja het zal vast. Alexis? Zullen we naar mijn kamer gaan?'
'Ja hoor Jace. Als jij dat zo graag wilt.'
Ik liet ze achter en liep naar mijn kamer. Ik wachtte tot Alexis binnenwas en gooide toen mijn deur dicht. Voordat ik de deur had dichtgegooid zag ik Thijs naar Jayde lopen om haar te troosten ofzoiets. Ik liet mij op bed vallen en voelde vlak daarna mijn matras een stukje inzakken. Ik tilde mijn hoofd een stukje op en zag daar Alexis naast mij zitten. 
'Jace? Wat is er allemaal aan de hand?'
'Niks bijzonders Alexis, niks bijzonders.'
'Ik ken je langer dan vandaag. Ik weet wanneer er iets aan de hand is en dat is nu het geval.'
'Ik wil er niet over praten, niet nu. Er is zoveel waar ik over moet nadenken en wat ik wil begrijpen. Ik snap dat je je zorgen maakt, maar op dit moment kan niemand wat voor mij doen. Ik moet alles eerst begrijpen en dan weet ik pas waarmee ik te maken heb.'
Ik keek Alexis aan en zag dat ze erg teleurgesteld keek. Daarom voegde ik het volgende eraan toe: 'Dit is echt beter, geloof mij maar.'
'Dat is het probleem Jace! Ik wil je geloven, maar je doet de laatste paar uur zoveel dingen waarvan ik niks begrijp. Dat is erg teleurstellend, geloof mij maar.'
Ze gebruikte mijn eigen woorden tegen mij! Ik snapte dat ze het wilde weten, maar ik wilde niet dat zij dit wist. Hoe graag ik haar wilde vertrouwen, ik moest dit in mijn eentje oplossen. Boos liep ze weg zonder op een uitleg te wachten. Ik keek op mijn klok en zag dat het al laat was geworden. Ik poetste mijn tanden en ging in bed liggen. Ik bleef maar draaien en nadenken, maar uiteindelijk won de vermoeidheid het van de rest. Ik sliep rustig, totdat ik weer de droom kreeg. 



 

Alles of nietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu