Hoofdstuk 18

34 2 0
                                    

Het werd met het moment vreemder, maar het werd helemaal vreemd toen Raymond het volgende vroeg:

'Heeft Lucas je eigenlijk ooit iets over mij verteld?'

'Ik heb Lucas nog maar een paar keer in mijn hele leven gezien, dus nee.'

'Heb je ook geen aantekeningen van Lucas gevonden?'

Ik vertrouwde het zaakje niet dus ik loog, hopend dat hij het niet door zou hebben.

'Aantekeningen? Wat voor aantekeningen?'

'Je vader hield soms boeken bij en ik was daar erg nieuwsgierig naar. Benieuwd wat hij allemaal had opgeschreven, want mij wilde hij het niet laten zien.'

'Als Lucas het niet aan u wilde laten zien was daar vast een goede verklaring voor. Ik heb nog nooit boeken of aantekeningen van Lucas gezien en als ik ze vind ga ik dat zeker niet tegen u zeggen. Ik ken u niet en ik weet niet of ik u überhaupt wil kennen.'

'Jace! Ik ben zo aardig geweest om jou dit te vertellen en dan vertrouw je mij niet?'

'Nee, ik vertrouw u niet.'

Hij maakte een beweging met zijn hand en binnen een paar tellen had hij de aandacht van elk wezen. Hij zei iets in een onverstaanbare taal en de wezens werden nog dreigender. Ik wilde naar achter lopen, maar een onzichtbare kracht hield mij tegen. Als eerste kwamen de wezens die iets lichter van kleur waren, toen diegene die iets donkerder waren en uiteindelijk de allerdonkerste. Ze kwamen heel erg dreigend dichterbij, maar er was iets wat ze tegenhield. Of ze deden het zelf of Raymond deed het of ik deed het zelf. Raymond deed het waarschijnlijk niet, want hij keek zelf ook met een twijfelende blik naar de wezens. De wezens bleven even dreigend kijken met af en toe een verbaasde blik. En ik? Ik was doodsbang, maar actief. 

Waarschijnlijk straalde ik veel kracht uit, want de wezens gingen stukje bij beetje naar achteren. Raymond raakte gefrustreerd en begon tegen de wezens te schreeuwen. De wezens werden allemaal boos, maar het geluid van één wezens hield ze allemaal tegen. Het werd weer gezegd in die onverstaanbare taal, maar het was voor de wezens duidelijk genoeg. De ene helft ging een stukje naar links en de andere helft naar rechts. Daardoor ontstond er een pad tussen de wezens. Aan het einde van dat pad zag ik de enige wezen staan waar ik de naam van wist, Hrotac. Hij stuurde mij een bericht of maakte mij iets duidelijk, wat het was was niet duidelijk. Hij vertelde of gebaarde mij in ieder geval dat ik hier weg moest gaan. Hij zei ook dat hij mij later zou bezoeken, maar dat ik nu naar een beveiligde plek moest gaan. Ik wist wat Hrotac daarmee bedoelde, dus ik rende zo snel mogelijk weg. 

Ik stopte niet, ik rende door totdat ik in de verte mijn huis zag verschijnen. Ik begon pas adem te halen toen ik de deur achter mij had gesloten en op slot had gedaan. Zoals gewoonlijk stond daar iemand op mij te wachten. Dit keer was het iemand die heel afkeurend naar mij keek, Thijs. Zonder iets te zeggen probeerde ik langs hem te lopen. Probeerde. Toen ik op gelijke hoogte met hem was pakte hij mijn pols vast. Ik probeerde mij los te trekken, maar hij was sterker. Hij was de enige die mijn pols vast kon blijven houden wanneer ik los probeerde te komen. Het maakte niet uit of ik schreeuwde, smeekte of kracht gebruikte. Ik werd nog steeds vastgehouden. Hij sleepte mij mee naar boven, de trap op. Ik kon er niks tegen doen dus ik liep zo goed mogelijk mee. Ik had verwacht dat hij mij in het kantoor zou stoppen, maar verwachtingen kloppen niet altijd. Hij liep nog een trap op, een trap waarvan ik ondertussen alles van wist. Ik wist welke trede rot was en welke een krakend geluid maakte. Thijs wist dat duidelijk niet of het maakte hem niks uit. De trap kraakte onder zijn gewicht en het geluid was luid. Ik was eerlijk gezegd verbaasd dat Jayde niks hoorde, maar lang had ik niet om daarover na te denken. Voordat ik doorhad wat er gebeurde was het al te laat. Thijs had het luik met één arm opengedaan, met de andere hand had hij mij vast, en stond nu in de bekende kamer. Zonder nog een woord te zeggen liet hij mijn arm los en liep hij naar het luik toe. Ik liep hem achterna, maar hij had het luik al dicht gedaan. Ik had een paar maanden ontdekt hoe je het luik van binnenaf moest openen. 

Een paar maanden terug

Ik liep naar het raam toe, maar ik had mij niet gerealiseerd dat het luik dicht was gevallen. Ik was al halverwege de kamer toen ik opeens een zachte ´klik´ hoorde. Ik snapte niet waar dat vandaan kwam dus ik maakte mij er voor de rest geen zorgen meer over. Toen ik na een paar uur besloot naar beneden te gaan kwam ik tot een schokkende ontdekking. Het luik was dicht! Aan de binnenkant van het luik zit geen hendel dat je hem open kan doen. Ik raakte in paniek, want ik had geen flauw idee wat ik moest doen. Ik riep en ik riep, maar Jayde hoorde mij niet. Zo kwam ik erachter dat de vierkante kamer geluidsdicht is. Ik bekeek het hele luik om iets van een opening te vinden. Ik vond niks dus besloot in de buurt van het luik op de grond te gaan zitten. Ik weet niet hoelang ik daar zat, maar na een tijdje kreeg ik honger en ik kreeg het ook steeds kouder. Ik werd steeds ongeduldiger, geduld was nooit mijn sterkste kant. Ik begon met mijn vingers op de grond te tikken, er ontstond een leuk ritme. Na een tijdje had ik pas door dat het geluid aan mijn rechterkant heel erg veel verschilde van de linkerkant. De ene klonk iets harder dan de rest. Ik ging van die plek af en klopte rond het luik. Er was inderdaad maar één plekje waar het iets harder klonk. Mijn gevoel zei mij dat ik daar iets mee moest doen. Toen was ik nog helemaal goedgelovig dus ik deed het. Ik weet niet hoe ik dat stukje hout van zijn plek heb weten te krijgen, maar het lukte. Er was niet zo heel veel te zien, maar toch was ik benieuwd. Er waren twee knoppen, een rode en een groene. Ik verwachtte dat als je de verkeerde indrukte je helemaal niet naar buiten zou kunnen. Ik wilde eigenlijk meteen op de groene knop drukken, maar op het allerlaatste moment bedacht ik mij. Als het zo goed verstopt is is er vast iets ingewikkelder aan de hand. Groen staat voor goed in veel oogpunten, maar rood staat voor slecht. Als deze kamer inderdaad van Lucas is geweest dan zou het vast de rode knop zijn. Ik drukte de rode knop in en het volgende moment zie ik het luik een stukje opengaan. Ik aarzelde geen moment en legde het stukje hout terug en daarna liep ik zo snel als ik kon naar mijn kamer. 

Dat was de eerste keer dat het gebeurde, maar zeker niet de laatste. Ik probeerde het houtje los te maken en met wat gepriegel lukte het me eindelijk. Ik keek binnen enkele seconde de ruimte in, naar de knoppen. Er was alleen wel één probleem, de knoppen waren kapot!

Alles of nietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu